Bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
 

Als je iets in het Nederlands wil zeggen, gebruik je regelmatig bijwoorden en bijv. naamwoorden door elkaar zonder het door te hebben. In andere talen verschillen deze woorden vaak in vorm, en moet je dus ofwel aanvoelen of weten wanneer je de een en wanneer de ander gebruikt.

Ik weet nog dat een bijvoeglijk naamwoord iets over een zelfst. nw. zegt, en een bijwoord over een werkwoord en dat biedt wel uitkomst in de meeste twijfelgevallen. Ik zie of voel het onderscheid echter niet altijd aan, is er een regel om ze uit elkaar te houden? En hoe zie je dat snel, kun je het één misschien door iets vervangen?

Voorbeelden van zinnen waar ik het onderscheid niet zo kan maken, het woord waar het om gaat staat tussen aanhalingstekens:

Ik snap daar 'weinig' van.
Ik spreek het matig, maar ik begrijp al 'veel'.
Is het 'moeilijk' een bonsai te verzorgen?
Het is hier erg 'aangenaam'.
Vandaag is het 'koud'.
Ik heb 'weinig' te doen volgend weekend.
Ik heb 'weinig' werk op het moment.

Alvast veel dank :)

Ik zou zeggen dat een bijvoegelijk naamwoord direct verbonden moet zijn aan een zelfstandig naamwoord, zodat je bij ontleden dat deel bij elkaar houdt. Je laatste twee voorbeelden zijn daarom denk ik sprekend:

Ik // heb // weinig // te doen // volgend weekend.

Ik // heb // weinig werk // op het moment.

Onzetaal zegt:

"Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. ", "Bijwoorden zijn woorden die een zelfstandig naamwoord, een werkwoord of een ander bijwoord nader bepalen, dat wil zeggen dat ze meer informatie geven over het woord waar ze bij horen."

De ellende ontstaat naar mijn idee wanneer een bijwoord bij het bijvoegelijk naamwoord staat en dat gaat beïnvloeden, zoals "Dat is een betrekkelijk eenvoudig examen.", waarbij een bijvoegelijk naamwoord als bijwoord gebruikt wordt.

Ik hoop dat dit je al op weg helpt!

Ooh, streepjes zetten! Ja dat helpt zeker, heel erg bedankt en ook voor je linkjes (y) Een bijwoord bij een bijvoeglijk naamwoord is juist niet het probleem, gelukkig.

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, bijvoegelijk naamwoord of een ander bijwoord. Helpt dit?

Bijwoorden kunnen ook iets zeggen over zelfstandige naamwoorden of andere zinsdelen. Ik denk dat je over het algemeen wel gelijk hebt, maar dat er ook uitzonderingen zijn.