![]() |
Reactiewarmte
- 0.25 M NaCI-oplossing
- 0.25 M AgNO3-oplossing - temperatuur 1: 21.0 C - temperatuur 2: 23.0 C wanneer je de 2 oplossing bijelkaar doet a: Geef de vergelijking van de opgetreden reactie (dit is gewoon kwestie van binas gebruikte), hier ontstaat zilverchloride. b: Bereken de reactiewarmte per mol gevormde AgCI Daar krijg ik dus een ander antwoord dan het uitwerkingenboek.....Er is 5 mmol Ag en 5 mmol CI, dus 5 mmol zilverchloride. De formule voor de warmte Q = Cw * m * delta T Zij gebruiken voor m, 40g, maar dat snap ik dus niet. Kan iemand dat uitleggen? Ik kom namelijk op een ander getal uit. Is het de bedoeling om de aanwezige mol Ag om te zetten in gram en dat ook voor CI? Dus (5 mmol * atom.massa Ag) + (5 mmol * atom.massa CI)? Of simpelweg 5 mmol * atom.massa AgCI? Dan kom ik alsnog niet uit op 40g. |
Volgens mij heb je over een begingegeven heengelezen. Je hebt alleen de concentraties van de oplossingen staan, en niet de hoeveelheid.
0.25M NaCl betekend dat het 0,25 mol per liter is. Het is alleen niet duidelijk of je 1,0 ml, 20 ml of 500 liter hebt. Aan het antwoord van vraag b is wel af te leiden dat de totaal-massa van al het water waar de reactie in plaatsvind 40 gram is. Dit is dus niet de massa van de deeltjes die reageren, want die is bij deze concentraties verwaarloosbaar klein (op middelbaar-school-niveau). Kun je hier al wat mee? |
AH, nu snap ik hoe ze aan die verdomde 40 gram komen. Ik dacht echt dat je de massa van de deeltjes moest nemen....
Ik snap hem, bedankt! Kun je misschien dit vraagstuk ook uitleggen? Ik zal eerst een ander vraagstuk opnoemen, want dit is relevant voor de redenatie die ik gebruik bij de vraagstuk die ik niet snap: Citaat:
H+ conentratie is 3.16 * 10^-5 M in 1 liter is dus 3.16 * 10^-5 mol aanwezig. Voor de neutralisatie heb ik dat dus nodig. M H+/ 0.10 = 0.316 mL 0.316/0.1 = 6.3 druppels. Akkoord. Nu de vraagstuk die mij erg frustreert: Citaat:
OH concentratie nodig: 10^-0.7 Dat vermenigvuldigen met 400 geeft x en x gedeeld door 0.1 geeft het antwoord. Echter is de redenatie hier fout. WAAROM? Men wilt toch de ph doen verlagen? Je hebt dan een verschil van 0.7 nodig??? |
En de volgende:
Citaat:
Bedankt voor jullie geduld:(.... |
Heb nu even te weinig tijd voor je 2e post te beantwoorden, maar op je 3e post is het antwoord simpel.
H+ is een afkorting van H3O+ H+ komt namelijk eigenlijk vrijwel nergens zo voor, en zeker niet opgelost in water. Alleen voor een hoop reactievergelijkingen is het gewoon fijn om het water even weg te laten, zodat je bijv. als waterevenwicht opschrijft: H+ + OH- <=> H2O in plaats van: H3O+ + OH- <=> 2 H2O |
Bedankt 4beta! Ik snap die andere nu ook. Het is eerst de molariteit berekenen en dan pas denken aan aftrekken. Is wel logisch aangezien je -log(h/oh) niet gebruikt om deltaPH o.i.d. te berekenen.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 04:02. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.