Economie nakijken
 

Binnenkort een proefwerk, heb een samenvatting geschreven. Wil iemand het nakijken?

BvD

Caviamax

Ik heb alleen de SV bekeken, niet de inhoud PTA. De SV zag ik zo snel geen fouten in, al is de Lorenzcurve zoals je die geeft wel een speciaal geval: je stopt in één grote tabel een (primaire) inkomensverdeling en een belastingkolom. Dit kun je ook uit elkaar trekken.
De primaire inkomens an sich(op zichzelf, losstaand) zijn niet (de)nivellerend. Dit werkwoord geeft een beweging aan: de belasting en premieheffing werkt (de) nivellerend. maar als je dit allemaal zelf opgeschreven hebt snap je het wel.

De RR (heb je geen balans ?) is goed, inderdaad de winst links, want als de omzet groter is dan de kosten....
Vaak moet je op een toets de RR opstellen vanuit een verhaaltje. Let er nog op dat omzet = prijs x hoeveelheid.
En (vanuit een balans opgesteld) kun je bij de kosten ook nog afschrijvingskosten verwachten (als je dat al hebt gehad ?): . De waarde van het productiemiddel waar je op afschrijft (de auto, de machine) haal je van de balans.
En soms moet je de rentekosten (zoals die op de RR moeten) aflezen van de balans, want daar staat dan: "6 % hypothecaire lening.......200.000. En dan moet jij dus 6% x 200.000 = 12.000 aan rente op de RR zetten.
nogmaals, ik weet niet of dit tot de stof behoorde.

Oke, dank je. Ik ben bezig met leren en snap een aantal begrippen niet.

- Wat is schaarste?
- Wat is loonheffing?
- Wat is koopkracht in de vorm van producten?
- Wat is indexcijferkoopkracht (reëel budget)
- Waarom werken salarisverhogingen en verhoging van het minimumloon (in euro’s) nivellerend?
- Wat is primaire inkomensverdeling/verdeling van de middelen
- Wat is secundaire inkomensverdeling of herverdeling?
- Wat is secundair inkomen?
- Wat is tertiair inkomen?
- Wat is productiewaarde / toegevoegde waarde / productie?
- Wat is het verschil tussen debiteuren en crediteuren?
- Hoe worden productiefactoren gebruikt? En wat is de beloning voor het gebruik van de productiefactoren?

Alvast bedankt.

- Schaarste = dat er (veel) meer vraag naar dan aanbod van een product is. Als bijvoorbeeld heel veel mensen gelijk met de release de iPad2 willen, maar er op dat moment maar bijv. 100.000 te koop zijn, is er op dat moment sprake van schaarste, en zal de prijs daardoor omhoog gaan (inflatie). Kortom: de bestedingen overtreffen de productiecapaciteit. Dat heet bestedingsinflatie. Verder heb je nog kosteninflatie (bedrijven berekenen hogere productiekosten door in verkoopprijs, zoals hogere lonen, duurdere grondstoffen of milieuheffingen) en winstinflatie (bedrijven berekenen een hogere winstmarge).

- Loonheffing = "In Nederland wordt onder de loonheffing verstaan de gecombineerde heffing van: Loonbelasting en Premies volksverzekeringen (pvv)" - bron

- Koopkracht in vorm van producten = hoeveel producten kun je kopen met je geld? Bijvoorbeeld hoeveel lolly's kun je kopen voor 5 euro? Als deze lolly's duurder worden neemt je koopkracht af.

- Indexcijfer koopkracht = een formule:
RIC = NIC / PIC * 100
Ofterwijl: indexcijfer koopkracht = indexcijfer inkomen / gemiddeld prijspeil * 100 procent.
[Verdere uitleg nodig van andere poster]

- Waarom werken salarisverhogingen en verhogingen van het minimumloon nivellerend? = Stel Henk verdient 10 euro per uur en Piet verdient 30 euro per uur. Dan verdient Henk maar 33,3% van wat Piet verdient. Als ze allebei 10 euro salarisverhoging krijgen, verdient Henk al 50% van wat Piet verdient. De inkomens komen dus dichter bij elkaar te liggen en dat heet nivelleren. Als Truus het minimumloon van 5 euro per uur verdient, en dit minimumloon verhoogt wordt naar 10 euro per uur, komt haar inkomen ook dichter bij dat van Henk en Piet te liggen.

- Primair inkomen is het inkomen dat je verdient (bruto), en secundair inkomen is je bruto inkomen - belastingen en sociale premies. Het netto inkomen dus.
Anders gezegd:
"Primair inkomen is inkomen uit arbeid en bezit.
Dit is gelijk aan het Nationaal Inkomen
Y(=nationaal inkomen) = loon + pacht/huur + rente + winst"

- Tertiair inkomen = Geen idee. Hebben wij nog niet gehad. Andere poster graag?

- Bruto Toegevoegde Waarde = BrutoTW overheid + BrutoTW bedrijven -->
BrutoTW overheid = ambtenarensalarissen + afschrijvingen
BrutoTW bedrijven = omzet - ingekochte diensten en grondstoffen van derden óf loon + pacht/huur + rente + winst + afschrijvingen (mag je kiezen)

Netto Toegevoegde Waarde = Bruto Toegevoegde Waarde - afschrijvingen

- "Een crediteur is een leverancier (een persoon of bedrijf) aan wie moet worden betaald voor het leveren van een goed of een dienst." en "Een debiteur is een klant die nog moet betalen. In de boekhouding is een debiteur een persoon of een bedrijf dat moet betalen voor geleverde goederen of diensten." - Bron: wikipedia

- De productiefactor kapitaal wordt bijvoorbeeld gebruikt om te investeren. Als beloning voor het geld dat je tijdelijk aan een bedrijf uitleent, ontvang je van dat bedrijf rente. Andere productiefactoren zijn arbeid met als beloning loon, natuur met als beloning pacht of huur, en ondernemerschap met als beloning winst.

