![]() |
restwaarde
product gorgious kostprijs exclusief interest 106 euro
kostprijs bestaat voor 88 uit complementaire kosten en voor 18 uit afschrijvingskosten met de benodigde machine worden 2000 producten per jaar voortgebracht en afgezet. de aanschafprijs bedroeg 375000 euro, terwijl de economische levensduur gelijk is aan 10 jaren. Met interestkosten worden geen rekening gehouden. Op 1 januari 2012, de in gebruik zijnde machine is dan 6 jaren oud, komt een nieuwe machine op de markt, die het product voor 93 euro kan voortbrenngen. de oude machine kan, 6 jaar in gebruik, worden verkocht voor 60000 Wat is dan de restwaarde van de machine? Ik dacht dus: 18 euro afschrijvingskosten per product x 2000 producten is € 36000 € 36000 x 6 jaar= € 216.000,00 € 375000 - € 216000= € 159000 |
De restwaarde is dan simpelweg 60.000 euro, daar is verder geen berekening voor nodig. Uitgaande van fair value waardering. De restwaarde is het restant van de waarde waar je (niet) over afschrijft. Een fiets van 900 euro met een restwaarde van 100 euro betekend dat je hem na je (geschatte) levensduur nog voor 100 euro kan verkopen. Als iemand een jaar eerder hem wil hebben voor 150 euro dan is de restwaarde 150 euro. Je zou dan enkel afschrijven over 900 - 150 = 750 euro.
In de vraagstelling van jou zou de vraag wat de extra afschrijving of incidentele winst zou zijn op de machine logischer zijn denk ik. Maar ja, boekhoudkundig op basis van historische kostprijs en lineare afschrijving heb je gelijk. Het is alleen heel ongebruikelijk om een machine af te schrijven voor een x bedrag per product. Of je nu 2.000 stuks, 1.500 of 2.500 maakt dat beinvloed afschrijvingskosten niet (deze worden gezien als constante kosten). Wat ze wel kunnen doen is weten dat de afschrijving per jaar 360.000 euro is en dat dus 18 euro per product gaat worden bij een normale productie; die ze mee moeten nemen in hun kostprijs om zo hun machine terug te verdienen (en niet te gaan verkopen met verlies). |
dank je wel.
|
Het is wel degelijk gebruikelijk om machines af te schrijven naar rato van gebruik. Zie artikel 2:386 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek en de uitwerking daarvan in hoodstuk 212, meer precies artikels 417 en 425, van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. IFRS idem: zie IAS 16. Zien we Amerika als heilig? US GAAP stelt precies hetzelfde.
Als je niet weet waar je over praat, houd dan je mond. |
Geen idee waarom je in zulke moeilijke bochten wringt en extra stof aanhaalt om mijn ongelijk te willen bewijzen.
Je artikel zegt inderdaad dat activa naar verwachte gebruiksduur afgeschreven wordt. Gebruik je het 5 jaar dan schrijf je het af in 5 jaar. Dat kan linear, zoals ik aangaf. Mijn punt was puur dat wanneer je ergens in een jaar de machine wat minder produceerd je dat niet terugziet in de afschrijvingkosten; daar pas je de afschrijvingskosten niet op aan. Het noemen van allemaal wetsartikelen gaat echt niet helpen voor de TS, dat is way boven het niveau dat gevraagd wordt. Zelfs als je kan afschrijven naar gelange feitelijke productie is dat niet wat ze leren op middelbare scholen. Zelfs mijn ingang op de fair value was al tricky omdat ze dat niet als lesstof hebben. Het was enkel puur bedoeld als speel/denkpuntje om helder het verschil te krijgen tussen feitelijke waardes en boekwaardes; wat bij MenO soms vaag is voor scholieren. Volgensmij is er dus niets onjuists aangekaart. |
Ik reageerde niet op de vraagstelling van de TS, maar op een stelling van jou. Je zegt letterlijk:
Citaat:
Dus terug naar je laatste bericht: Citaat:
Citaat:
Citaat:
|
Je hebt me toch aan het twijfelen gebracht aangezien ik dit zou moeten weten als afgestuurde in AC en werkervaring in accounting. Heb het even nagevraagd bij een collega (recentelijk afgestuurde bedrijfseconoom) en m'n manager (RA) en ja, je kan iedere periode je gebruik van machines evalueren en op basis daarvan afschrijven. Gebruikelijk is het niet. Gebruik je een machine 5 jaar, schrijf je hem af in 5 jaar. Ook als je soms net wat meer of minder produceerd dan verwacht.
