aristoteles
 

hallo, ik ben voor mijn examen wijsbegeerte aan het studeren en ik zit even vast bij Aristoteles ...
Wanneer we bij het Aristotelisch systeem de problemen ervan bespreken,
komen we terecht bij het feit dat het moeilijk (in zijn filosofie) te argumenteren is ...
waarom de VORM van een SUBSTANTIE eeuwig IDENTIEK is, Aristoteles gaat ervan uit dat de VORM
enkel bestaat als een 'immanent' principe (= aanwezig in elke substantie en geabstraheerd als universeel begrip
in ons verstand). Zo staat het allesinds in ons boek neergeschreven maar het probleem is dat ik hier niet veel van begrijp...
Kan iemand hier een woordje uitleg overgeven?

Alvast Bedankt!

Misschien staat het hier beter uitgelegd? http://books.google.nl/books?id=wEby...page&q&f=false

Ik wou dat ik dit soort dingen wist. Ik heb er echt even over nagedacht. Conclusie: ik begrijp er niks van.

Sterkte!

Rico Sneller, instituut voor godsdienstwetenschappen Universiteit Leiden: de vorm (eidos) staat voor het principe dat elk ding herkenbaar maakt als wat het is. M.a.w. de vorm 'koe' maakt dat wij elk 'ding' in de wei met horens, uiers etc als KOE kunnen herkennen. Ons denken heeft die vorm uit de materiële verschijningsvorm geabstraheerd. De vorm zelf is eeuwig, en heeft zich met de materie verenigd, met als resultaat: een KOE. De koeien die ik zie zijn echter eindig en vergankelijk: ze sterven of worden geslacht. Jij ziet weer andere koeien dan ik, en toch zouden we elkaars koeien 'herkennen'. Dat kan allemaal bij de gratie van de eeuwige onvergankelijke vorm 'koe', die present is in om het even welk exemplaar.
De opmerking in je boek zinspeelt wrsch op de evolutiegedachte, die stelt dat er geen eeuwige vormen zijn maar dat ze aan verandering onderhevig zijn (vgl de ontwikkeling van ééncellig wezen tot zoogdier etc).
Nu wist Aristoteles natuurlijk niets van zoiets als wat wij vandaag 'evolutie' noemen. Toch hoeft evolutie zijn denken niet te ontkrachten. Je zou immers kunnen zeggen dat de vormen die wij denken waar te nemen in alle afzonderlijke dingen, slechts fasen zijn van een veel groter ontwikkelingsproces. Maar nogmaals: Aristoteles ging daar niet van uit.

Natuurkundig loopt deze filosofie helemaal dood.
Ari wist niet hoe waterdamp, water en ijs met elkaar samen hingen.
Ari doelde ook niet op rauw vlees - gebakken vlees - verbrand vlees.

De enige uitweg is die naar Plato.
De paardheid als gemeenschappelijke vorm van alle paarden die uit levende substantie bestaat.