Welke formules zijn handig om uit je hoofd te kennen voor het vwo wiskunde b examen?
 

Zijn er bepaalde formules die je echt uit je hoofd moet stampen (bijv. het omschrijven van dingen als cos(2A) enz.) omdat ze op het examen van vwo wiskunde B nodig zijn en niet gegeven worden?

Alvast bedankt :)

De formules voor sin 2x en cos 2x zijn in ieder geval belangrijk genoeg om te kennen, net als de product-, quotiënt- en kettingregel bij het differentiëren. Uiteraard dien je de diverse standaardafgeleiden en -primitieven ook te kennen.
Mocht je hem nog niet hebben, dan kan ik je in ieder geval samengevat vwo Wiskunde B aanbevelen, dat een overzicht van de eindexamenstof voor Wiskunde B bevat. Je kunt dan voor jezelf nagaan wat je al weet en wat verder nog je nodige aandacht dient te hebben.

Bedankt voor de reply! Ik heb de samengevat al, maar alle formules die daar in staan leren is volgens mij onbegonnen werk. Zo heb je de formule voor de lengte van een een lijnstuk, of de formule om de snelheid in een punt op een lissajous figuur uit te rekenen. Het zijn allebei vrij lange formules. Moet je zulke formules ook kennen?

De lengte van een lijnstuk in ieder geval wel. Verder mag je een toegestane grafische rekenmachine gebruiken en daar kun je dit soort formules inzetten. Ik vond het zelf altijd fijn om te weten dat je het op zou kunnen zoeken als je het vergeet, maar om altijd alles op te zoeken heb je geen tijd.

Ik zou zeggen, oefen eens wat examens met formuleblad erbij en ga na welke formules je vaker nodig hebt en leer die (voor zover je ze niet al kent).

Waar het bij het leren van formules om gaat is dat je weet in welke context ze moeten worden gebruikt.

Ik heb de formules als lengte van een lijnstuk en de som- en verdubbelingsformules voor goniometrische functies gewoon in mijn rekenmachine gestouwd. Overige goniometrische functies vindt je volgens mij op het formuleblad (Simpson), met uitzondering van de standaardformule sin^2+cos^2=1.
Wat ik ook nog in mijn rekenmachine heb, niet echt formules, maar de tabel die het verband aangeeft tussen radialen/graden bij sin,cos en tan én exacte getallen.

Alles gaat sowieso sneller als je alles uit je hoofd weet. Dat geldt dus ook voor de eenheidscirkel.

Denk ook aan de formules voor het berekenen van oppervlaktes en inhouden. (oppervlakte cirkel? inhoud piramide?...)

Hoe je met een integraal een lijnstuk moet berekenen is inderdaad verstandig. Die komt nog wel eens voor icm wijnglazen enzo :) (vorig jaar)