Dat sluit ook aan bij je wet die zegt dat je overschrijft over verwachte gebruiksduur, wat een tijdsspan aangeeft. Zo gaat het in de praktijk ook naar mijn ervaring. Mocht de machine onverhoopt eerder kapot gaan dan schrijf je dan ter plekken alles af, of het zijn waarde echt niet meer vertegenwoordigen; impairmenttesten. Onderhoud wordt apart geboekt (direct in de winst- en verlies). Heeft zelden groot onderhoud nodig kan je voorziening treffen. Dit is allemaal wel logisch omdat het je resultaat egaliseerd; wat juist het doel is van HC. Pak je steeds op feitelijke producties en werkelijke situatie dan heb je feitelijke de fair value waarde, maar dat bereken je eerder door de marktwaarde na te gaan dan door de theoretisch resterende productie capaciteit. Als hier iemand verwarring creert ben jij het. Overigens zouden anderen die een cursus boekhouden doen (wat overigens in eductie gescheiden is van externe verslaggeving danwel financial accounting, waar we het hier over hebben) echt eerder hun boek gebruiken dan scholieren. Je zegt dat het in theorie en in praktijk zo is, maar de vraag die bij mij dan opdaagd is dat de theorie eigenlijk zegt dat je naar duur, naar tijdsgelange, afschrijft en dat mijn praktijk ervaring heel anders is. Dus, welke theorie en welke praktijkervaring aan jou zeide? Anders gezegd: wat studeer je of doe je voor werk? Wellicht dat The Economist of Stff wat inbrengt hebben op dit onderwerp, want om eerlijk te zijn denk ik dat je gewoon koppig je gelijk wil halen. Financial reporting is nooit mijn strong suit geweest, maar wat jij nu zegt is vaag, maar de mate waarin jij je eraan vastklampt dat het -de- manier is, is gewoonweg verbijsterend. |
Het hangt er natuurlijk met name van af wat je met je afschrijving wilt bereiken.
Om te beginnen antwoord geven op de vraag van Marie, en die heeft al lang afgehaakt lijkt me Ten tweede wil je je boeken bijwerken, die zijn mogelijkinteresaant voor bijv potentiele investeerders. hen een zo goed mogelijk beeld schetsen van de waarde van machines (of jiuist dit beeld vertroebelen ;-)) kan, en in het eerste geval mag dat ook wel. Als je aannemelijk kunt maken dat je een machine niet gebruikt hebt, en dat ie dus wel wat langer mee zal gaan, zou je dit wel mogen verwerken. Een afschrijving op gebruik ipv op levensduur leidt tot dezelfde redenering. Maar het belangrijkste onderscheid is natuurlijk wat er van de fiscus mag. Die wil een deel van de winst, en de winst schat je onder aftrek van afschrijvingen. Ook hier geldt weer : als je aannemelijk kunt maken dat je machine extra veel versleten is door intensief gebruik, mag je hem wel afboeken in beginsel. Toch zie je bij zaken als een computer of een auto, dat daar standaard afschrijvingsjaren voor gelden, en het lijkt me dat je veel uitleg nodig bent als jij opeens die afschrijvingen verdubbelt. |
the economist reageert inmiddels al en beweert dat "wat er van de fiscus mag" het belangrijkste is. Daarmee verspeelt hij of zij bij mij alle autoriteit, want we hebben het duidelijk niet over een belastingaangifte. Wat de belastingdienst er van vindt is niet relevant.
Ik heb nogal wat ervaring opgedaan op de financiele afdeling van een groot productiebedrijf en daar schreven we machines af naar gebruik. Ook qua studies zit ik wel goed hoor. Wat is precies je punt daarmee? Als ik nu een studie roep die 'hoger' is dan jouw opleiding, geloof je me dan wel ineens? Nogmaals: Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, hoofdstuk 212.4, artikel 425 beschrijft de verschillende afschrijvingsmethoden. Letterlijk citaat "De afschrijvingsmethode op basis van verbruikte eenheden leidt tot een last die gebaseerd is op het verwachte gebruik of de verwachte productie." Als jij verwacht een machine minder te gebruiken in een jaar, dan is het heel normaal om minder af te schrijven dat jaar. |
Zucht....
