Algebraïsch
 

Ik moet de volgende sommen oplossen, maar ik kom er totaal niet uit. Kan ik iemand mij alsjeblieft helpen? :lisa:

A) 6(2a-3) = 4a - 8
B) 0,13p - 2,12 = 0,12(1-p)
C) 4,5(t-3) = 6t - (2t - 5)

Alvast bedankt!

Hey,
Welkom op dit forum!

Heb je zelf al wat geprobeerd? We proberen mensen hier wat te leren. We zijn niet een soort huiswerk-machine.

Begin eens met alle haakjes wegwerken.

He, nee ik probeer er zo achter te komen zodat ik het iemand kan uitleggen hoe het moet, voor zijn toets.

Bij A: werk eerst links de haakjes uit. Trek daarna links en rechts 4a af zodat je rechts geen temen met a meer hebt staan. Zorg vervolgens dat je links alleen nog termen met a hebt staan en bepaal nu a door links en rechts door het getal; voor a te delen.
Bij B: werk eerst rechts de haakjes uit. Zorg vervolgens dat je rechts geen temen met p meer hebt staan. Zorg vervolgens dat je links alleen nog termen met p hebt staan en bepaal nu p door links en rechts door het getal; voor p te delen.
Bij C: werk links en rechts de haakjes uit. Zorg vervolgens dat je rechts geen temen met t meer hebt staan. Zorg vervolgens dat je links alleen nog termen met t hebt staan en bepaal nu t door links en rechts door het getal; voor t te delen.

1) haakjes wegwerken
2) termen met onbekenden aan de ene kant, de rest aan de andere kant
3) uitrekenen wat er overblijf

hetzelfde als wat hierboven staat, maar korter en simpeler :)

voorbeeld volgens bovengenoemde stappenplannen:
A) 6(2a-3) = 4a - 8
12a-18=4a-8
8a=10
a= 10/8

Snap je het?