![]() |
PH berekenen
Eerst is er deze reactie: H2CO3 (CO2 + H2O) + H2O <---> H3O+ + HCO3
In 1,00 L water van 298 K lost maximaal 3,35A10^–2 mol CO2 op. b. Bereken de pH van deze oplossing. b Kz = 4,5.10–7 = [H3O+]˛ / 3,35.10^–2 dus [H3O+] = √(3,35.10-2x 4,5.10-7) = 1,2.10^–4 M en pH = 3,9 (OK) Wat is die 3,35. 10^-2? En waarom H3O+ in het kwadraat? |
1) je reactie vergelijking klopt niet:
H2CO3 + H2O <---> H3O+ + HCO3 of deze: CO2 + 2H2O <---> H3O+ + HCO3- Niet iets tussen haakjes er bij gooien wat er niet hoort. Waarom het kwadraat. Neem aan dat [H+] = [HCO3-] Dit laatste ontstaat enkel door die reactie vergelijking, en dan ontstaat er tevens nog H+. Wat is die 3.35E-2: Dat is de oplosbaarheid van CO2. Dat zeg je zelf in je 2de regel. Dus [CO2]. Gezien het niveau van de alle voorgaande topics: 3.35E-2 = 3.35 * 10^(-2) = 3.35 * 0,01 = 0,0335 |
Wat Thomas dus zegt. Die h30+ komt in het kwadraat door een regel dat geldt voor een zwake zuur/base reactie, waarin een sterke zuur/base voorkomt. Dan geldt er een evenwicht waarin geldt dat H30+=hco3- (zoals Thomas hierboven uitlegt). Hiermee kan je dus de evenwicht voorwaarde herschrijven naar iets waarmee je h30+ aan 1 kant van de vergelijking overhoudt.
|
Ik heb dit alles gekopieëerd uit het colloquium doctum van de universiteit vandaar die schrijfwijze ouwe miereneuker.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 19:36. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.