Scholieren.com forum

Voor vmbo geldt:

Citaat:

Je bent geslaagd als:
- al je eindcijfers 6 of hoger zijn
- je ten hoogste één 5 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn
- je ten hoogste één 4 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger en ten minste één 7 of hoger
- je voor twee vakken een 5 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger en ten minste één 7 of hoger.
èn
- je voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel en in de gemengde en de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie 'voldoende' of 'goed' hebt behaald.

(Bron: www.examen.nl)

Oftewel, met deze cijfers zou je slagen. Sterker nog: je kan zelfs van je vijf zelfs tot vier verpesten, en dan slaag je nog. Of als je twee vijven haalt. Of als je één van beiden doet en ook nog eens twee zevens verpest. In dat geval ga je dus bij drie vakken één punt omlaag, en bij géén vak een punt omhoog. Wat niet erg waarschijnlijk is, maar in jouw geval nog steeds geslaagd!

En misschien kun je je ouders vragen of ze zich er iets minder druk om willen maken, omdat je het a. op deze manier (en zelfs met minder goede cijfers) gewoon haalt en b. je erdoor gestrest raakt en dát is nu juist niet goed. Een beetje stress wel, dat heeft iedereen sowieso, maar vooral niet te veel.

Wat ik zelf altijd doe in zulke situaties is me voorstellen wat nu het állerergste is wat er kan gebeuren. Dat je ineens véél lager haalt, en dan sta je twee vijven (dan haal je het nog) of misschien wel drie (dan kun je herkansen) of je verpest de herkansing enzovoort. Ook hier weet ik niet precies hoe het zit, maar als je nog niet bent blijven zitten kun je volgend jaar wéér en anders zijn er ook nog wel allemaal mogelijkheden. En zelfs als je het dán, dán nog niet haalt, dan ga je nog niet dood. :P En dan moet je het dus niet alleen dit jaar verpesten/veel slechter doen dan je nu staat, maar ook nog vele malen vaker.

En misschien een andere optie (wel een gemene, huhu) opzoeken hoeveel mensen vorig jaar op jouw school niet geslaagd zijn, en stel dat zijn er 3, dan bedenk je 'Pietje, Jantje en Truus uit mijn klas zijn slechter dan ik, dus als er van alle leerlingen ongeveer 3 niet slagen, dan zijn zij dat en niet ik'.