![]() |
Hulp nodig, continentale en analytische filosofie en Karl Marx
Hallo allemaal,
Op dit moment ben ik een werkstuk aan het maken over ethiek, een vakgebied van de filosofie. Dit gaat grotendeels over Seneca, Epicurus en Karl Marx Dit verloopt zo goed als volgens plan, alleen er zijn toch een paar kleine dingen waar ik niet uit kom. Vraag 1: Waarmee onderscheidt de continentale filosofie zich van de analytische filosofie? Zijn er tussen hen grote verschillen en ook grote overeenkomsten? Vraag 2: Welke ethische kwestie kun je afleiden uit de denkwijze van Karl Marx, vooral met betrekking tot de klassenstrijd? Alvast bedankt voor jullie hulp. ;) |
Ik ben niet goed in boekenkennis, wel in praktijk.
1: De overeenkomsten is hoe we geloven in onze denkwijze. Het verschil, is wat we het meeste van belang vinden. 2: Of het rechtvaardig is, dat sommige mensen nooit uit hun klasse kunnen groeien, ookal hebben ze de capaciteit. (En de contra, dat mensen die niet thuis horen in hun klasse, maar lager, ook moeten kunnen vallen, ookal dat nog steeds wel veel meer mogelijk is) |
Citaat:
|
Persoonlijk weet ik heel weinig over 1(wel genoeg om te weten dat obelise incorrect is) en zou je dus naar Wikipedia moeten verwijzen.
2. Ik weet niet precies wat je al weet van Karl Marx maar de basis is natuurlijk het bestaan van twee klassen. De mensen die productiemiddelen bezitten (kapitaal hebben) en de mensen die daar werken (werknemers). Dit zijn de enige twee klassen en ze zijn in constant conflict, vooral na de industrialisatie. Er wordt namelijk bij arbeid meerwaarde geproduceerd, deze meerwaarde stijgt naarmate er meer technologische vooruitgang is. Beide klassen willen die meerwaarde voor zichzelf houden. In het verleden zorgden de kapitaalbezitters ervoor dat zij het overgrote deel van die meerwaarde kregen. Het verschil wordt echter uiteindelijk zo groot dat de onderklasse realiseert hoe erg ze uitgebuit worden en komt in opstand. Karl Marx stelde voor dat tijdens dergelijke opstanden de bovenklasse compleet vernietigd moet worden waardoor er slechts één klasse overblijft. Zo zal de meerwaarde van arbeid gelijk verdeeld worden over de gehele bevolking. Dus elke vorm van winst een ethisch probleem volgens Karl, gezien die volgens hem niet te verantwoorden is. De bezitters krijgen tenslotte een deel van de meerwaarde die door andere mensen geproduceerd is, wat als stelen gezien kan worden. |
Laat ik eens heel globaal wat over 1 zeggen:
Het verschil ligt hem vooral in de benaderingswijze. Analytische filosofie is wat meer 'down to earth'. Je beschouwd een vraag en past er een stricte vorm van deductieve logica op toe(anname-implicatie structuur, zoals bvb in de wiskunde). Dan kijk je of er interne tegenstrijdigheden zijn of niet, en vergelijkt de implicaties met die van andere verzamelingen aannames. Dat is meer de Engelse lijn. Bertrand Russuls is een van de paradepaardjes van deze manier van denken. De continentale filosofie is wolliger, er worden met allerlei dure woorden gesmeten, en vage, multi interpretable begrippen gebruikt. Uiteindelijk weet je niet eens meer waar het nu eigenlijk om ging, behalve dat het een verhaal is die je op vele manieren kan interpreteren met veel begrippen die niet strak en eenduidig gedefinieerd zijn. Dit is misschien een simplistische weergave van de stromingen, maar hier komt het ongeveer op neer. Logischerwijs verwacht je dan ook dat het eerste gaat over meer objectieve onderwerpen(bestaat god, metafysica, staat de toekomst vast, etc) en het 2de over minder eenduidige onderwerpen(ethiek, estethiek, etc, etc). |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:39. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.