Deelvraag pws, hulp nodig
 

Wij houden ons pws over het onderwerp: wat is de invloed van de bezuinigingen op de kledingkeuze van de Nederlandse vrouw tussen de 15 en 55 jaar.
We hebben tot nu tot 3 deelvragen:

- Waarom is de kledingkeuze voor de vrouw zo belangrijk?
- Wat zijn de positieve en negatieve punten van onze onderzoeksvraag? Zal zich dit in de toekomst voortzetten?
- Hoe was de kledingkeus 10 jaar geleden, voor de bezuinigingen ten op zichten van nu. Hoe zal dit in de toekomst zijn?

Nu hebben wij nog 1 deelvraag nodig, kan iemand ons hierbij helpen?

Deelvragen moeten gaan over een stukje van je totale probleem. Bij invloed bezuinigingen kun je denken aan -wat zijn de bezuinigingen precies, -wat kopen vrouwen zonder de bezuinigingen, -wat kopen vrouwen mét bezuinigingen, -hoe staan vrouwen ten opzichte het verschil?

De deelvragen die je nu had dragen niet bij aan het oplossen van de hoofdvraag, maar gaan over iets anders. Je krijgt dan antwoorden die je niet kan gebruiken.

Ik heb er geen verstand van, maar ik heb misschien wel een suggestie. Misschien kun je vragen hoe zij hun geld aan kleding besteden en of ze dat ook zouden doen als ze minder inkomsten hadden of meer inkomsten. Daarbij ook onderzoeken misschien of ze minder merkkleding gaan kopen bijvoorbeeld.

Je wil gaan kijken naar de koopkracht, denk ik. Maar er kan bezuinigd worden zonder dat de koopkracht daar echt (merkbaar) minder van wordt. Ook kleding die goedkoper wordt, of juiste mode. Je wil dus als een deelvraag hebben van "wat verstaan we precies onder bezuinigen?".

Ik zou ook aangeven: waarvoor onderzoek je dit? Ga je uit van een relatie tussen het plezier/geluk van een vrouw in verhouding met de kleding die ze kan kopen, of wil je testen hoe de economische situatie invloed uitoefent op het koopgedrag van vrouwen (en dan op het gebied van kleding).

Je kan nog een uitsplitsing maken naar jong en oud, immers zal een meid van 15 die 3,50 per uur verdiend haar geld anders besteeden dan een advocate van 50 die 300 euro per uur in rekening brengt blij clienten. Sowieso wellicht scheiding maken naar mensen die bijv van 1000 euro per maand leven en naar 850 gaan, en van mensen die 4.000 euro per maand verdienen en naar 3.500 gaan?

Je kan kijken of mode een minder belangrijke rol gaat spelen als de economie slechter wordt (en andersom). Ik geloof dat de H&M in de crisis bijzonder goede jaartjes draait. Hetzelfde geldt voor outlet stores en dergelijke. De wat duurdere merken hebben het er moeilijk mee. Men at work heeft geloof ik het concept vrij aardig aangepast ergens in de afgelopen jaren.

Je deelvragen moeten samen je hoofdvraag beantwoorden.
Stel ik maak de hoofdvraag: Hoe ging de 2e wereld oorlog?
Dan zouden de deelvragen (vereenvoudigd) zijn: hoe begon het, hoe verliep het en wat gebeurde er na de oorlog?
Zou je dit niet aanhouden, dan val je midden in een verhaal. Als jij nu je vragen beantwoord weet ik nog steeds niet wat de invloed is.