Meetkunde vragen
 

Opgelost

Hallo,

1A) Ja, ook 3 keer zo groot.
B) Je moet de vergrotingsfactor hebben, dus 9,6:4=... en dan ...x35cm^3
C) Je moet eer de vergrotingsfactor berekenen, dus 60:35=... en dan...x52

2A) Deze is niet erg moeilijk. Je moet even de formule van de inhoud van een kegel opzoeken, en dan invullen wat je weet (1l=1dm^3), en dan kan je de vraag makkelijk oplossen
B) Je moet weer een formule maken, en dan de gegevens invullen die je weet.

(als je er niet uit komt moet je kijken waar het hoofdstuk over gaat of even een tekening maken, dat helpt :))

x FreeYourself

Als de lengte k maal zo groot wordt, wordt de oppervlakte k² maal zo groot en wordt de inhoud k³ maal zo groot. Pas dit toe bij het beantwoorden van de vragen bij 1.
Bij 2a: Er geldt: r = 5 en I = ⅓πr²h = 1,5 l = 1,5 dm³ = 1500 cm³. Omdat r bekend is kun je hieruit h berekenen.
Bij 2b: bepaal met de stelling van Pythagoras de hoogte van de gelijkzijdige driehoek als je weet dat de zijde 8 cm is. Bereken vervolgens de oppervlakte hiervan. Stel dat dit G is en h de hoogte van het prisma, dan geldt voor de inhoud I dat I = Gh = 420 cm³. Omdat G bekend is kun je hieruit de gevraagde hoogte van hert prisma berekenen.

Opgelost

Opgelost

dus als ik het goed begrijp vraag jij hulp bij een opdracht waar jezelf vervolgens antwoord op geeft...

De bedoeling is dat iemand het corrigeert als het nodig is. Als alles correct is hoor ik het ook graag, omdat ik nu niet zeker ben.