Zuren en basen
 

Ik heb een paar vragen over zuren en basen, vind dit hoofdstuk nogal verwarrend en moeilijk te begrijpen.

1: HNO3 is een moleculaire stof, maar in de zuur base vergelijking valt hij uiteen in H+ (Aq) en NO3- (Aq)
moleculaire stoffen vallen toch niet uiteen in water, dus zou de reactie eigenlijk HNO3(Aq) moeten zijn, dit begrijp ik dus niet, het is ook zo bij bijvoorbeeld NH3(Aq), dat valt ook niet uiteen in N- en H3-(aq) bij wijze van spreken, omdat het een moleculaire stof is.

2:Zuur base vergelijking: CaCO3 (s) + 2H+ (Aq) ------>Ca2+(aq) +CO2(g) +H20 (L)
CaCO3 lost niet op in water maar toch krijg je Ca+ en CO3 2-(AQ) en dat resulteert opeens Ca2+ + CO2 + H20
Maar als de base C03 2- een H+ Opneemt zou het toch HC03- Worden? waar komen die CO2 En H20 vandaan?.

ik zou graag van iemand hier een duidelijk uitleg over willen krijgen, eigenlijk over dit heel zuren en basen hoofdstuk en zuren en basen die met elkaar reageren, want ik kom er niet echt uit, ook via Google niet

Sterke zuren en sterke basen splitsen bij oplossen in water volledig in ionen. HNO₃ is een sterk zuur en splitst in water in H⁺- en NO₃^--ionen. NH₃ is een zwakke base die in water gedeeltelijk in ionen wordt gesplitst volgens de reactie NH₃(aq)↔NH₄⁺(aq)+OH^-(aq). CaCO₃ reageert met een zuur volgens de reactie
CaCO₃(s)+2H⁺(aq)→Ca²⁺(aq)+CO₂(g)+H₂O(l).

Er zijn twee belangrijke definities die van Bronsted/Lowry en Lewis. De Bronsted/Lowry definitie stelt dat een zuur een protondoner is en een base een protonacceptor, in diezelfde volgorde onstaat er als restproduct een geconjugeerde base(bij een zuur) en een geconjugeerde zuur(bij een base). De definitie van Lewis is een toevoeging op de bronsted/lowry theorie en stelt dat een zuur een elektronenpaar ontvangt en de base de elektronenpaar geeft. Om te begrijpen hoe dat overdragen precies gaat moet je kennis hebben van quantummechanica, dat is hierin niet echt ter zake doende.

Bij de eerste reactie is het oplosmiddel water, water is een amfolyt en kan zich zowel als een base als een zuur gedragen,in aanwezigheid van een zuur gedraagt het zich als base.HNO3 doneert de proton aan water waarbij er H3O+ (ook wel genoteerd als H+) onstaat.

Bij de tweede reactie moet je beseffen dat je 2H+ staat voor 2H3O+, het calciumcarbonaat wordt dus in een zure omgeving gebracht. Je kunt de reactie in twee stappen onderverdelen.

Eerste stap: CO3^2- +H3O+ --> HCO3- + H2O
vervolgens reageert de geconjugeerde base weer met H3O+
Tweede stap: HCO3- + H3O+ --> CO2 + H2O
De calcium ionen doen niet mee in de reactie en kan je dus weg laten. Om de tweede stap te begrijpen moet je de structuren van de begin producten tekenen, CO3^2- is stabiel door conjugatie, de opname van een proton maakt het minder stabiel, door nog een proton op te nemen en vervolgens H2O af te scheiden wordt het weer stabieler.