Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Huiswerkvragen: Exacte vakken (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=17)
-   -   [BIO] Pittige kruisingsvraag (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1870482)

Starbucks- 03-12-2012 19:26

Pittige kruisingsvraag
 
Ik heb wat problemen met een opgave over kruisingen. Kan iemand mij helpen?

1: Bij bananenvliegjes wordt de oogkleur onder andere bepaald door een X-chromosomaal gen. Het allel voor rode oogkleur is dominant over het allen voor witte oogkleur.

Een vrouwtje met witte ogen wordt gekruist met een mannetje met rode ogen (P-generatie). De F1-dieren die uit deze kruising ontstaan, paren onderling. Hieruit ontstaat de F2.

Ook de dieren uit de F2-generatie paren onderling. Hieruit ontstaat de F3. De dieren hebben geen voorkeur voor bepaalde partners. Alle paringen leveren een groot aantal aantal nakomelingen. Welke fenotypen komen voor in de F3 en in welke verhouding?


Pfff, ik weet alleen hoe ik bij de F1 moet beginnen. Maar wat erna komt, ik heb geen idee.

Het enige wat ik kan ontcijferen is het volgende:

Gameten uit de P-generatie: Xw of Xw ( = 1 en dezelfde gameet - kleine w trouwens).
Bij het mannetje: XR of Y

Nu kunnen in de F1 generatie de volgende genotypen voorkomen:

XwX + XwXw + Xw Y

En hierna weet ik het even niet meer -O-
Deze generatie kruist ook, hierin kunnen 3 x 2 = 6 gameten deelnemen aan een nieuwe rangschikking toch? Of heb ik de mogelijke combinaties van de F1 niet allemaal?

Em. 03-12-2012 19:44

Het vrouwtje heeft witte ogen, en dus (ik ga even heel lui dingen opschrijven dus 'W'=XW en w=Xw en Y=Y :bloos:) ww, het mannetje WY.

Als je dit in een kruisingsschema zet krijg je:

 w w
W Ww Ww
Y Yw Yw

Dus de helft van F1 heeft Ww en de andere helft WY (in verhouding 1:1)

Nu is Ww een vrouwtje en WY een mannetje, want twee X-en (ik was lui enzo, dus een w of W is altijd een X-chromosoom en Y = Y) en dieren hebben de neiging dat ze meestal alleen kindjes krijgen als je een mannetje en een vrouwtje kruist, dus in dit geval kun je alleen Ww en WY kruizen. Kruisingsschema voor F1 wordt dus:

 W w
W WW Ww
Y YW Yw

En dan zie je dus dat je in de F2 het volgende vindt: WW : Ww : YW : Yw in de verhouding 1 : 1 : 1 : 1

En hier wordt je kruisingsschema ineens ingewikkelder. Maar we moeten geen vrouwtjes met vrouwtjes kruizen en geen mannetjes met mannetjes, dus we zetten de vrouwtjes opnieuw op de horizontale, eh ja, hoe heet dat bij een tabel? Zolang je in je tabel maar dezelfde verhouding genen doet als in je F2, maar gelukkig is hier hier allemaal 1 : 1 dus kun je elk gendingetje gewoon 1x neerzetten. (Ik denk trouwen niet dat opgaves zo ingewikkeld worden dat dat anders wordt, maar goed.) En dan de mannetjes verticaal. Zoals dit:


 W W W w
Y YW YW YW Yw
W WW WW WW Ww
Y YW YW YW Yw
w wW wW wW ww

En dan tellen we YW : WW : Ww : Yw : ww in de verhouding 6 : 3 : 4 : 2 : 1

En dan moet je alleen nog uitvogelen welke fenotypen bij die combinatie horen waarbij Y = mannetje, geen Y = vrouwtje, tenminste één W = rode ogen, géén W (en dus alleen een 'w') = witte ogen.

Starbucks- 04-12-2012 11:00

Dank voor je antwoord, het is nu wat duidelijker. Ik ga het vanavond nakijken, er volgen daarna nog meer van dit soort vragen. Als ik er niet uitkom dan plaats ik die ook hier :p

Starbucks- 10-12-2012 19:20

Ik heb weer een opgave waar ik niet uitkom:

Een plant heeft als genotype AabbCcDD.

Na zelfbestuiving onstaan uit deze plant 3264 zaden. Uit deze zaden ontwikkelen zich planten.

- Hoeveel van deze planten zullen naar verwachting het fenotype bezitten waarin de allelen C en D tot uiting komen?

De uitwerking vermeldt: 3/4 x 1 = 2448 planten het fenotype bezitten waarin de allelen C en D tot uiting komen.

Ik begrijp niet hoe ze tot deze uitkomst zijn gekomen, iemand?

Ook deze nog:

- Hoeveel van deze planten zullen naar verwachting het fenotype bezitten waarin de allelen a, b en c tot uiting komen?

Die kans is te berekenen met: 1/2 x 1 x 1/2 (Aa, b = 1, want alleen bb, en uit Cc is de kans voor c 1/2). Het antwoordenboekje geeft:1/4 x 1 x 1/4 = 204 planten. En ik begrijp ook deze berekening niet? De kans op het recessieve allel is toch 1/2 bij Aa en ook 1/2 bij Cc?

vlindertje07 11-12-2012 17:07

Volgens mij zit het 'em in het stukje 'tot uiting komen'. Een recessief allel komt in principe alleen tot uiting bij een homozygoot genotype (bv. aa); immers, bij heterozygotie (bv. Aa) zal het dominante A tot uiting komen in het fenotype en niet het recessieve a.

Voor die eerste vraag: Cc x Cc geeft als mogelijkheden: CC, Cc, Cc, cc. Hier zal C dus in 3/4 van de gevallen tot uiting komen. DD x DD geeft altijd DD in de nakomelingen dus D komt in 100% van de gevallen tot uiting (kans van 1). De kans dat C en D allebei tot uiting komen is dan 3/4 x 1 = 3/4.

Tweede vraag: Aa x Aa geeft 1/4 kans op aa en dit is de enige situatie waarin het recessieve allel a tot uiting zal komen. Hetzelfde geldt voor c.


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 03:54.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.