![]() |
M&O inkoopprijs berekenen
Hallo,
Voor mijn examen ben ik bezig met opdrachten uit de examenbundel van M&O te maken. Ik ben bij het onderdeel financieel beleid van commerciële organisaties. En kom niet uit opdracht 2 waarbij ik een inkoopprijs moet berekenen. Opdracht: Handelsonderneming Offinga heeft zich gespecialiseerd in één soort product. Zij stelt op het eind van elk kwartaal de nieuwe verkoopprijs voor het komende kwartaal vast. Op het eind van elk kwartaal wordt ook het budgetresultaat berekend. Van Offinga zijn over het eerste kwartaal van 2007 de volgende gegevens bekend:
Bij het bepalen van de verkoopprijs van het eerste kwartaal van 2007 is Offinga uitgegaan van een nettowinstopslag van 10% van de inkoopprijs. 3.Toon met behulp van een berekening aan dat voor het eerste kwartaal van 2007 de geschatte inkoopprijs €20 per product is. Ik kom maar niet uit het antwoord, het antwoordmodel begrijp ik ook niet. Antwoord: Verwachte nettowinst = €120.000-€9.000-€81.000=€30.000 -> dit begrijp ik nog Inkoopwaarde voor 15.000 stuks is €30.000/0,1=€300.000 -> waarom delen door 10%? Inkoopprijs per product is €300.000/15.000=€20 ->Wel logisch volgens mij. Kan iemand mij uitleggen hoe ik de inkoopprijs kan bereken?? - Ruben |
Mijn M&O-docent zegt altijd: gebruik schema's. Bij deze opdracht wordt het schema als volgt:
Inkoopprijs ( = 100% ) Inkoopkosten+ Inkoopwaarde= Overheadkosten+ Kostprijs= Nettowinst+ ( = 10% ) Verkoopprijs= Je weet je nettowinst ( brutowinst - kosten ), dat is € 30.000. Per product heb je dus € 30.000/15.000 = € 2,- nettowinst. In de opdracht staat dat er wordt uitgegaan van een nettowinstopslag van 10% van de inkoopprijs. Je inkoopprijs is dus 100%, je nettowinst 10%. Wil je direct van de nettowinst naar de inkoopprijs, doe je ( beetje omslachtig ) € 2,- / 10 * 100 = € 20,-. De geschatte inkoopprijs is dus inderdaad € 20,-. |
Citaat:
Begrijp je 't op deze manier? ;) |
Bedankt voor beide reacties;)
Maar ik begrijp het nog niet:(, want er staat nettowinstopslag is 10% van de inkoopwaarde en niet nettowinst = 10% van de inkoopwaarde. @kesa Jij zei: "In de opdracht staat dat er wordt uitgegaan van een nettowinstopslag van 10% van de inkoopprijs. Je inkoopprijs is dus 100%, je nettowinst 10%." Het is dan toch zo dat inkoopprijs 100% , de nettowinstopslag is 10% en de nettowinst is 110%.. - Ruben |
Citaat:
Wanneer er van staat, is datgene wat erachter staat 100%. Als er stond 10% ván de verkoopprijs, was de nettowinst € 2,- en was de verkoopprijs € 20,-. Dat woordje 'van' bepaalt dus wat 100% is in dit geval. De nettowinstopslag is een manier om de nettowinst in je verkoopprijs mee te berekenen. Zover ik zelf in opdrachten die ik heb gemaakt heb gezien wordt de nettowinstopslag vaak in een percentage gegeven, de nettowinst zelf wat vaker in een gewoon getal. |
Maar waarom is dan die nettowinstopslag (10% van inkoopprijs) = nettowinst = €30.000??? Naar mijn mening is een nettowinstopslag toch echt iets anders dan de nettowinst
Ik heb het nog eens onder elkaar gezet van hoe ik er tegenaan kijk, misschien wordt het zo duidelijker waar ik de fout inga.:( Nettowinstopslag = 0,1 x inkoopprijs Nettowinst= inkoopprijs + nettowinstopslag 30.000=inkoopprjjs + nettowinstopslag 30.000=inkoopprijs + 0.1 x inkoopprijs 30.000= x + 0,1x 30.000 = 1,1x X = 27272,72727 |
Heb er lang naar zitten kijken, maar begrijp het nu eindelijk.. nu is er een volgende vraag bij dezelfde opdracht die ik niet begrijp: Bereken het gerealiseerde bedrijfsresultaat voor Offinga over het eerste kwartaal van 2007 met behulp van het gerealiseerde verkoopresultaat.
