De toets kan vrij pittig zijn als je een lange tijd geen rekenen/wiskunde en Nederlands heb gehad.

Voor een van de taal opleiding ging het om:
Woordenlijst
Deze test meet de woordenschat; de mate waarin men de betekenis van Nederlandse woorden kent. Een grote woordenschat vergemakkelijkt het kennis nemen van informatie op allerlei gebied en het verbaliseren van het denkproces. Deze kennis is vooral van belang bij de taalvakken, maar ook bij de zaakvakken en het bestuderen van theorie.

Woordbeeld
Deze test meet het vermogen om spellingsregels correct toe te passen. De spellingvaardigheid is van belang voor de schriftelijke taalbeheersing en is medebepalend voor de prestaties bij Nederlands, moderne en klassieke talen.

Zinnen/Taalgebruik -> grammatica en spelling
Deze test meet het vermogen om fouten te herkennen in stukken tekst. Het gaat hier om kennis van en gevoel voor zinsconstructie en taalgevoel. De vermogen om te formuleren is van belang bij Nederlands en de moderne talen en bijvoorbeeld geschiedenis.

Analogieën/Denken met woorden
Deze meet het vermogen om relaties tussen woorden te herkennen. Het gat hier om het kunnen redeneren met begrippen, het verbaal abstractievermogen en constructief denken. Dit inzicht is voor vrijwel alle vakken van belang.

Figuren reeksen/Denken met figuren
Deze test meet het vermogen om ideeën te begrijpen die niet in woorden of getallen worden weergegeven. Het gaat hier om het abstract redeneervermogen, abstractievermogen, analytisch denken. Dit systeeminzicht is in alle exacte vakken van belang.

Ruimtelijk inzicht
Deze test meet het ruimtelijk voorstellingsvermogen. Het gaat hier om de vaardigheid zich tweedimensionale afbeeldingen te kunnen voorstellen als ruimtelijke objecten en doet een beroep op mentale manipulatie.

Technisch inzicht --> deze was specifiek voor een opleiding dacht ik en kan hier niks over zeggen.

Rekenvaardigheid/Denken met getallen/Rekenkundig inzicht
Deze test meet het vermogen om diverse rekenkundige taken uit te voeren. Het gaat hier om inzicht in rekenkundige relaties, om de routinematige vaardigheid in het werken met getallen en om het beheersen van rekenkundige bewerkingen. Deze rekenvaardigheid is van belang bij alle vakken waarbij berekening gemaakt moeten worden, zoals wiskunde, economie en natuurkunde.

Snelheid en nauwkeurigheid > dit is geldt voor de gehele test.
Dit is afkomstig van mijn test van vorig jaar. De test wordt tevens uitgevoerd door een extern bedrijf genaamd 'Profiel ASL'