LethalRabbit |
08-04-2013 01:35 |
Je moet voor de koppelingsgroepen kijken naar wat de vader heeft doorgegeven aan de kinderen. De kinderen 1, 2 en 3 hebben het allel A1 van hun vader gekregen (want de moeder heeft dit allel niet). Tegelijk moeten ze ook voor de locus B en DR dezelfde allelen hebben gekregen van hun vader. Bij locus B is dat het allel B8 en bij locus DR is dat het allel DR3. Deze allelen zijn dus gekoppeld en liggen op hetzelfde chromosoom (want je geeft maar één van de chromosomen door aan je nakomelingen), dus de andere allelen van de vader ( A3, B7 en DR2) liggen op het andere chromosoom. Ik hoop dat je hier iets wijzer van wordt.
|