![]() |
Kansen berekenen, IK KOM ER NIET UIT!?
In een vaas zitten 5 groene en 3 blauwe knikkers. Miep pakt 1 voor 1 knikkers uit de vaas.
Zij gaat daarmee door totdat ze een blauwe knikker heeft. Bereken de kans dat Miep a. 2 knikkers pakt; b. 4 keer een knikker pakt. Help, ik kom hier niet uit!! |
Iemand die het weet?? Ik snap het niet meer, aub help.
|
Serieus? Ok.
2 knikkers pakken betekent eerst een groene en dan een blauwe (want bij een blauwe stopt ze). De kans is dus 5/8 * 3/7 = 15/56. 5/8 is de kans dat ze een groene knikker pakt (immers, 5 groene van de 8 totaal) en 3/7 is de kans dat ze een blauwe pakt (immers, 3 groene van de totaal 7 knikkers (want er was al een blauwe uitgepakt)). Probeer nu zelf vraag b. |
.
|
Citaat:
|
Uhmmm... bij die laatste regel heb je de kleuren verwissel.
|
ja, je moet het problem uit elkaar trekken.
eerst een groene => kans is 5/8 dan een blauwe => kans op dat moment = 3/7 en om daar te komen moet je én eerst groen én daarna blauw trekken. kansen vermenigvuldigen dus. Teken anders een kansboom om het beter voor je te zien.! of zie het als een quizmaster: je moet eerst de eerste ronde door zien te komen. En in de tweede ronde volgt weer een kansenspel |
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 05:04. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.