![]() |
Nederlands gedicht
Hallo.
Dit is mijn gedicht: De roversbende, Hans van Straten (1923) Vaak trokken wij met onze roversbende op woensdagmiddagen de polder in; kruistochten naar het eeuwig onbekende, achter de dijk, achter de grijze kim - Wij droegen touwen, riemen, houten sabels, bouwden een fort van klei en zoden gras; geloofden grif de vlot verzonnen fabels over een vijand die in aantocht was, maar die niet kwam en nimmer is gekomen, hoe we ook op onze uitkijkpost, de hand aan het voorhoofd, de omgeving afzochten. Maar nog kan ik, weer thuis, soms nachten dromen, van eindeloze onderzoekingstochten in onbekend gebleven polderland. -------------------- Maar ik heb hier een paar vragen over, dingen die ik zelf dus niet snap: In regel 4 staat: Achter de grijze kim. Wat is 'de grijze kim'? Is dit beeldspraak? En verder moet ik beantwoorden, voor de opdracht die ik erbij heb gekregen, in welke Stijl dit is geschreven. Er staat bij dat dit (als voorbeeld) kan zijn: Humor, overdrijving, retorische vragen, ouderwets, paradox .. Echter, volgens mij heeft dit gedicht niet echt een kenmerkende stijl, toch? Of juist wel? Waar zie je dat aan? Alvast heel erg bedankt voor het beantwoorden van mijn vragen! Groetjes, Wouter |
Zoek even op wat kim betekent. Dan kom je erachter dat het o.a. horizon betekent. Er wordt hier dus gezegd dat mensen de polder intrekken, naar het 'eeuwige onbekende' 'achter de dijken, achter de grijze kim'. Er wordt dus zoveel gezegd als: we gaan heel ver weg de polder in, helemaal tot achter de dijken en tot achter de grijze kim. Als je kim hier leest als horizon, dan gaan mensen dus tot áchter de horizon. En grijze slaat dan op de kleur van de horizon - grijs doet me hiermee denken aan grauwe en bewolkte luchten. Klinkt erg Nederlands in combinatie met de dijken. :P
Ik weet niet precies hoe ik de stijl zou moeten benoemen. Maar misschien is het handig om te bedenken waarover dit gedicht gaat. Over wie gaat dit? Is het echt een roversbende? Gaat het over criminelen? Wie is de ik-persoon? Hoe oud is deze/wat voor leefwereld heeft diegene? Oftewel: waar gaat het gedicht precies over? |
Em., allereest heel erg bedankt voor je snelle reactie en voor je hulp!
En dan is het toch een beeldspraak, want je kunt helemaal niet achter de grijze horizon gaat. Maar hij bedoelt dat hij heel ver het land in gaat. Het gedicht gaat over dat toen ze jong waren, speelden ze vaak met zijn allen buiten. Waar ze deden alsof ze een roversbende waren. Ze verzonnen hele verhalen, waarin ze helemaal diep op ingingen. Het was natuurlijk allemaal verzonnen en de vijand die kwam dus nooit. De herinneringen aan deze mooie tijd komen soms terug. Hij droomt dan over de goede oude tijd die hij als kind beleefde. De ik-persoon is een volwassene, die dus terugkijkt naar die mooie tijd. Wat bedoel je met deze vraag: "Hoe oud is deze/wat voor leefwereld heeft diegene?" Maar dit zegt alleen iets waar het gedicht over gaat, niets over de stijl. Sorry voor de gebrekkige informatie die ik geef, maar dit is ook het enige wat ik heb :confused: |
Dat lijkt me inderdaad het idee van het gedicht. :Y Ik bedoelde die vragen ook niet over de stijl, maar het leek me dat je het gedicht heel anders zou beoordelen als je dacht dat het letterlijk over een roversbende (en dus niet over spelende jongetjes) ging. Dan kwam je uit bij dingen als avontuur en volksliefde en nationalisme, denk ik, en niet bij nostalgie. Dus in het rijtje van 'humor, retorische vragen' en dat soort dingen zou ik gokken op zoiets, als 'nostalgie'. En puur gelet op de schrijfstijl zou ik eerder zeggen dat ik het een simpele (in de zin van 'makkelijk te begrijpen') schrijfstijl vind. En de rijm valt me ook heel erg op, maar goed, ik weet nooit zo goed hoe je stijl in moet delen onder namen enzo, dus ik weet ook niet of dat soort antwoorden dan kloppen. :O
