Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg
 

Ik moet bewijzen dat het onzekerheidsprincipe niet toepasbaar is in de ruimte.
De opdracht :
Een bestuurder wordt op de melkweg geflitst voor het overtreden van de intergalactische snelheidsbepreking van
6.10(3) m/s, en hij gaat 10(7) m/s met een voertuig van 1000 kg.
Hij vertelt de rechter dat hij het niet was die zo snel ging, want met het onzekerheidsprincipe kan je stellen dat ik eender waar zou kunnen zijn, ik zat 10 m verderop.
Geef nu het bewijs van de rechter dat dat NIET zo is.
Ik heb al twee bewijzen maar volgens mij zijn ze beide op iets fout gebaseerd, nl : 1, dat de wetten van de mechanica en niet die van de quantummechanica gelden in dit geval en 2, dat als je de gegevens invoert in de stelling van heisenberg, dat je iets negatief uitkomt.
Help.

Je eerste bewijs is het juiste. Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg is alleen maar toepasbaar op deeltjes en niet op de dingen waar je in het dagelijks leven op gewone (en dus niet op (sub)atomaire) schaal mee te maken krijgt. Je moet je dus op de klassieke (en eventueel de relativistische) mechanica richten om de juistheid van je stelling te bewijzen.

vindt ik een heerlijk ding, het principe van heisenberg :D