Vraag over zouten oplossen
 

Hey mensen, ik heb een vraag:

Als je een zout oplost in water, zoals bijvoorbeeld Ca2+Cl-2, hoe weet je dan wanneer je Ca2+(aq) +2CL- doet, of Ca2+ + Cl-2. Dus hoe weet je waar je de locatie van zo'n cijfer moet doen. Ik zie dat bij sommige zouten verschillende locatie's hebben.

NaNO3--------> Na+ + NO3- , daar blijft de 3 gewoon op zijn plaats, maar bij de bovenste voorbeeld gaat de 2 van CL-2 voor de CL; Ca2+Cl-2 -------------->Ca2+(aq) + 2CL. Maar dit was een voorbeeld. Hoe moet ik weten waar ik zulke getallen moet plaatsen?

Kortgezegd: Hoe weet je hoe je perfect een oplossing van een zout moet noteren?

Calciumchloride ( CaCl2 ) is een stof die uiteenvalt in ionen als je het oplost in water. Dit zijn twee chloor ionen (Cl-) en een calciumion (Ca2+).

In een zout is de lading gelijk. En verder moet je gewoon de ladingen van de ionen kennen:
Chloor:
Natrium:
Calcium:
Nitraat:

Zo is natriumchloride: NaCl
en calciumchloride is: CaCl2
en calciumnitraat is:


( is het gas chloor. Het heeft geen lading want het is geen ion maar een molecuul)

Wanneer je calciumchloride als oplossing hebt, zijn de chlooratomen 2 ionen. Dan noteer je de lading. Bij een genoteerde lading staat het 2tje ervoor. Is het als stof genoteerd, dan is het Cl2. (omdat chloor altijd met z'n tweeën voorkomt :P )

Dus bij oplossingen het cijfer ervoor!