Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Studeren (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=88)
-   -   klopt dit? (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1822283)

GOLD 12-12-2010 14:03

klopt dit?
 
Hoi,

Ik maak een werkstuk 'Hoe ziet de onderwijssysteem van Nederland eruit? En een van mijn deelvragen zijn 'Hoe ziet het onderwijssysteem van vroeger eruit?' (Van Nederland) Ik heb een site gevonden heb info alleen weet ik niet zeker of die klopt?


Het onderwijs door de eeuwen heen
Rooms-katholieke vorming 1200-1400.

Aan de basis van het Nederlandse Onderwijssysteem staat de parochie. Uit dit onderwijsinstituut komen de talloze scholen voort. Deze parochieschool ontwikkelt zich geleidelijk tot de veelheid van schooltypen met eigen doelstellingen.
Aanvankelijk gebruikt de Rooms-katholieke kerk de school voor de eigen religieuze doeleinden.
12

Parochieschool 1200-1400
11
10
9
8
7
Rooms-katholieke intellectuele vorming 1400-1600.

In de periode van 1400 tot omstreeks 1600 bepaalt de stad de vorm en inhoud van de school. De stedenbeweging brengt dus grote veranderingen aan in het onderwijssysteem. Aan het begin van de middeleeuwen was Nederland een overwegend agrarische samenleving. Na enkele eeuwen werd het een agrarisch-commerciële maatschappij, waarin de stad een belangrijke factor is.
Deze verandering heeft grote gevolgen voor de school. Het instituut verliest zijn louter kerkelijke betekenis. De bureaucratisering van de stad vereist dat met name lezen en schrijven belangrijk wordt. Geleidelijk aan wordt de religieuze vorming aangevuld met intellectuele ontwikkeling. Aan het einde van de middeleeuwen kan vermoedelijk 60% van de mannen en 40% van de vrouwen lezen en schrijven.
De parochieschool splitst zich in een aantal onderwijsinstituten. Het is zelfs mogelijk aan het eind van de middeleeuwen en primair en secundair niveau te onderscheiden.
Op primair niveau is de kleine-kinderschool de voorloper van de huidige groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 5 of 7 jaar leren er enkele gebeden en psalmen. Verder worden ze met wat voorlezen beziggehouden. Deze school is niet meer dan een bewaarschool en zal dat tot ver in de 19e eeuw blijven.
Vervolgens zijn er de lagere klassen van de Latijnse school die in enkele gevallen zelfs een afzonderlijk onderwijsinstituut vormt. Dit heet dan de Onderschool/lage school. Van 5 tot 7- of 8-jarigen die dit onderwijs bezoeken, wordt verwacht dat ze bij het verlaten van de school de geloofswaarheden beheersen. Bovendien is hen het lezen en schrijven bijgebracht.
De Latijnse school werd door de stad als een trots bezit beschouwd. Het is de stadsschool op secundair niveau, waar leerlingen in de leeftijd van 7 of 8 tot 15 jaar les krijgen in Latijn. Ze leerden die taal voor het koor. De leerlingen van de Latijnse school moesten de vele kerkelijke plechtigheden met hun zang opluisteren. Daarnaast leerden ze de grammatica. De Latijnse school (ook wel grote school of bovenschool genoemd) was alleen toegankelijk voor jongens. Meisjes bezoeken anders scholen, zoals de kleine-kinderschool of de lage school. Hier worden ze voorbereid op hun religieuze verplichtingen en huishoudelijke taken.
In sommige steden komt ook nog een andere vorm van secundair onderwijs voor: de Franse school. De leerlingen worden voorbereid op het koopmanschap. Op deze school wordt les gegeven in lezen, schrijven, rekenen, cijferen en Frans. In de praktijk is het ook een concurrent van de Latijnse school. De Franse school wordt bezocht door jongens van 12 tot 15 jaar.



1400-1600


15

Franse school





14

13


12


Latijse school
Bovenschool/grote school




11

10

9

8

Onderschool/lage school


7


Onderschool


6

5

Kleine-kinderschool


4

3
Calvinistisch intellectuele vorming 1600-1800
Het doel van het onderwijssysteem in deze periode is de Calvinistisch intellectuele vorming.

Primair onderwijs.
Op primair niveau zijn er zelfstandige scholen voor lager onderwijs (5 tot 10 of 12 jaar) en instituten voor kleuteronderwijs (3 tot 5 jaar).
Er is nog geen leerplicht. Ruim 80% van de mannen en ongeveer 60% van de vrouwen kan in de 18e eeuw in meer of mindere mate lezen.

Secundair onderwijs.
De taak van de Latijnse school op secundair niveau wordt in de periode overgenomen door de Franse school. Een aantal Latijnse scholen wordt zelfs omgevormd tot een Franse school of een combinatie van Frans-Latijnse school. Er is veel belangstelling voor een onderwijsprogramma met ondermeer moderne vreemde talen, wiskunde, natuurkunde, aardrijkskunde en geschiedenis. Met deze vakken afgerond, waren de studenten gekwalificeerd voor een groot aantal industrieën, waaronder gemoderniseerde gebieden zoals wetenschap, casino gaming en financiën. Deze vernieuwde Franse school is bestemd voor leerlingen van 12 tot 15 jaar en heeft zich ontwikkeld naar een instelling voor algemeen voortgezet onderwijs. In de loop van de 17e eeuw zijn er ook Franse scholen die lagere school zijn. Deze lagere scholen hebben dan enkele kopklassen waar onderwijs in het Frans wordt gegeven.

