![]() |
Verhaal door iedereen!
Hallo allemaal,
Ik weet niet of hier al een topic voor is, zo niet dan is dit wel een leuke denk ik. (: Ik heb in het verleden (en ik doe het nu ook nog wel eens) allerlei verhaaltjes geschreven met vriendinnen. Het gaat als volgt, heel simpel: Om de beurt een deel van een verhaal schrijven. Als je het geen leuk verhaal vindt, kan je er zelf verandering in brengen. Uiteindelijk komen er hele grappige en onverwachte wendingen uit omdat iedereen wat anders in zijn hoofd heeft. Het leukste is als het wel realistisch blijft. Het is dus een verhaal, door allemaal verschillende personen geschreven! (: Ik zal een begin maken. Klokslag 2 uur 's ochtends. Geschrokken kom ik overeind en kijk om me heen. 'Waar ben ik?' Denk ik bij mezelf. 'Het was weer die zelfde droom. Waarom nou altijd de zelfde?' Ik zucht en duw de lakens opzij. Bibberend van de kou sta ik op. Het is stil en donker in de ruimte. Op de tast loop ik voorzichtig naar het raam, schuif de gordijnen opzij, en ga zitten. De maan laat mijn koude, blote huid glinsteren. Ik glimlach en kijk in de verte naar het meer. Je kan vaag de rook nog zien van het kampvuur. 'Ik heb wel wat warmte nodig nu.' Denk ik bij mezelf. Opnieuw sta ik op en pak een vestje. Als je dit geen leuk begin vindt, kan je hier altijd verandering in brengen door er zelf een andere draai aan te geven. (: |
Leuk idee. Maar je schrijft dus verder? Of je bewerkt het begin?
|
Je schrijft verder. (';
|
Buiten voel ik een koude wind, maar dit neemt niet weg dat ik terug m’n bed in ga. Drie dagen in mijn huis zonder gezelligheid zullen mee gespeeld hebben aan het feit dat ik rillingen voel. Rillingen tot in mijn tenen. De kou van buiten is anders. Deze is zacht en fris. Anders dan een lichaam zonder warmte. Ik ga door en langzamerhand hoor ik stemmen. Gelach. Alsof er een feest is waar ik heen wil. Aangekomen bij het bosgebied en zie al snel mensen om een kampvuur. Staand, zittend en dansend.
|
Een grijns verschijnt op mijn gezicht. Het ziet er gezellig uit. De bomen zijn versierd met allerlei lichtjes en verspreiden een heerlijke dennengeur. Er klinkt vrolijke muziek die mijn voeten vrijwel automatisch doen bewegen. Langzaam loop ik naar de plek. De mensen hebben een vrolijke en gastvrije uitstraling. Eenmaal bij het ''feest'' aangekomen blijf ik staan. Ik kijk naar hoe de mensen bewegen, praten en dansen. Ik ga er helemaal in op en merk haast niet wat er naast me gebeurd. Totdat ik een hand op mijn schouder voel. Ik kijk achterom.
|
Achter me staat een oude man met een haakneus. Normaal gesproken zou ik me rot geschrokken zijn, maar op de één of andere manier voelt het vanzelfsprekend. 'Niet doen,' zegt de man. Ik schokschouder, in de hoop dat hij zijn nagels uit mijn schouder haalt. Er valt niets vreemds aan de figuren rond het kampvuur te ontdekken, al heb ik niet het gevoel dat ze me gezien hebben. Als ik de man wil vragen waarom hij me tegen hield, zie ik hem weglopen. Zijn muisgrijze pij ritselt in het bos. Ik kijk hem nog een tijdje na en loop nog dichter naar de mensen toe.
|
'Hallo mens', zei een danser die richting mij bewoog. Ik keek nog een keer achterom. Alsof de oude man mijn vader was die ik op de zelfde wijze voor het laast zag. Geen oude man. Alleen bomen. Ik draaide me weer terug naar de danser die niet stopte. 'hallo' zei ik origineel terug. Of iedergeval om het zelfde te lijken als de danser. Geen vreemd persoon in een vestje. Ik wou me nog even afvragen waarom ik mens werd genoemd, maar ik wou me eerst gewoon beleeft voorstellen.
