Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Huiswerkvragen: Exacte vakken (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=17)
-   -   [NA] Hoe verdeelt de stroom/spanning zich in een parallelschakeling? (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1872777)

Ace Frehley 17-01-2013 18:21

Hoe verdeelt de stroom/spanning zich in een parallelschakeling?
 
Ok, ik ben heel slecht in dit onderwerp, dus zo veel mogelijk uitleg graag. Hoe (in welke mate) verspreidt de stroom zich over de verschillende takken van een parallel schakeling? En hoe kan het dat de spanning in alle takken van een parallelschakeling gelijk is aan die van de spanningsbron?

Alvast bedankt!

mathfreak 17-01-2013 18:45

Bij een parallelschakeling is de spanning over iedere weerstand hetzelfde als de spanning over de hele schakeling. De totale stroomsterkte is gelijk aan de som van de stroomsterkten over de afzonderlijke weerstanden.

Ace Frehley 17-01-2013 19:30

Dus de spanning is over alle weerstanden hetzelfde en m.b.v. de spanning en weerstand kan je de stroom bij elke ''tak'' uitrekenen, die je vervolgens optelt om de totale stroom te verkrijgen?

ThomasJu 17-01-2013 19:46

De spanning over de weerstanden is het zelfde omdat ze verbonden zijn aan het zelfde draadje.

Stel je wil de spanning meten over de rechter weerstand. Dat kan je doen door je meetpennen bij de < tekens te houden. Maar je kan ze ook gewoon onder de A & boven de B houden. Omdat het snoer gewoon tot daar loopt. (het enige effect dat dit heeft is dat de kabel 'langer' is)


PHP-code:

A
o
------------------------------
         |                    |   <
        ---                  ---   
       |   |                 |   | 
       |   |                 |   |     
        ---                  ---
         |                    |   <
o------------------------------


Bekijk hier eens de eerste uitleg. Je kan simpele elektrische schakelingen zien als een soort waterleidingen/kranen idee.
http://www.breem.nl/fldbasis/pgbasis-01.htm

Spanning is dan de hoeveelheid druk in een leiding. Dit moet natuurlijk wel het zelfde zijn omdat het water zich gewoon gelijk verdeelt in een buis.

Edit:
Inderdaad, dat klopt

4beta 17-01-2013 19:56

Dit lukt mij niet om hier in 1 duidelijk tekstverhaal te plaatsen, dus dan toch maar 1 link naar de volledige serie met uitlegvideo's:

http://www.free-academy.nl/index.php...-elektriciteit

Ik raad aan om daar in ieder geval de speeltuin-uitleg te kijken, en daarna op goed geluk te kijken of een andere video van mij of Corné de Boer kan helpen.

ThomasJu 17-01-2013 20:13

Haha :) creatief

Nog even toepassen op de vraag van TS.

Als je de spanning wil weten (de hoogte in het glijbanen model) Maakt het dus niet uit bovenaan welke glijbaan je meet. (Want ze zijn allemaal even hoog)

Elin3 17-01-2013 20:15

Ik heb het toevallig net zitten leren; bij PARALLEL geldt:
Voor STROOM: I totaal = I1 + I2 + I3 + ...
Stroom verdeeld zich

Voor SPANNING: U1 = U2 = U3 = ...
Spanning is overal gelijk

Voor WEERSTAND: 1/ Rvervanging = 1 / R1 + 1/ R2 + 1/ R3 + ...

VWOmeisje 03-11-2014 13:58

Wauw hele late reactie, maar toch, voor mensen die deze vraag nu via Google of een andere zoekmachine zoeken en hier terechtkomen;

zie het aantal ampère (stroomsterkte I) als het aantal houthakkers die vertrekken vanuit de spanningsbron
zie het aantal volt (spanning U) als het aantal boomstammen dat de houthakker in zijn mand heeft bij het vertrek

als er dan een serieschakeling is (heel simpel getekend);
1.
|----<----| I----<---|
| |
X--------->----------X
2. 3.
Bij het bos (1.) vertrekken 2 houthakkers (dus 2A). Zij hebben allebei 3 boomstammen in hun mand (dus 3V).
Ze weten dat er 2 vuurtjes aankomen: vuurtje 2. en vuurtje 3.

