[kort verhaal] Regen
 

Regen




“Goedemorgen Natas!”
“Ha mams. Goed geslapen?”
“Nee, ik kon niet slapen van de warmte.”
“Vervelend he, die zwoele zomernachten?”
“Zeg dat wel. Hebben jij en Tim nog geslapen?”
“Nee, niet echt. We zijn op het balkon gaan zitten, we hadden de draden daar
gesponnen.”
“Ligt dat niet ongelofelijk beroerd?”
“Nee hoor, dat valt wel mee. Tim had wat humus op het balkon gesleept. We
hebben zo heerlijk... geslapen.”
“Geslapen? Zo klonk het anders niet. Het is goed dat je aan sex doet, maar
ik vind het niet fijn als je erover liegt.”
“Goed, we hadden hete seks op het balkon. Met sk.”
“Met een ‘s’ en een ‘k’? Hadden de buren er geen last van?”
“Nee, ik geloof het niet. Ze waren druk bezig met het jagen, dus zo erg
hebben ze het niet gevonden.”
“Dan is het goed. Want bij de laatste buurtorgie kreeg ik er klachten over,
dat jullie er niet waren en ook nog eens dat jullie nooit zo actief zijn.”
“Tim is nog maar een jungske, Hij is er nog niet in geslaagd mij te
bevruchten.”
“Nóg niet? Verdomme. Probeer Geert anders eens, je weet wel, die van de
buren.”
“Maar hij hoort niet bij ons. Wat moeten we dan met hem?”
“Datgene wat we altijd doen, nadat we bevrucht zijn. Dat ene.”
“Nee. Ik hou het op Tim. Hij doet het goed, of het hem nu wel of niet lukt.
Binnenkort, binnenkort moeder.”
“Je bent een goede dochter.”

“Henkje, kom je mee?”
“Nee! Ik wil grote spinnetjes kijken!”
“Henkje, het regent. Je moeder wil doorlopen.”
“SPINNETJES KIJKEN!”
“Kom mee jochie. Morgen gaan we weer naar de dierenwinkel. Dan kan je weer
naar de spinnen kijken.”
“Rik, maak die jongen niet zo gek met die spinnen. Tarantula’s zijn
gevaarlijke beesten, het zijn vogelspinnen, met of zonder giftanden.”
“Samantha, kom op. Wat kunnen ze doen, ze zitten achter het glas. Ze zijn
ongevaarlijk.”
“Het zijn enge beesten.”
“Wisten jullie dat ze de mannetjes, die kleiner zijn, doodmaken nadat ze
zwanger geraakt zijn?”
“Vera, waarom denk je dat we dat willen weten? En waarom weet jij dat
eigenlijk?”
“Ik verveelde me een aantal dagen geleden. Buiten was het flutweer, dus ik
ging naar binnen, om lekker op internet te surfen. Toen kwam in dat tegen.”

Gezin van der Voort loopt verder door de winkelstraat, allen verscholen
onder een grote paraplu. Henkie, die meegetrokken wordt door zijn vader,
kijkt de spinnen na. Of is het andersom?

Grappig, maar je mist nog wat in de uitwerking.

Zinnen als 'we hadden daar de draden gesponnen' zijn goed. Ze geven het geheel een bijna mythische lading. Althans, zelf dook ik direct terug naar de draad van Arachne in de Griekse mythologie, maar iedereen zal met me eens zijn dat het vreemd en magisch klinkt.

Met de buurtorgie dacht ik dat je mij, argeloze lezer, gewoon weer wilde shockeren. Het gedoe over seks met ks (sk?) valt voor mij wat buiten de boot van het verhaal, maar goed. Je moet je taal-frustraties ergens kwijt, dus waarom niet in een verhaal.
Maar helaas valt de spanning van de magische sfeer van het begin daarmee een luttel weg, wat zijn gevolgen heeft.

In de laatste alinea maak je een aantal fouten die de waarde van het verhaal wat omlaag halen. Zo noem je bijvoorbeeld te snel het woord 'spinnen' (vijf keer, godbetert!), waardoor de link met de gesponnen draden al snel gelegd is. Dat is jammer, want de verassing aan het einde valt daarmee als een pudding in elkaar, waardoor de eindzin, met een hoog 'Or is it?'-gehalte, een persiflage van zichzelf wordt.