@ TS: Als je er nog niet uit komt kun je me eventueel even je e-mail PM'en, dan stuur ik je een paar powerpoints over deze onderwerpen ;)
@ andere lezers: Deze post kan nog verder aangevuld worden. Quote deze post gerust en pas er dingen in aan.

koopkracht in de vorm van producten? Met de koopkracht meet je /geef je weer niet de hoeveelheid geld (X euro's) maar de hoeveelheid goederen (en diensten) die je ermee kunt kopen. Dus koopkracht en reele economie gaat altijd over producten.

Wat is indexcijferkoopkracht (reëel budget)
het is een indexcijfer (je weet wel, basisjaar op 100 stellen en zo), en dan eentje waarin je de ontwikkeling van de koopkracht weergeeft. Dus het zijn 2 woorden. Dus een indexcijfer van 102,7 geeft aan een reele groei van 2,7 %.
Meestal kun je het IC vd koopkracht ofwel het Reele Indexcijfer niet rechtstreeks uitrekenen, want je hebt geen getallen als 'in 2006 was de koopkracht 21.217 en het jaar erop was ie 22.319. Nee, je krijgt een ontwikkeling van het nominale loon, waarbij je dan moet corrigeren voor gestegen prijzen om te zien hoeveel je er werkelijk (reeel) op vooruit gaat. En dan doe je ric=nic/pic

Waarom werken salarisverhogingen en verhoging van het minimumloon (in euro’s) nivellerend?
dat is alleen zo als de verhoging ook i euro's is: iedereen krijgt er 100 euro bij, en dat is relatief meer voor de minst verdienenden. Overigens zijn salarisverhogingen meestal een % van het loon, en dan werkt het neutraal.(afgezien van belastingen)

Tertiair inkomen = Geen idee. Hebben wij nog niet gehad. Andere poster graag?
houdt naast belasting en premies nog rekening met het feit dat de een meer gebruik maakt van overheidsvoorzieningen dan de ander. Dus secundair inkomen plus en min toeslagen, subsidies en andere, kostprijsgebonden, belastingen.

Productie is hetzelfde als TW. Als je een tafel maakt, zal iedereen dat productie noemen. Maar wat doe je als je die tafel verkoopt ? (dus de verkoper, wat 'doet' die eigenlijk) Dat zijn diensten, maar je produceert wel wat, want je voegt wat waarde toe aan de tafel.

Ik snap het volgende nog niet zo goed:

Afzet Inkoopprijs Afzet verkoopprijs
inkoopkosten Omzet
Brutowinst - bedrijfskosten of toegevoegde waarde?
Nettowinst

Is het bedrijfskosten of toegevoegde waarde? En wat is de werkelijke productie van een bedrijf?

Een aantal begrippen die jullie omschreven hebben (dank daarvoor) snap ik nog niet. Mijn boek zegt wat anders. Schaarste = Schaarste is het opofferen van productiefactoren, is koopkracht uitgedrukt in producten = Nominaal budget: productprijs, debiteuren/crediteuren= debiteuren zijn alle rekeningen die ondernemingen of organisaties nog open hebben staan.Crediteuren is hetzelfde als debiteuren maar dan met grondstoffen,

Afzet Inkoopprijs Afzet verkoopprijs
inkoopkosten Omzet
Brutowinst - bedrijfskosten of toegevoegde waarde?
Nettowinst

Is het bedrijfskosten of toegevoegde waarde? En wat is de werkelijke productie van een bedrijf?


Stel bedrijf Y
Omzet = afzet x prijs = 200 stoelen a 80 euro = 16000 euro (verkoopprijs)

als je de inkoopprijs van de stoelen eraf haalt (50euro)(en dan van alle 200 stoelen uiteraard)
kom je op 200 x 50 euro = 10.000 euro inkoopkosten
De 6000 die je nu over hebt is je bruto marge, soms wordt in ec boeken dit brutowinst genoemd. Dit is niet helemaal juist, maar houd het daar maar even op.(t moet een naam hebben).

Daarnaast heb je nog allerlei bedrijfskosten (gas en licht, de auto vd zaak, etc.)
Stel dat is hier 4000
Haal je alle andere kosten eraf, dan houd je de nettowinst over. 2000

De toegev. waarde (TW) is omzet - alle inkoopkosten. Dus alles waarvoor je een factuur betaalt. Het is het bedrag wat jij met je produceert. Maar dat doe je niet alleen, daar heb je ook je medewerkers voor nodig, en je kapitaalverschaffers, etc.
Die krijgen allemaal hun deel van die productie9loon pachtintersetwinst)
.
TW = omzet-inkoop = productie = loon+pacht+interest+winst


Nou, wat een gek boek heb jij zeg ! Ik geloof het bijna niet.
schaarste is bijna hetzelfde als in normaal spraakgebruik, alleen vinden economen iets al schaars als je er voor moet betalen. Want dan lijkt er wel heel veel, maar toch nog niet genoeg om aan iedereen zomaar alles vrij weg te geven. (soms zie je wel eens gratis fruit in de betuwe, of een gratis product tegen de uhd aan in de supermarkt. dat is dan niet schaars meer.

klopt, bijv
als je zakgeld 10 euro is, en een ijsje kost 2 euro, dan kun je dus 5 ijsjes kopen.

debiteuren staan links op de balans (aan de debetzijde:cool:), je krijgt nog geld van hen (dit zijn je klanten zeg maar)
crediteureen staan rechts (de credtizijde), zij krijgen nog geld van jou, dit zijn je leveranciers.