Ze kunnen op hetzelfde pad blijven lopen en dan komen ze langs allebei de vuurtjes. Allebei de houthakkers komen dus langs allebei de vuurtjes. Elk vuurtje heeft dus ook 2 houthakkers (en dus 2A).

De houthakkers willen allebei op beide vuurtjes hout gooien. Als ze weten dat er 2 vuurtjes zijn, houden ze de helft van hun boomstammen in hun mand bij vuurtje 2. Dit vuurtje krijgt dus maar 1,5 boomstam (en dus 1,5V). De overgebleven boomstammen van de houthakker gooit hij op vuurtje 3., en dit zijn dus ook 1,5 boomstammen (en dus ook 1,5V).

Hierna lopen ze door naar het bos (1.) om nieuw hout te halen en gaat dit hele proces weer opnieuw.


Als je nu kijkt, zie je dat de spanningsbron (1. het bos) 2A en 3V heeft.
Vuurtje 2. (lampje 1) heeft ook 2A maar 1,5V.
Vuurtje 3. (lampje 2) heeft ook 2A maar ook 1,5V.


Ik hoop dat deze uitleg een beetje duidelijk is voor de mensen die langs deze vraag komen.

VWOmeisje 03-11-2014 14:00

Ik zie nu dat het schema onduidelijk is geworden doordat hij in elkaar is geschoven...

ik hoop dat het nog steeds duidelijk is als je er zelf even heel snel een serieschakeling naast schetst.

voor een parallelschakeling kan je het nu zelf wel beredeneren, denk ik zo.

xeon336 06-11-2014 00:15

belangrijke formule
U= I * R
waarbij U de spanning in volt (V) is
I de stroom in ampere (A)
R de weerstand in ohm (een grieks teken)
====================================================================== ====
bij serie schakeling geld hetvolgende
1. de stroom door alle weerstanden is hetzelfde
2. de vervanginsweerstand kan je uitrekenen door de waardes van alle weerstanden op te tellen
3 de stroom door de weerstanden kan je berekenen door de spanning die er over staat te delen door de vervanginsweerstand

vb je hebt een serieschakeling met 4 weerstanden met de waardes 1 ohm, 2 ohm, 3 ohm, 4 ohm met een spanningsbron (U) van 5V

de vervangingsweerstand is dan 1+2+3+4 = 10 ohm

de stroom door de weerstanden is dan 5/10 = 0,5A (500mA)
de spanningen over de weerstanden zijn dan 1*0.5 = 0,5V, 2*0.5 = 1V, 3*0.5 = 1,5V en 4*0.5 = 2V
als controlle kan je dan nog alle induviduele spanningen bij elkaar optellen deze dienen dan weer de waarde van de bron te hebben 0.5+1+1.5+2 = 5V

====================================================================== ===============
bij parallel schakeling geld dan weer
1 de spanning over iedere keten is gelijk
2. de stoom door iedere keten word bepaald door de weerstand
de stroom door de induviduele weerstanden bereken is hier makkelijk
je pakt de waarde van de spanningsbron (U) bijvoorbeeld 5V en deelt deze door de waarde van de weerstand (R) bijvoorbeeld 2 ohm de stroom is dan 2,5A

de vervanginsweerd berekenen kan op 2 manieren
voor de voorbeelden geld
3 weerstand parrallel met de waardes 10,20,30 ohm met een voeding van 6V

manier 1 De spanning (U) van de voeding pakken en dit delen door de som van de deelstromen
voorbeeld
de stroom door de weerstand van 10 ohm = 6/10 = 0,6A
20 ohm -> 6/20 = 0,3A
30 ohm -> 6/30 = 0,2A

de totale stroom is dan 0,6+0.3+0.2 = 1,1A

de vervaningsweerstand is dan 6/1.1 = 5.5ohm

manier 2 (de snelle)
1/vervanginsweerstand = 1/R1 + 1/R2 .....
voorbeeld
1/RV = 1/10+1/20+1/30 = 11/60 = 0.1833

vervanginsweerstand = 1/1.83 = 5.5ohm

handig regeltje om te onthouden bij parallel schakelingen is de vervangsweerstand altijd kleiner dan de kleinste weerstand in de reeks.


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:55.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.