Veel bedrijven hanteren juist de regels van de fiscus omdat die via cash-is-king redeneren en de gemiddelde persoon weinig tot niets snapt van latente posten voor vpb. Maar het klopt, gebruiskgemak maakt geen regel. Je hebt gelijk, je kan het naar rato van je productie doen. Dat heet fair value, present value, actuele waarde of hoe je het ook maar wil noemen. Het enige wat ik daar tegen betuig is dat actuele waarde doorgaands berekend wordt door te een assement van de waarde van de machine op de meetdatum, omdat er dan marktcomponenten worden bij betrokken die je achterwegen laat als je het naar rato doet van de geschatte productie gedurende de levensduur. Ik snap wel dat ze het bij jou bedrijf op rato van productie doen, want dat is veel eenvoudiger. Elke maand je pand taxeren is ook een vrij (kapitaal) intensieve waardering dus ik kan me voorstellen dat ze dergelijke juistheid alleen voor het annual report zullen doen en verder maandelijks voor interne aangelegenheid een andere wat pragmatischere methodiek er op na houden. De reden dat ik vraag naar je werkervaring en opleiding is omdat je met wetteksten gooit die een gemiddeld iemand niet kent, maar je attitude is ver van wat van een gemiddelde bedrijfseconoom, fiscaal adviseur of accountant verwacht kan worden. Niet alleen de mate waarin je door blijft bashen, maar in totaliteit matched alles meer met iemand die nog niet op de helft is van zijn opleiding en totaal niet met iemand met enkele jaren werkervaring of meer. Normalitair leert men informatie van een ander te evalueren en daarbij zijn eigen mening kunnen bij te stellen, hetgeen waar jij totaal niet toe in staat lijkt. Het niet toe kunnen geven van eigen fouten, onvolledigheden of onjuistheden is een typisch kinderlijk gedrag. |
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
- de machines worden sowieso tot einde economische levensduur aangehouden, dus fair value waardering/marktprijs is niet zo relevant. Daarmee blaas je de balans en P&L op. - de productieniveaus van de machines kunnen per jaar nogal veel verschillen. Het verslijten van de machine is vrijwel alleen van de productieniveaus afhankelijk. Lineair afschrijven geeft schijnzekerheid/stabiliteit die er niet daadwerkelijk is. - kortom, om de meest realistische afschrijvingskosten in de rapportages te krijgen, is afschrijven naar verwacht gebruik de beste methode. Er is niet gekozen voor een eenvoudige methode, maar voor de meest juiste methode. Citaat:
Overigens is JUIST voor interne "aangelegendheden" zoals jij ze noemt het van belang om zicht te krijgen op een zo juist mogelijke verdeling van de overheadkosten zoals de afschrijvingskosten van de machine. Denk aan ABC en zo, daarin zullen de afschrijvingskosten variabel zijn en is het te verwachten dat ze op basis van daadwerkelijke productie verdeeld worden. Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
|
Ik ga niet op alles reageren, je kaart zoveel extra's aan en zin en tijd om een boek te schrijven heb ik niet. Hou ik ook nog beetje de eer aan mijzelf, voor zover die er nog is in dit topic.
Ik beweer inderdaad dat mijn uitleg een juiste is, net als die van jou. Jij bent diegene die blijft roepen dat mijn methode niet zou kunnen, of zeer ongebruikelijk is. Je kaart argumenten aan in wetteksten danwel richtlijnen, maar een juistheid maakt geen volledigheid. Ook waar je het als argument gebruikt kan ik diezelfde tekst gebruiken om mijn standpunt te onderbouwen. Ik had je al toegegeven dat naar rato van productie kan, enkel dat het niet de doorgaande methode is; net als bijv sum of the year en ideaalcomplexen. Maar nu herhalen we feitelijk steeds dezelfde posts. Aan dit topic gaat nooit iemand nog iets hebben, dus ik laat het hier verder ook bij. Feel free om weer te reageren, maar ik ga de moeite niet meer nemen om het uberhaupt nog te gaan lezen. Jij verder nog veel plezier met het aanmaken van extra smurfs en doorgaan met webfora trollen. |
Wederom alleen maar drogredenen en niet eens een begin van een onderbouwd argument.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:23. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.