Gerealiseerde verkoopresultaat: 15.200(28-26)=30.400 Budgetresultaat algemene kosten: ((9.000/15.000) * 15.200) - 9.030 = 90 voordelig Budgetresultaat verkoopkosten: ((81.000/15.000) * 15200) - 82.290 = 210 nadelig Gerealiseerd bedrijfsresultaat = 30.400 + 90 - 210= 30.280 Het antwoordenboek zegt dat het budgetresultaat op verkoopkosten er niet bij hoort.. waarom niet? |
De brutowinst is 120.000. De overige kosten zijn 90.000, dus is de nettowinst 30.000. Dat snapte je nog.
Omdat die 30.000 tien procent is van de inkoop, is dus de inkoop 300.000 geweest. je doet X * 10 % = 30.000 dus is X = 300.000 Citaat:
stel ik vul de gevonden getallen in: 1. 30.000 = 0.1 x 300.000 klopt nog 2. 30.000 = 300.000 + 30.000 en dat klopt niet jouw X = inkoopprijs = 27.000 kan ook nooit: 27.000 inkoop en daar dan 30.000 nettowinst overheen doen, en dat dan 10 % noemen. |
Bedankt voor je reactie! Dit maakt het nog wat duidelijker. Ik zat helemaal verkeerd te denken. Ben er nu wel uit:D
Weet je toevallig ook wat ik fout doe bij het uitrekenen van het gerealiseerde budgetresultaat?? - Ruben |
Citaat:
Moeilijk om zo met halve info de opgave na te trekken. Waarschijnlijk heeft het hier mee te maken: Wat je doet met die 'budgetten' is een vaste, overige kostenpost 'omslaan' over de afzet. dus als je 9000 vaste kosten hebt, en je verkoopt ongeveer 15000 producten, dan komt er bij ieder product 60 cent opslag voor die vaste kosten. Als je dan eens wat meer verkoopt, hier 200 stuks, krijg je dus stiekum 200 x 60 cent extra. Dat is het budgetreslutaat. De verkoopkosten zijn wellicht toch wat meer variabel. Als je er 15200 maakt, en ook verkoopt, zou het kunnen dat je ook iets meer verkoopkosten maakt. In dat geval moet je die opslag voor verkoopkosten blijven doorberekenen. Kijk je opgave nog maar eens goed na naar woorden die op dit variabele verband kunnen duiden. |
Citaat:
- Ruben |
Ja, maar goed, dat verandert niks aan mijn antwoord.
Voor vaste kosten maak je een budget, en gaat er per verkocht product een 'bijdrage' naar het 'potje' voor vaste kosten. Stel je organiseert een klassefeestje, en de zaalhuur van 300 euro moet worden betaald. Je schat dat er 60 man komen, dus iedereen betaalt 5 euro. Als er dan 62 komen, heb je 2x5 = 10 euro 'budgetresultaat.' Je hebt gebudgetteerd op 5 euro, maar het had ietsje minder mogen zijn. Het feit dat het antwoordenboek geen budgetresultaat uitrekent, geeft aan dat zij er niet van uitgaan dat het vaste kosten zijn. Het is geen kwestie van goed of fout, het is een kwestie van een afspraak 'hier doen wij dat zo' En misschien is hier ook wel in het door jouw gehanteerde leerboek. Wat ook kan, en dat realiseer ik mij nu pas, is dit: er wordt een onderscheid gemaakt in het 'productiebedrijf' en het verkoopbedrijf. Het eerste behaalt bedrijfsresultaat, het tweede een verkoopresultaat. |
Oké, het gaat mij er nu eigenlijk meer om hoe ik dat had kunnen weten zonder het antwoordenboek te raadplegen, aangezien ik dit straks ook op mijn examen moet kunnen toepassen. Of was mijn antwoord dan ook goed geweest omdat er bepaalde gegevens niet zijn gegeven?
|
Ik heb het nog eens uitvoerig voor je bekeken, want het hield me bezig.
Ik keek o.a. op: Citaat:
'het (nacalculatorisch) bedrijfsresultaat wordt gesplitst in een verkoopresultaat en een budgetresultaat." Ondanks dat het (misschien wel)vaste verkoopkosten betreft, lijkt het me toch dat de afwijkingen die je binnen verkoop boekt ten opzichte van de verwachtingen geboekt worden op het verkoopresultaat, en niet op 'budgetresultaat.' Daarom hoort het er niet bij. |
Ooo.. dus de verkoopkosten zijn al bij het verkoopresultaat inberekend en als ik dan ook nog het budgetresultaat op de verkoopkosten optel bij/in mindering breng van het verkoopresultaat dan doe ik het dubbel. Ik hoop dat ik het zo goed heb begrepen.
Bedankt voor de hulp!!!! :D:) - Ruben |
Gerealiseerde verkoopresultaat:
15.200(28-26)=30.400 Hoe kom je aan de gerealiseerde verkoopprijs? Ik kom uit op 24,59 berekend op analoge wijze van gebudgetteerde verkoopprijs. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 04:31. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.