Vraag over wiskundesom (wisA havo 5)
 

Kan iemand me misschien uitleggen hoe deze sommen gemaakt zijn?
Ik heb wel antwoorden, maar geen uitwerking.
Som: Bij een onderzoek is van 1000 insecten bijgehouden hoeveel weken ze hebben geleefd. De resultaten van dat onderzoek zijn verwerk in de tabel. Uit deze tabel valt bijv. af te lezen dat er na 2 weken nog 850 insecten in leven waren.
Tabel:
0 : 1000
1 : 900
2 : 850
3 : 300
4 : 80
5 : 0
Vragen:
A: Bereken de kans dat een insect 3 weken leeft, maar geen 4 weken
B: Maak een kansverdeling van het aantal weken dat een insect leeft
C: Bereken hoe lang een pasgeboren insect naar verwachting zal leven
D: Een insect is twee weken oud. Geef de kansverdeling van het aantal weken dat het insect nog verder zal leven en bereken de levensverwachting van dat insect
Antwoorden:
A: 0.22
B: 0.5 : 0.1
1.5 : 0.05
2.5: 0.55
3.5: 0.22
4.5: 0.08
C: 2.63 weken
D: 2.5: 0.65
3.5: 0.26
4.5 : 0.09
Levensverwachting: 2.94

Hoop dat iemand me kan helpen:)

Voor vraag A. Wat is de kans dat een insect 3 weken leeft? Wat is de kans dat een insect 4 weken leeft? (Denk aan de formule van Laplace). Dus wat is de kans dat dit insect 3 weken leeft, maar geen 4 weken?

Ga voor vraag B i.v.m de kansverdelingen ook zo te werk. Wat is de kans dat een insect 1 week leeft, maar geen 2 weken? ...