|
De danser kijkt me vriendelijk aan. Op de één of andere manier net iets té vriendelijk. Het lijkt net alsof hij wacht totdat ik iets zeg. Aarzelend probeer ik mijn mond open te doen. Verbazingwekkend komt er niets uit. Alsof de danser begrijpt wat ik over deze situatie denk, pakt deze me bij mijn arm en leidt me naar een groep andere dansers. Aan de gezichten te zien zijn ze zeer onder de indruk. Waarom weet ik niet. Stil bekijk ik ze één voor één. Ze zien er vrij apart uit.
|
Dans met ons riepen ze in koor. Ik vertel ze dat ik heel verlegen ben maar misschien dat ik later op de avond mee dans. ‘Verlegens, mens?’ riep een danser. Wij zullen je helpen. Ga hier in deze stoel zitten. Wij zullen je helpen. Beleefd nam ik het aanbod aan en ging zitten. Toch waren deze mensen een beetje raar. Sommige bleven eindeloos dansen. En waarom ze me mens noemde wist ik nog steeds niet. Toen ik in de stoel zat haalde een danser een masker tevoorschijn. Zet op, mens. Verlegen? Zo niet meer. Wij helpen je. Ik wilde graag van m’n verlegenheid af. Ik wilde altijd dingen durven maar ver kwam ik nooit door mijn verlegenheid. Ik nam de masker aan en vroeg me af hoe dat mijn verlegenheid kon afnemen. Langzaam bracht ik het masker naar m’n gezicht.
|
Achter me valt een glas. Ik schrik van het geluid en kijk achterom. Een meisje bukt zich en raapt het glas op.Ze doet me denken aan het oude fotootje dat op de schoorsteenmantel bij mijn oma staat. Er stond een nichtje van mijn oma op dat maar zestien jaar oud is geworden. Vroeger vond ik haar eng, er klopte iets niet aan haar gezicht. Sinds een paar jaar draait oma het lijstje om als ik op visite kom. Nu ik om me heen kijk, zie ik dat iedereen hier op haar lijkt. Het zijn wel mensen, maar toch is er iets anders aan ze. De manier waarop ze kijken, bewegen, alsof ze eigenlijk ergens anders zouden moeten zijn. Ik zet het masker op en loop op een groepje feestgangers af. Zou het echt helpen? Het groepje is helemaal niet zo heel ver weg, maar toch komt het niet dichterbij als ik erheen wil lopen. Als ik stil sta, zie ik dat het zich zelfs van me verwijdert. Plots wordt alles kleiner, ik begin sneller te lopen, maar alles om me heen zweeft weg. Alsof ik uitzoom terwijl ik door een camera kijk. Ik kan het gewoon niet tegenhouden, hoe hard ik ook loop. Alles om me heen is verdwenen, en ik sta op een lege, witte vlakte. Ik schreeuw, en ruk het masker van mijn gezicht af.
|
Het masker laat echter niet meer los. Eerst probeer ik het nogmaals, dan ruk ik eraan en raak volledig in paniek. Hoe harder ik probeer, hoe meer vast het gaat zitten. Op een gegeven moment voelt het niet meer als masker, maar lijk ik aan mijn eigen gezicht te trekken. Ik weet dan, dit is heel erg foute boel...
|
Ik geef het op. Het masker is geen masker meer. Het voelt niet meer als een masker. Ik beweeg m'n mond. Knipper met m'n ogen. Het is m'n gezicht geworden.. 'Geef m'n een spiegel', vraag ik aan een danser. 'Waarom?' vraagt de danser. En hij danst rondjes om het vuur. De rest danst mee en vragen allemaal waarom. Wat hebben jullie gedaan? Waarom dansen jullie alleen maar?? Wat zijn jullie?
