Wat zijn polaire bindingen?
 

Hoi allemaal,

Ik heb nu dus geen idee wat polaire bindingen zijn. Hoe herken je ze? Want waarom zijn H+ en CL- polair en Na+ en CL- niet?

Alvast bedankt!

Elk atoom is elektronegatief geladen, zoals je in de tabel hieronder kunt zien.

http://upload.wikimedia.org/wikipedi...egativitat.png

Enkele van deze ladingen staan als het goed is ook in Binas, maar die heb ik niet dus ik kan je niet vertellen welke tabel.

Een ionbinding ontstaat als het verschil tussen de elektronegativiteit van atomen hoger dan 1,66 is. Is die lager, dan is het een covalente binding. Deze covalente binding kan onderverdeeld worden in apolair (elektronegativiteit <0,4) en polair (elektronegativiteit >0,4 en <1,66).

Als je dus kijkt naar H+ (2,1) en Cl- (3,0) is het verschil daartussen 0,9 en dat zorgt ervoor dat de binding polair is. Bij Na+ (0,9) en CL- (3,0) is het verschil 2,1. Dat is groter dan 1,66 en dat is dus niet polair en ook niet apolair, maar een ionbinding.

Bij een polaire binding heb je te maken met een ladingsverschil tussen de verschillende atomen. Waterstofchloride is bijvoorbeeld opgebouwd uit waterstof- en chlooratomen. Het centrum van de positieve lading bij waterstof valt niet precies samen met het centrum van de negatieve lading bij chloor. De negatieve lading ligt bij een polaire stof als waterstofchloride dichter bij het atoom dat het sterkst aan de gemeenschappelijke elektronen "trekt".
In tabel 40A van Binas (tabel 39 in de vierde druk) vind je per element de bijbehorende elektronegativiteit vermeld waar LethalRabbit het over had. Toen ik in 1984 havo-examen scheikunde deed moesten we dat begrip ook nog kennen, maar nu behoort dat alleen nog tot de vwo-stof.

delta Elektronegativiteit groter dan 1,66 geeft dus een ion?

Precies :). Sorry voor het door elkaar gooien van de benamingen ion en atoom in mijn vorige post, zal het even aanpassen voor de duidelijkheid.

Het is ook logisch dat dat gebeurt. Delta elektronegativiteit > 1,66 betekent dat er zóveel verschil in de elektronegativiteit van de atomen zit, dat één van de twee atomen hard genoeg elektronen naar zich toe kan trekken om 'echt' een - lading te krijgen, waardoor het andere atoom dus + wordt en ze beiden een ion worden.

Is delta elektronegativiteit < 1,66 dan is er te weinig verschil in de aantrekkingskracht van elektronen tussen de atomen waardoor ze niet 'echt' + en - (en dus ionen) worden, maar alleen de neiging hebben een beetje + en een beetje - te worden (polair) of, als het verschil héél klein is (<0,4) apolair.