Trouwens is het knap van je dat je tot aan het allerlaatst alleen een dialoog gebruikt hebt. Goede keuze.

Mijn advies en jouw devies luidt: herschreef het geheel een klein beetje, maar vooral de laatste alinea.

LUH-3417

Ik vond de eerste alinea zeer vermakelijk. Openhartig gesprek met moeders over een sexorgie, vreemde bedoeningen, erg leuk.

Vervolgens komen we er in de tweede alinea heel snel achter waar we mee te maken hebben, maar wordt er niets gedaan met dit gegeven en das erg jammer. Of het komt niet sterk over. Daarnaast treft de laatste zin geen doel omdat er in de eerste alinea totaal geen sprake was van de spinnen die de wereld buiten in de gaten hielden. Erg knap dat alles in dialoog geschreven is, ik zou het niet kunnen (y)

Dank jullie allebei voor de reacties. :)

Je hebt gelijk over de laaste zin. Toch laat ik het zo staan, of ik moet het vanavond nog gaan herschrijven. Als ik dat doe, staat het morgen online.

Ja, ik ga het herschrijven. Morgen hebben jullie de betere versie. LUH-3417, je argumenten kloppen. En morgen heb ik ook meteen gereplyed op je verhaal. Nu heb ik te kampen met tijdsgebrek.

Verbeterde versie:

Regen




“Goedemorgen Natas!”
“Ha mams. Goed geslapen?”
“Nee, ik kon niet slapen van de warmte.”
“Vervelend hè, die zwoele zomernachten?”
“Zeg dat wel. Hebben jij en Tim nog geslapen?”
“Nee, niet echt. We zijn op het balkon gaan zitten, we hadden de draden daar
gesponnen.”
“Ligt dat niet ongelofelijk beroerd?”
“Nee hoor, dat valt wel mee. Tim had wat humus op het balkon gesleept. We
hebben zo heerlijk... geslapen.”
“Geslapen? Zo klonk het anders niet. Het is goed dat je aan seks doet, maar
ik vind het niet fijn als je erover liegt.”
“Goed, we hadden hete seks op het balkon.”
“Poe poe. Had je geen last van… hen?”
“Nee, ik geloof het niet. Ze waren druk bezig met het jagen, dus zo erg
hebben ze het niet gevonden.”
“Dan is het goed. Trouwens, bij de laatste buurtorgie kreeg ik klachten over het feit
dat jullie er niet waren en ook nog eens dat jullie nooit zo actief zijn.”
“Tim is nog maar een jungske, Hij is er nog niet in geslaagd mij te
bevruchten. We gaan nog niet zo graag openbaar.”
“Nóg niet? Verdomme. Probeer Geert anders eens, je weet wel, die van de
buren.”
“Maar hij hoort niet bij ons. Wat moeten we dan met hem?”
“Datgene wat we altijd doen, nadat we bevrucht zijn. Dat ene.”
“Nee. Ik hou het op Tim. Hij doet het goed, of het hem nu wel of niet lukt.
Binnenkort, binnenkort moeder.”
“Je bent een goede dochter.”

“Henkje, kom je mee?”
“Nee! Ik wil heel veel pootjes diertjes kijken!”
“Henkje, het regent. Je moeder wil doorlopen.”
“Dingensjes KIJKEN!”
“Kom mee jochie. Morgen gaan we weer naar de dierenwinkel. Dan kan je weer
naar die dingen kijken.”
“Rik, maak die jongen niet zo gek met die griezels. Tarantula’s zijn
gevaarlijke beesten, het zijn vogelspinnen, met of zonder giftanden.”
“Samantha, kom op. Wat kunnen ze doen, ze zitten achter het glas. Ze zijn
ongevaarlijk.”
“Het zijn enge beesten.”
“Wisten jullie dat ze de mannetjes, die kleiner zijn, doodmaken nadat ze
zwanger geraakt zijn?”
“Vera, waarom denk je dat we dat willen weten? En waarom weet jij dat
eigenlijk?”
“Ik verveelde me een aantal dagen geleden. Buiten was het flutweer, dus ik
ging naar binnen, om lekker op internet te surfen. Toen kwam in dat tegen.”

Gezin van der Voort loopt verder door de winkelstraat, allen verscholen
onder een grote paraplu. Henkie, die meegetrokken wordt door zijn vader,
kijkt de spinnen na. Of is het andersom?