Nederlands lidwoorden
 

is er iets om makkelijk te leren welke lidwoorden bij welk woord horen? ik gebruik vaak verkeerde :$

Het bepaald lidwoord de staat altijd voor een mannelijk of een vrouwelijk woord, en het bepaald lidwoord het staat altijd voor een onzijdig woord. Het bepaald lidwoord de kan zowel in het enkelvoud als in het meervoud worden gebruikt. Het onbepaald lidwoord een kan in geschreven taal alleen in het enkelvoud worden gebruikt en kan alleen maar voor een telbaar zelfstandig naamwoord komen te staan. In de spreektaal kan een wel in het meervoud worden gebruikt, en kan het ook voor een niet-telbaar zelfstandig naamwoord komen te staan.

Misschien helpen de woorden die en dit?

die tafel = de tafel
dit potlood = het potlood

bedankt :)