Scheikunde vragen.
 

Hoi allemaal,
Ik heb a.s. maandag een scheikunde schoolexamen over van alles en nog wat. Ik ben nu wat extra vragen aan het maken, maar daar kom ik niet zo goed uit. Het gaat tot nu toe om de volgende vragen:

Ionen van waterstof kunnen op twee manieren voorkomen. Het meest voorkomende waterstofion is H+. Maar ook het hydride-ion H– komt voor.
b Leg door vergelijking met een andere atoomsoort uit het Periodiek Systeem uit dat het hydride-ion kan bestaan.

-

Het element astaat is het 85e element in het Periodiek Systeem der Elementen. Astaat bevat 133 neutronen in de kern.
a Behoort astaat tot de metalen of de niet-metalen? Leg uit.
b Bestaan er van astaat positieve of negatieve ionen? Leg uit.
c Wat is de waarschijnlijkste covalentie van astaat? Leg uit.

-

Kaliumjodide is minder duur dan natriumjodide, omdat het naar verhouding minder van het dure element jood bevat. Laat dit zien aan de hand van BINAS-tabel 41 zonder een berekening te maken.

-

Bij verbranding van 6,00 g koolstof ontstaat 22,0 g koolstofdioxide.
Bereken aan de hand van dit gegeven de massaverhouding van een C-atoom en een O atoom.

----

Bij de vraag over de astaat snap ik wel dat het een niet-metaal is, maar ik zou niet weten hoe ik het moet uitleggen behalve dan te zeggen: het staat in mijn BINAS.

Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen! :)

Ik heb niet veel tijd dus ik zal je even hiermee helpen. Later kijk ik wel even naar de rest
b Leg door vergelijking met een andere atoomsoort uit het Periodiek Systeem uit dat het hydride-ion kan bestaan.Geen idee hoe je dit door een vergelijking met een ander atoom moet bepalen. Ik weet wel dat in het binnenste orbitaal twee elektronen passen en dat waterstof 1 elektron heeft. Om dat orbitaal te vullen moet het nog een elektron opnemen waardoor het dus een lading van -1 heeft.


a Behoort astaat tot de metalen of de niet-metalen? Leg uit.
Astaat staat in groep 17 en dat zijn de halogenen. Dus Astaat is geen metaal.
b Bestaan er van astaat positieve of negatieve ionen? Leg uit.
Er bestaan van astaat negatieve ionen. In het buitenste orbitaal mist het 1 elektron en als het die opneemt is het orbitaal vol en is het dus een negatief ion.
c Wat is de waarschijnlijkste covalentie van astaat? Leg uit.
Waarschijnlijke covalentie is 1. Het buitenste orbitaal kan astaat makkelijk vullen door een orbitaal te delen met een ander atoom. De andere zitten al vol dus het kan 1 binding aangaan. (net zoals koolstof 4 elektronen in de buitenste schil heeft, 8 is nodig om die te vullen en dat kan door 4 bindingen.)


Kaliumjodide is minder duur dan natriumjodide, omdat het naar verhouding minder van het dure element jood bevat. Laat dit zien aan de hand van BINAS-tabel 41 zonder een berekening te maken.
Kijk eens naar de molaire massa van kalium en natrium. Heb je dan meer kalium- of meer natriumatomen bij dezelfde massa van kaliumjodide en natriumjodide?

Bij verbranding van 6,00 g koolstof ontstaat 22,0 g koolstofdioxide.
Bereken aan de hand van dit gegeven de massaverhouding van een C-atoom en een O atoom.
Reken het eens om maar mol en bepaal dan de verhouding.