![]() |
Nederlands: t/d/dt
Ik kom er niet helemaal uit, wanneer je wat moet gebruiken. Op m'n toets heb ik hier een aantal (flinke) foutjes gemaakt.
Is er iemand die een goede site hiervoor weet? Of een goede uitleg weet? |
Voor de onvoltooid tegenwoordige tijd geldt het volgende: de onderwerpen die in het enkelvoud staan krijgen in de persoonsvorm een -t, behalve de ik-vorm. Wanneer jij of je achter het werkwoord staat komt er geen -t op het eind. Wanneer de ik-vorm op een -d eindigt komt er bij de andere personen in het enkelvoud -dt op het eind van de persoonsvorm. Eindigt de ik-vorm op een t, dan komt er bij de andere personen in het enkelvoud geen extra -t op het eind van de persoonsvorm.
Voor de onvoltooid verleden tijd geldt het volgende: als de stam eindigt op een klinker die in 't kofschip staat, (dus -t, -k, -f, -s, -ch of -p), dan schrijf je -te(n) achter de stam. Eindigt de stam op een andere klinker dan in 't kofschip, dan schrijf je -de(n) achter de stam. Bij een stam die op -d eindigt komt er -de(n) achter, bij een stam die op -t eindigt komt er -te(n) achter. Als het werkwoord op -ven en de stam op -f eindigt of als het werkwoord op -zen en de stam op -s eindigt, dan komt er -de(n) achter. Voor de voltooid tegenwoordige tijd geldt het volgende: als de stam eindigt op een klinker die in 't kofschip staat eindigt het voltooid deelwoord op een -t en anders op een -d. Als de stam op een -d of een -t eindigt komt er niets meer achter het voltooid deelwoord. Als het werkwoord op -ven en de stam op -f eindigt of als het werkwoord op -zen en de stam op -s eindigt, dan komt er -d achter het voltooid deelwoord. |
Ik had op m'n vorige toets, dat ik een voltooid deelwoord goed moest toepassen. Ik gebruikte toen verlichtten, want daar achter stond steden. Dus de verlichtten steden (dacht dat, dat wel goed was.) Maar word dat, als de stam verlicht, dan verlichten?
Want ik was volgens mij in de war met persoonsvorm verleden tijd op de toets. |
In die context wordt het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. In dat geval schrijf je het als verlichte.
|
Dus als je een voltooid deelwoord moet vervoegen, moet je er altijd vanuit gaan, dat het bijvoeglijk is?
Alleen hoe kom je er dan achter of het e of en is? |
Als het bijvoeglijk gebruikt wordt, dan moet je het op die manier vervoegen. Je kunt bijvoorbeeld kijken of je het zou kunnen vervangen door een woord als "grote" of "rode": de grote stad, de rode stad. Dan wordt het bijvoeglijk gebruikt.
Bij mijn weten krijgen alleen stoffen bijvoeglijke naamwoorden een -n. Dat zijn woorden als katoenen, wollen, houten, stalen en zilveren, die een stof of materiaal aanduiden. |
Je hebt gelijk, stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden krijgen de 'en'.
Bedankt voor de verduidelijking! |
Google is daar een goede site voor.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:34. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.