|
Uiteraard weet ik waar het gedicht overgaat! (y) hmm, nostalgie is inderdaad wel een goede, maar is dat niet het thema van dit gedicht? Ik vind het echt vet lastig. Ik ga het morgen even na vragen bij mijn docente, hoewel ze waarschijnlijk geen antwoord zal geven. (Ik heb de opdracht gegeven daar staat alles in)
De rijm valt mij ook op, dat heb ik ook al uitgewerkt in een apart kopje: 2.3 Rijm Vaak trokken wij met onze roversbende A op woensdagmiddagen de polder in; B kruistochten naar het eeuwig onbekende, A achter de dijk, achter de grijze kim - B Het rijmschema is het hele gedicht hetzelfde, het blijft dus abab. Dat heet ook wel gekruist rijm. Heel erg bedankt voor je hulp! :) |
Ik zie trouwen (nu pas, wat slecht :D (n)) dat het zelfs een bepaalde vorm is. Je rijmschema is ook niet overal gekruist, kijk maar naar de laatste twee strofes. Weet je toevallig ook welke vorm het is? (En er moeten geen enters in de eerste strofe daarvoor, die staan er sowieso gek, maar ik neem aan dat dat een overtyp/kopieerfout is).
|
maar die niet kwam en nimmer is gekomen, A
hoe we ook op onze uitkijkpost, de hand B aan het voorhoofd, de omgeving afzochten. C Maar nog kan ik, weer thuis, soms nachten dromen, A van eindeloze onderzoekingstochten C in onbekend gebleven polderland. B Volgens mij is dit gebroken rijm? Wel een dikke faal dat ik niet hebt gezien dat ie dus halverwege het gedicht anders is. (welke enters bedoel je? Ik heb dit gedicht in een word docu zo gekregen, ik heb het origineel niet gezien) |
Nee, ik doelde echt op een specifieke vorm. Het is namelijk een sonnet. ;)
Ik bedoel dat de eerste vier regels allemaal enters ertussen hebben, het lijkt me dat dat gewoon achter elkaar moet staan. Dus dat ie eruit moet zien als: De roversbende, Hans van Straten (1923) Vaak trokken wij met onze roversbende op woensdagmiddagen de polder in; kruistochten naar het eeuwig onbekende, achter de dijk, achter de grijze kim - Wij droegen touwen, riemen, houten sabels, bouwden een fort van klei en zoden gras; geloofden grif de vlot verzonnen fabels over een vijand die in aantocht was, maar die niet kwam en nimmer is gekomen, hoe we ook op onze uitkijkpost, de hand aan het voorhoofd, de omgeving afzochten. Maar nog kan ik, weer thuis, soms nachten dromen, van eindeloze onderzoekingstochten in onbekend gebleven polderland. |
Dat ziet er inderdaad wel logischer uit, ik ga het origineel even opzoeken ;)
Wij hebben nog geen specifieke vormen gehad, dus ook niet de sonnet. Maar ik ga het er inderdaad wel bijzetten, dat is alleen maar beter ;) Dankjewel! |
Ik heb de opdracht inmiddels af en ik denk dat hij wel goed is gelukt. Dankjewel Em!
|
Ik moet een gedicht analyseren, zouden jullie mij hiermee kunnen helpen? Wat voor rijm komt hier in voor en wat kunnen jullie mij nog meer vertellen over dit gedicht?? Alvast bedankt!!
ZO GAAT DE WERELD Toen zij begraven werd, Toen was ’t als zou zijn hert Van smarte breken. Hij knielde bij het graf En wilde er niet af – Daar hielp geen smeken. En daaglijks keerde hij Naar ’t kerkhof, weende bij De groene zode, Waar hij met eigene hand Een kruis had op geplant Ter eer der dode. Een jaar verliep, en nu – O wis die traan, die u In de ogen perelt – Mint hij ene andere vrouw, En zweert haar eeuwige trouw… Zo gaat de wereld |
Emmetje, ik had een 7.5! Thanks!
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 07:45. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.