![]() |
Nederlands, grammaticavraagjes.
Ok, k heb morgen een gecoordineerd pw,
en heb net dus een oefentoetsje gemaakt. Paar vraagjes: 1. Deze leraar is vandaag enorm boos. Ik dacht dus: enorm boos --> bep. van gesteldheid Het was dus --> nw. deel van gez. Is koppelt wat aan het ond, maar enorm boos zegt toch ook iets over hoe het met het ond. is? 2. Dat kan hij echt heel goed. Wat is dat in deze zin? 3. Ik heb voor mijn broertje een cd gekocht voor zijn slagen. Is voor zijn slagen hier de bijw. bep, of het voorzetselvw? Alvast bedankt :o :) |
1. Deze leraar is vandaag enorm boos. Enorm boos zegt iets over deze leraar, daar heb je inderdaad gelijk in. Nou moet ik even nadenken over het verschil tussen bepaling van gesteldheid en naamwoordelijk deel van het gezegde... en ik kan het even niet zo snel bedenken, sorry. Maar je zou deze zin kunnen vergelijken met de volgende zin:
Jan is ziek. Is ziek is hier het naamwoordelijk gezegde en ziek dus het naamwoordelijk deel van het gezegde. Ziek zegt namelijk iets over Jan (de zieke Jan). Je ziet hier vast wel overeenkomsten met de zin die jij noemde. Enorm boos zegt iets over deze leraar (de enorm boze leraar). Ik denk dat je, als je zulke zinnen krijgt op je proefwerk, bovenstaande voorbeeldzin in gedachten moet houden. 2. Dat kan hij echt heel goed. Ontleed deze zin eens. 'kan' is de persoonsvorm. 'hij' is het onderwerp. En stel nu eens de volgende vraag (lijdendvoorwerpvraag): wat kan hij heel goed? Het antwoord is dat: dat is dus het lijdend voorwerp. 3. Ik heb voor mijn broertje een cd gekocht voor zijn slagen. Ik vind het altijd moeilijk het verschil te zien tussen voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling, dus als er mensen zijn die dat goed kunnen uitleggen... graag! :) Ik denk zelf dat het een bijwoordelijke bepaling is, maar vraag me niet waarom :D. Ik hoop dat je iets aan 1 en 2 hebt, 3 moet je maar weer vergeten. Succes! |
Dank je :)
De 2e was een btje dom (:o) en de 1e snap ik nu redelijk, maar in andere zinnen zit ik er nog wel mee te klooien.. Ik heb even het vzvw opgezocht :); *knip* Je kunt van een voorzvw spreken als 1 vd 2 onderstaande kenmerken van toepassing is: 1 Het vzvw is met een ww verbonden dmv een vast voorzetsel. Dit voorzetsel kan je niet vervangen door een ander, zonder dat de betekenis verandert. 1. Wij rekenen op je komst. 2. Wij rekenen op een kladblaadje. Alleen in 2 kan je op vervangen door wat anders. Op een kladblaadje --> Bijw. bep. Op je komst --> vzvw 2 Het vzvw is verbonden met een ww, dat geen letterlijke, maar figuurlijke betekenis heeft. 1. Ik reken op je komst 2. Ik reken 3. Hij hangt aan zijn ouders 4. Hij hangt 1 & 3 --> Vzvw Nou ja.. dat stond in mn boek :) 3. Ik heb voor mijn broertje een cd gekocht voor zijn slagen. Voor zijn slagen --> ik denk vzvw, kan het niet vervangen door een ander vz? Hm.. k heb nu zeg maar de hele toets gemaakt, heb nog wat vraagjes :o 1. Zijn vrouw is ernstig gehandicapt ersntig gehandicapt --> 1.Wat is zijn vrouw? ernstig gehandicapt, dus lijd.vw. 2. Het zegt iets over die vrouw, dus bep. v. gesteldheid? of 3. nw deel van het gezegde, is --> kpplww? (zit hier echt heel erg mee te klooien :o) 2. De leerlingen verlangen naar de herfstvakantie. naar de herfstvakantie --> bijw bep? Of lijdend vw?[/SIZE] 3. Kleine golfjes kabbelen tegen de pier. = actief, moet passief maken. Ehm, Door kleine golfjes word gekabbeld tegen de pier oid? Hm.. is n btje lang verhaal geworden.. :o |
De golfjes worden tegen de pier gekabbeld. Grammaticaal correct, slaat alleen nergens op :) :D
|
Als ik kijk naar jouw uitleg over het voorzetselvoorwerp, die overigens zeer duidelijk was, denk ik dat voor zijn slagen geen voorzetselvoorwerp is. Voor zou je namelijk ook kunnen vervangen door bijvoorbeeld vanwege. Nou is dat wel een woord met ongeveer dezelfde betekenis, en het is ook geen voorzetsel, maar toch... En hoort voor bij het werkwoord? En bij welk werkwoord dan? Ik kan geen werkwoord vinden waar het bij zou kunnen horen. :confused:
