Wat mij erg geholpen heeft zijn twee dingen:
Deel je dag op in kleine blokken, waarbij je bijvoorbeeld maximaal 30 of 45 minuten achter elkaar leert. Plan na elk leerblok een ander type activiteit. Dat kan iets huishoudelijks zijn (ruim je bureau op) of iets leuks ter beloning van jezelf (kijk één aflevering van je favoriete serie, ga lopen met de hond).
Plan dat je leert en niet zozeer hoeveel je leert (in een schoolsituatie, dit kan ook gelden voor werk, etc.). Je bepaalt dat je drie blokken van 45 minuten aan het vak Wiskunde besteed. Je zegt dus niet "Ik ga 20 opgaven maken" maar puur hoeveel tijd je er in gaat investeren.
|