Tertiair onderwijs.
Tertiair onderwijs kent Nederland gedurende de middeleeuwen niet. De afronding van het Nederlandse onderwijssysteem in primair, secundair en tertiair onderwijs vindt gedurende de periode van ongeveer 1600 tot rond 1800 plaats.
In 1575 wordt in Leiden de eerste academische instelling opgericht. Deze kreeg de naam: hogeschool.
Binnen een eeuw heeft Nederland 6 universiteiten op een bevolking van 1.000.000. Nijmegen kreeg als laatste in 1656 een universiteit.
De studie aan een universiteit bestaat uit 2 delen. Eerst moet een onderbouwstudie worden gevolgd. Deze studie bestaat uit de vakken: Latijnse en Griekse letterkunde, wiskunde, natuurkunde, astronomie, filosofie en metafysica. Daarna kan worden gestart met de specialistenstudie in de godgeleerdheid, rechten of medicijnen. Nadat de studie van 5 jaar met succes is afgerond wordt een academische graad verstrekt.
Naast deze 6 universiteiten komen op tertiair niveau 9 semi-universitaire instellingen voor, athenea of illustre scholen genoemd. Het zijn een soort kopklassen op de Latijnse school. De studenten ontvangen een gedeeltelijk universitair onderwijs, maar hebben geen uitzicht op een academische titel. Veel studenten laten zich na enkele jaren studie aan de illustre school, bij een universiteit inschrijven.
Een voorbereiding op deze beide vormen van hoger onderwijs wordt aangeboden door de Latijnse school. Na 1600 heeft dit instituut een andere betekenis. Van een katholieke middelbare instelling wordt het een gereformeerde school voor voorbereidend onderwijs, een portaal naar de universiteit. Deze school is nog steeds alleen bestemd voor jongens, maar nu in de leeftijd van 10 tot 15 jaar. Ze krijgen les in de vakken: Latijn, Grieks, grammatica, rekenen en cijferen. Ook het onderwijs in de gereformeerde godsdienst is heel belangrijk. Nederland is rond 1600 Calvinistisch geworden.





1600-1800


20

Hogeschool





19





18





17



Atheneum






16







15

Latijse school


Franse school


14

13

12




11



10

Lagere school


9

8

7

6

5

Kleine-kinderschool


4

3
Algemeen-confessionele intellectuele vorming1800-1968

Primair onderwijs
In de 19e en 20e eeuw differentieert het onderwijssysteem sterk.
Op primair niveau zijn er de bewaarschool en de lagere school. Deze lagere school kent sinds 1801 een wettelijke regeling. De bewaar-/kleuterschool is bestemd voor leerlingen van 4 tot 6 jaar en de lagere school voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
Sinds de Wet op het lager onderwijs van 1857 is het meer uitgebreid lager onderwijs (mulo) voor leerlingen van 12 tot 15 of 16 jaar. Bij de Wet op het lager onderwijs van 1920 wordt de naam gewijzigd in ulo. Deze naamswijziging wordt in de meeste gevallen echter niet doorgevoerd en de scholen blijven dus de oude naam gebruiken.
Deze onderwijsinstellingen zijn intellectualistisch van aard. De vernieuwingsbeweging van het begin van de 20e eeuw, die de zelfwerkzaamheid van leerlingen en hun onderlinge samenwerking benadrukt, gaat voor het grootste deel voorbij aan het primair onderwijs.

Secundair onderwijs
Het secundair onderwijs bestaat uit de 3- of 5-jarige Hogere Burgerschool (HBS) van 1863, de 5-jarige Middelbare meisjesschool (MMS) van 1867, het 6-jarige Gymnasium van 1876 en het 6-jarige Lyceum van 1909. De 3-jarige HBS wordt ook wel Handelsdagschool genoemd. Ook deze scholen zijn intellectualistisch georiënteerd.

Tertiair onderwijs
Op tertiair niveau worden in de loop van de 19e eeuw de athenea opgeheven. Vanaf 1875 worden er, naast de universiteiten, nieuwe academische instellingen voor technisch, landbouwkundig en handelsonderwijs opgericht. Dit werden de nieuwe hogescholen.

Beroepsonderwijs
In de tweede helft van de 19e eeuw is er een veelheid van beroepsonderwijs van primair en secundair niveau op ambachtelijk, huishoudkundig, landbouwkundig en handelstechnisch gebied. Inhoudelijk gezien doen deze vormen van onderwijs grotendeels een beroep op de cognitieve vermogens van de leerlingen. In 1919 bepaalt de overheid dat het beroepsonderwijs gebaseerd moet zijn op algemene vorming. De beroepsopleiding ligt dan in het verlengde van dit meer theoretische element van het beroepsgerichte onderwijs.

