![]() |
Hulp nodig Bij Nederlands..
Heey Hoi,
Ik zit de hele avond hier al naar te kijken maar toch weet ik niet wat ik fout doe..... Is er hier iemand die kan helpen misschien ?? 1. De moeder van mijn vriendin is onlangs hertrouwd. De moeder van mijn vriendin – Onderwerp Is onlangs hertrouwd – Naamwoordelijk Gezegde Is – Werkwoordelijk deel Onlangs hertrouwd – Naamwoordelijk deel Onlangs – Zinsdeelstuk – bijwoordelijke bepaling bij Hertrouwd. 2. Eilat, een Israëlische badplaats, was behoorlijk populair. Eilat, een Israëlische badplaats – Onderwerp Was behoorlijk populair – Naamwoordelijk gezegde Was – werkwoordelijk deel Behoorlijk populair – Naamwoordelijk deel Een Israëlisch badplaats – bijstelling Behoorlijk – Zinsdeelstuk – bijvoeglijke bepaling bij badplaats. 3. Wanneer heeft hij je die ring gegeven ? Hij – Onderwerp Heeft gegeven – Werkwoordelijk gezegde Die mooie ring – Lijdend voorwerp Wanneer – Meewerkend voorwerp Je – bijwoordelijke bepaling 4. Wat eten we vanavond ? We – Onderwerp Eten – Werkwoordelijk gezegde Wat – Lijdend voorwerp Vanavond – Meewerkend voorwerp 5. De drukte in deze gloed nieuwe disco is enorm. In deze gloed nieuwe disco – Onderwerp Is enorm – Naamwoordelijk gezegde Is – Werkwoordelijk deel Enorm – Naamwoordelijk gezegde De drukte – Lijdend voorwerp |
De opdracht is : Ontleed de zinnen inclusief de zinsdeel stukken.
|
Wat mij deze keer opviel:
Belangrijk: als er een koppelwoord in de zin zit, zit er ook een naamwoordelijk deel in de zin. Als er geen koppelwoord in de zin zit, dan zit er ook geen naamwoordelijke deel in de zin. Zin 1: Is hertrouwd: gezegde (“is” is hulpwerkwoord (voor de voltooid tegenwoordige tijd) en geen koppelwerkwoord hier) Onderwerp: de moeder van mijn vriendin Onlangs: bijvoeglijke bepaling. Zin 2: “Behoorlijk” is een bijwoord bij het bijvoeglijke naamwoord “populair”. Zin 3: Het gezegde: heeft gegeven Onderwerp: hij Lijdend voorwerp: die mooie ring Meewerkend voorwerp (aan wie heeft hij die mooie ring gegeven?): je Wanneer: bijwoordelijke bepaling Zin 4: vanavond: bijwoordelijke bepaling Zin 5: opm. bij een naamwoordelijk gezegde staat er (normaal gesproken) GEEN lijdend voorwerp De gedachtegang moet zo zijn: Wat is het werkwoord? ant: is. Wat voor werkwoord is dit hier? Ant: koppelwerkwoord, dus er is sprake van een naamwoordelijk gezegde waar ook een naamwoordelijk deel bij hoort. Wat is het onderwerp? (Wat is (enorm)?) Ant: De drukte in deze gloednieuwe disco. Wat is het naamwoordelijk deel van het gezegd? (Wat is de drukte?): enorm Dan krijg je dus: Naamwoordelijk gezegde: is enorm Werkwoordelijk deel: is Naamwoordelijke deel: enorm Onderwerp: De drukte in deze gloednieuwe disco (“in deze gloednieuwe disco” is een bijvoeglijke bepaling bij het zelfstandig naamwoord “drukte”). |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 02:06. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.