Nu die andere zinnen. 1. Zijn vrouw is ernstig gehandicapt. Dit is net zo'n zin als Jan is ziek, je zou namelijk ziek voor ernstig gehandicapt in de plaats kunnen zetten. Ernstig gehandicapt is dus het naamwoordelijk deel van het gezegde en 'is' is inderdaad een koppelwerkwoord. Je hebt gelijk, dit is ook best ingewikkeld. Ik wil je daarom echt als tip meegeven je theorie over het naamwoordelijk gezegde echt uit je hoofd te leren en de zin 'Jan is ziek' als voorbeeldzin te nemen en zinnen uit het proefwerk echt met deze zin te vergelijken (kun je het woord ook vervangen door ziek, klopt de zin dan nog? want: in het geval van een lijdend voorwerp zou de zin niet echt meer kloppen ; de jongen heeft zijn moeder een bloem gegeven ; een bloem kan echt niet vervangen worden door 'ziek' oid). 2. De leerlingen verlangen naar de herfstvakantie. Zoals ik in mijn vorige reply al schreef, stel hier eens de 'lijdendvoorwerpvraag'. Wat verlangen de leerlingen? Je kunt nu niet het antwoord 'naar de herfstvakantie' geven. Wanneer de vraag als volgt had geluid: Waar verlangen de leerlingen naar? zou dat wel gekund hebben, maar dit is niet de vraag die je mag stellen. En een antwoord als 'de herfstvakantie' zou weer wel kunnen, maar dan sla je het woord 'naar' over, terwijl naar wel bij de woordgroep hoort, en dat mag niet! 'naar de herstvakantie' is dus geen lijdend voorwerp. Wat dan wel? Nou, een bijwoordelijke bepaling dus. :) 3. Kleine golfjes kabbelen tegen de pier. (actief) Wil je van deze zin een passieve zin maken, moet er dus iets veranderd worden. Wat jij bedacht, lijkt mij een goede optie. Passief: Door kleine golfjes wordt tegen de pier gekabbeld. Of Er wordt tegen de pier gekabbeld door kleine golfjes. Persoonlijk vind ik de tweede zin beter (niet omdat ik hem zelf bedacht heb hoor!), omdat deze net iets beter loopt. Maar dat is mijn mening, jij moet maar beslissen wat jij het beste/mooiste vindt klinken. Ik hoop dat je dit nu begrijpt. Als je meer vragen hebt, moet je ze maar stellen. Ik vind het wel leuk! :) Succes in ieder geval met je toets! Laat je de uitslag nog weten? |
Citaat:
Citaat:
|
Citaat:
Ik zal het voorbeeldje onthouden, dat zal een hoop schelen :) De uitslag krijg ik pas na de herfstvakantie, zal nog wel een tijdje duren.. Vorig jaar had ik id pw week een 4,3 voor grammatica (:o), k hoop dat het deze keer beter gaat :) |
Citaat:
2) noem me gek, maar hier zou ik dus een voorzetselvoorwerp van maken. Het werkwoord is "verlangen naar", je zou niet kunnen zeggen "verlangen op" of "verlangen naast". Als het ww dan een vaste constructie is, is het voorzetselvoorwerp. Zo heb ik het geleerd... Trouwens, lijd. vw. en ond. kunnen nooit met een voorzetsel beginnen. |
Zoals anderen hier al hebben gezegd:
Als je wilt weten wat het lijd. vw is: NOOIT de wat-vraag stellen (maar maakt de zin van actief naar passief en kijk wat meeveranderen moet) Voor zijn slagen is bijw. bep denk ik -->lijken blijken blijven schijnen zijn worden blijven: allemaal koppelwerkwoorden, zegt dus altijd iets over het onderwerp ik ben ziek, dat zegt iets over ik jan schijnt op vakantie te zijn, dat heeft natuurlijk met jan te maken Dit is allemaal nw deel van het gezegde onthoud het bovenstaande rijtje dat handig! |
AAAAAAJeeeeeeeeeeeeiwssssssssssss
Als ik dit zie..wil ik weer ontleden :D (serieus) Ontleden roelt, teksten sucken :) |
Citaat:
|
Voor mij geen spelling..want de logica van de schrijfwijze is meestal slecht!
waarom diarree met dubbel r ? etc. Ik hou van logische schrijfwijzen ;) (logische -> logise) |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 05:40. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.