Isomerie
 

Kan iemand uitleggen waarom 2 butanol spiegelisomerie vertoont?

Omdat 2-butanol een koolstofatoom heeft met vier verschillende groepen. Wanneer je dat ruimtelijk voor je ziet en je draait twee groepen om, heb je twee stofjes die niet hetzelfde zijn, die je niet door het zo te draaien precies hetzelfde krijgt. Het ene stofje is het spiegelbeeld van het andere stofje.

Ik snap hem.

Nu vraag ik dit af: je hebt van cis-2-chloor-1-cyclobutanol een spiegelbeeld. Bij het oorspronkelijke molecuul zet je dus OH op plek 1 en chloor op plek 2. Maakt dit wat uit waar je met 1 begint, want het spiegelbeeld is dan 3 chloor en 4 butanol als je de plekken op een vaste positie hebt. Ik hoop dat ik het duidelijk verwoord heb..

Hoe kan ik hier een foto plaatsen btw?

Het meest handig is om de volgende site te gebruiken:

http://imgur.com/

Dat maakt niet zoveel uit, want het is tenslotte een ring. Je geeft hier eigenlijk alleen maar aan dat aan het ene C-atoom een OH zit en aan het eerstvolgende C-atoom in de ring een Cl-atoom.

Ok, duidelijk.

Ik ben nu weer even dit onderwerp aan het herhalen en ik snap weer iets niet.

Je hebt 2,3-dichloorbutaan en er zijn 3 stereo-isomeren, en 2 asymmetrische *C atomen.

Als ik dan die structuurformule teken zie je dus 2 keer een C atoom die gebonden is aan een Cl, een H.. maar wat maak ik van die andere twee die CH3, en een C met de de andere Cl en een H want als je de H's en Cl niet bij de C atoom optelt is het centrale C atoom gebonden aan 2 andere C's .. hoe moet ik dit aanpakken?

bvd

Wat is precies de vraag die je moet beantwoorden?

Je moest verklaren waarom 2,3-dichloorbutaan 3 stereo-isomeren heeft en niet 4. Ik snap wel waarom dat is, omdat 1 van die isomeren een inwendig spiegelvlak heeft. Maar je hebt 2 *C (assymmetrische C).. maar ik snap ff niet waarom er 4 verschillende omringenen zijn bij die formule omdat er 2 C atomen aan het centrale C atoom zitten. Of moet je dan C H en Cl bij elkaar als 1 omringing zien?

Ik hoop dat het een beetje duidelijk is wat ik bedoel :P

Sorry, het is niet echt heel duidelijk :p Je begrijpt wel waarom die twee C-atomen assymetrisch zijn? Zoja, dan snap ik je vraag niet.

Ik snap dat als er twee assymmetrische c atomen zijn, er 4 isomeren zijn. In dit geval 3 omdat er in een van de isomeren een inwendig spiegelvlak aanwezig is.

Maar ik snap niet waarom je assymmetrische c atomen hebt in het bovengenoemde molecuul.. omdat er aan het centrale c atoom altijd 2 andere C's zitten...

Ik zal proberen te beschrijven waarom er twee assymetrische C-atomen in dat molecuul zijn.

Het eerste C-atoom zit vast aan de volgende groepen: H, H, H, C3Cl2H5. Dit is dus geen assymetrisch C-atoom, want niet alle groepen zijn verschillend.
Het tweede C-atoom zit vast aan de volgende groepen: H, CH3, Cl, C2ClH4. Alle groepen zijn verschillend, dus dit is een assymetrisch C-atoom.
Het derde C-atoom zit vast aan de volgende groepen: H, CH3, Cl, C2CLH4. Alle groepen zijn verschillend, dus dit is een assymetrisch C-atoom.
Het vierde C-atoom zit vast aan de volgende groepen: H, H, H, C3Cl2H5. Dit is geen assymetrisch C-atoom, want niet alle groepen zijn verschillend.

Het blijkt dus dat de middelste twee C-atomen assymetrisch zijn.