2 nederlandse zinnen nakijken.
 

Kan iemand mij misschien helpen met deze 2 opeenvolgende zinnen? kep 2 verschillende versies.

"Uniformen kunnen de schoolomgeving verbeteren, wat leidt tot beter gedrag en betere cijfers van de scholieren. Zonder de afleiding van wat alle andere scholieren dragen, vinden scholieren het gemakkelijker om zich te concentreren."

of

"Uniformen kunnen de schoolomgeving verbeteren, wat leidt tot beter gedrag en betere cijfers van de scholieren. Scholieren vinden het gemakkelijker om zich te concentreren, zonder de afleiding van wat alle andere scholieren dragen."

Vraag:
1.welke versie is beter?
2. Is "wat" in de 1e zin wel goed? Klinkt "dit" niet beter?
3. Staan er misschien te veel "scholieren" in de 2e zin? Moet het veranderd worden in "ze"? Zoja, welke?

Alvast bedankt,

Persoonlijk zou ik de structuur omgooien:

"Het invoeren van de verplichting om op school een uniform te dragen, zou de schoolomgeving kunnen verbeteren. Scholieren zouden dan namelijk niet meer kunnen worden afgeleid door de diverse outfits van hun klasgenoten. Dit leidt tot een betere concentratie op de leerstof en dit heeft weer positief invloed op hun gedrag in de klas en hun studieprestaties."

verwijzend voornaamwoord.
In zin 2 kun je de eerste scholieren laten staan, de tweede door 'zij vervangen (slechts gescheiden door de punt staat het tweemaal achter elkaar), en de derde keer zou ik 'van wat anderen dragen' schrijven.
verder zijn zin 1 of 2 wat mij betreft even goed.
Het namelijk van AzN vind ik niet nodig hier.