Leerlingstelsel
Naast het gewone beroepsonderwijs is er het Leerlingstelsel. Hier gaat de leerling 1 of 2 dagen naar school en heeft daarnaast een baan.

Buitengewoon onderwijs
De keerzijde van de intellectualistische ontwikkeling is dat een steeds groter aantal leerlingen niet mee kan komen in het onderwijs. Deze leerlingen worden op grond van een geestelijke of lichamelijke handicap in het buitengewoon onderwijs opgenomen.
Sedert de jaren zestig van de 20e eeuw groeit vooral het aantal moeilijk-opvoedbare kinderen en leerlingen met leermoeilijkheden.


1800-1968
23


Universiteit

Hogeschool
22
21
20


LLW
19
Middelbaar beroepsonderwijs 18


Ulno



Gymnasium Lyceum 17



5-jarige HBS 16



(M)ULO

MMS
15
Buiten-gewoon

Onderwijs


LBO


3-jarige HBS
14
13
12

Lagere school
11
10
9
8
7
6
Bewaarschool/Kleuterschool 5
4
De Mammoetwet (1968)

De Mamoetwet had als doel het onderwijs doorzichtiger te maken en iedereen gelijke kansen te geven. Er verschijnt een brugperiode, waarin de uiteindelijke keuze wordt gemaakt voor het vervolgonderwijs.
De MMS verdwijnt en de Mulo wordt gesplitst in een 3-jarige en 4-jarige Mavo.
De HAVO wordt als AVO-variant toegevoegd. Hiermee is directe aansluiting met het HBO mogelijk.
In de jaren 80 ontstaat het KMBO (Kort Middelbaar Beroepsonderwijs). Deze vorm werd in het leven geroepen omdat de uitval in het MBO te groot werd. De bedoeling was om iedereen een diploma te kunnen geven. In het schema komt deze vorm niet terug, omdat het eigenlijk een korte variant binnen het MBO is.

Binnen het Hoger Beroepsonderwijs verschijnt de PABO. Hierin worden de opleidingen van de onderwijzer en de kleuterleidster samengevoegd


1968-1993
23


Universiteit/Technische Hogeschool
22



21


Hoger Beroeps-onderwijs
20




LLW
19

Buiten-gewoon

Onderwijs


Middelbaar Beroepsonderwijs
18

Atheneum


Gymnasium


Lyceum
17

Havo
16

Lager

beroepsonderwijs


4-jarige

Mavo
15

3-jarige Mavo
14
13

Brugperiode
12



Lager onderwijs

Basisonderwijs




Kleuteronderwijs
5
4
Heden

Het basisonderwijs is ontstaan door de samenvoeging van het Kleuteronderwijs en het Lag

Scholier 15-12-2010 20:14

Het kan zijn dat ik het verkeerd begrepen heb, maar het onderste gedeelte:

Het is VWO --> Gymnasium & Atheneum
(Gymnasium= Atheneum + Latijn&Grieks).

Maar het kan zijn dat je dat goed bedoelde hoor.

kopmuntkip 17-12-2010 21:50

Mijn tip is, pak een boek en controleer het?

Scholier 18-12-2010 09:28

Citaat:

kopmuntkip schreef: (Bericht 31182132)
Mijn tip is, pak een boek en controleer het?

Van welke site komt dit? Of uit welk boek?
Bijv. Wikipedia is een redelijk goed naslagwerk.

GOLD 18-12-2010 19:49

google

Duckdoggy 19-12-2010 10:01

@topnieuws,
wikipedia zou ik niet geloven.
daar kan iedereen opzetten wat hij/zij wil, zonder dat iemand controleert of de info waar is

Apate 19-12-2010 10:12

Wikipedia alleen geloven als er voldoende bronnen bij staan, en je deze bronnen even hebt nagetrokken. Het kán een goed naslagwerk zijn, maar je moet het niet rechtstreeks gaan geloven natuurlijk.

Lusi 20-12-2010 12:17

Citaat:

topnieuws schreef: (Bericht 31182677)
Van welke site komt dit? Of uit welk boek?
Bijv. Wikipedia is een redelijk goed naslagwerk.

Nee, dat is het niet, het is algemeen bekend dat wikipedia niet als bron gebruikt mag worden (tenminste, in alles na de basisschool).

Scholier 21-12-2010 17:46

Citaat:

Duckdog96 schreef: (Bericht 31185138)
@topnieuws,
wikipedia zou ik niet geloven.
daar kan iedereen opzetten wat hij/zij wil, zonder dat iemand controleert of de info waar is

Over het 'algemeen' is Wikipedia wel waar.
En wat jij zegt klopt ook niet helemaal.
Andere gebruikers kunnen de informatie ook controleren.

Scholier 21-12-2010 17:48

Het is niet de bedoeling dat hier een discussie over Wikpedia komt.
Dan moet je een nieuw Topic starten.

En ik weet ook wel dat je die informatie niet blindelings moet overnemen...


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 10:50.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.