Iemand hulpjes bij Nederlands tekstverklaren?
 

Hai,

Ik ben druk met m'n Nederlands tekstverklaren bezig, maar 't wil niet echt lukken. Heeft iemand aanwijzingen om de volgende dingen te vinden:

1. Het onderwerp
2. Wat is de inleiding?
3. Wat is het slot?
4. Welk kopje past boven welke alinea?
5. Wat is de functie van de alinea(aanleiding, begripsomschrijving, probleemschets, standpunt etc.)

Zijn wel elke keer dingen die terugkomen en zorgen voor de problemen.
Ik hoop dat er iemand de gouden tip(s) voor mij heeft!

1. Onderwerp = waar de tekst over gaat in zo weinig mogelijk woorden ( ongeveer 2 of 3), vaak wordt het onderwerp genoemd in de inleiding.

2. De inleiding kan veel verschillende functies hebben. Vaak wordt het onderwerp of de stelling of de hoofdgedachte genoemd.
Soms geeft de inleiding een anekdote (kort verhaaltje) of de aanleiding van de tekst. Ik herken de inleiding vaak door te kijken waar het eerste deelonderwerp begint. Daar eindigt de inleiding.

3. Het slot geeft een samenvatting of conclusie. Let hierbij goed op signaalwoorden als: kortom en dus. Ook hierbij is het soms makkelijker om te kijken naar de deelonderwerpen. Waar het laatste deelonderwerp eindigt, begint het slot.

4. Die kopjes vind ik ook altijd lastig. Het helpt om goed te kijken wat de deelonderwerpen van de alinea's zijn en daar de kopjes bij te zoeken. De deelonderwerpen kun je meestal vinden in de kernzin, die vaak de eerste zin van de alinea is (soms de laatste).

5. Bij functies van alinea's moet je ook goed kijken naar signaalwoorden. Ik zal ze niet allemaal noemen. Waarschijnlijk staat er in je boek wel ergens een schema met signaalwoorden en functies of verbanden. Leer die goed uit je hoofd! Dit scheelt een hoop.

Ik hoop dat je hiermee verder komt.

Helemaal top Marie Claire! Alles op een rijtje en duidelijk! Bedankt voor de goede tips!
Groetjes