Waarom zo boos mens? We hebben je toch geholpen? Ga uw leven leiden zoals u zelf wilt. Geen verlegenheid meer. Kom! Dans met ons mee! Ik blijf maar aan mijn gezicht zitten. Het voelt zo anders. Ik kijk om heen en ren in de richting van een pad. 'Waar ga je heen mens?' riep een danser. Kom met ons dansen. Ik hoorde de stemmen zachter worden naarmate ik meer het pad volgde. Toen zag ik een rivier. Ik rende erop af en keek in het water. |
eenmaal bij het water aangekomen bekeek ik mijn weerspiegeling, op zich viel het best mee, ik was er namelijk niet lelijker op geworden. toch voelde het raar aan, dat ik mens genoemd werd door rare dansende wezens die ook gewoon op mensen leken, dat ze mij een masker opzette, en het laatste is nog het ergst, dat is namelijk onuitwisbaar. verderop ligt een kano aan de oever, ik aarzel, wat zou ik doen, blijven of vluchten?
|
Ik word langzamerhand gek van alle bewegingen om me heen. Het komt steeds dichter om mij heen zwerven en ik raak compleet in paniek. Het enige wat ik kan denken is rennen! Maar hoe ik ook mijn best doe, er lijkt niets te gebeuren. De kano blijft even ver en ook de bewegingen blijven om mij heen. Het enige wat gebeurt is dat mijn masker steeds warmer wordt als ik ren. Zo warm dat het fysiek pijn gaat doen. En dan hoor ik een heel akelige, hoge stem die zegt:
|
'ik ga je levend vermoorden tot je dood bent!'
|
Ze begint te gillen en opeens is ze wakker. Gelukkig het was maar een nachtmerrie denkt ze. In de badkamer drinkt ze nog half slapend een glaasje water en dan gaat ze weer in haar bed in. Ze hoort wat geluid uit de kamer naast haar maar besluit toch maar te gaan slapen. Ze trekt de warme dekens over haar en is zo weer in haar slaap vertrokken. De volgende ochtend als ze beneden komt hoort ze van een huisgenoot dat ze haar hebben horen gillen. Ze vertelt dat ze een enge droom heeft gehad, tijdens het vertellen wordt ze onderbroken door een huisgenoot, ze vraagt: 'Wat zit er op je gezicht'?
|
Ze brengt haar hand naar haar neus. 'Iets omlaag, op je linkerwang naast je oor, het is een beetje rood.' Als ze haar hand op de plek legt schiet er een pijnscheut door haar hoofd. Aan haar vingers kleeft bloed. Wat is er gebeurd, denkt ze bij zichzelf. Haar excuses makend haast ze zich naar de badkamer om in de spiegel te kijken, op het eerste gezicht lijkt het gewoon een wondje. Maar als ze beter kijkt lijkt het wel alsof er tekentjes in haar oor zijn gekrast, wie zou dat nou in hemelsnaam doen?! Met een zucht pakt ze een washandje en boent het bloed van haar gezicht, nog even een pleister erop en ze gaat weer naar beneden. Van wat ze daar aan zal treffen heeft ze nog niet het kleinste vermoeden.
|
Hallo mens! Ik keek goed. Ik hoorde het goed. De hele kamer zat vol met die dansers uit de nachtmerrie. Of was dit nog een nachtmerrie...
Waar is?.. Je huismaatje? zei een andere danser die naar me toe liep. Ja waar waar is ie! of droom ik weer? Een droom mens? dat is niet voor ons weggelegd. Je huismaatje was een dromer. Maar nu is ie weg. Tijd voor feest! |
En feesten deden ze. Het was een onvergelijk feest. Om half vijf in de nacht, toen de laatste feestbeesten dronken afdropen werd er aangebeld. Lallend deden ze open en troffen daar iets opmerkelijks aan. Het was een olifant met een heeele lange paal. En die maakte een einde aan dit verhaal.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:29. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.