![]() |
Nu waren ze bij mij thuis...
Deze zomervakantie zou niet zo gezellig worden.
Eigenlijk was ik weer van plan om naar Hummelo te gaan, om weer avonturen te beleven met Jonny en zijn maatjes. Nu moest ik thuis blijven. “Waarom moet jij altijd ergens anders heen?’’ Had mijn moeder nog gevraagd. Voor mij was dat al lang duidelijk. Hier zit ik al het hele jaar en in Hummelo zijn de mensen veel vriendelijker. Maar hoe legde ik dat mijn moeder uit? Zou ik hun omgeving dan niet belachelijk maken? Uiteindelijk belde Jonny nog om te vragen of hij met zijn twee maatjes bij ons mocht komen. Mijn moeder had het al gehoord, dus nu kon ik geen nee meer zeggen. Dus de volgende dag stonden ze daar. Ze gingen eerst alles uitpakken. Kleren, boeken en cd’s vonden al gauw hun vaste plekje voor de komende twee weken op mijn kamer. Toen alles in mijn kamer eenmaal was klaargezet gingen we met zijn allen de omgeving bekijken. De twee maatjes van Jonny wisten nog weinig, dus legde Jonny en ik al gauw uit hoe de omgeving zich als het ware had gevormd en wat wij hier hadden meegemaakt. Eerst liepen we naar de stallen. Waar onze varkens nog zaten. Er liepen 9 biggetjes op de gang. Eigenlijk moesten die bij hun moeder zitten, maar ze hadden blijkbaar een manier gevonden om even weg te zijn uit hun hokje. Al gauw hadden we het gevonden. Ik tilde drie biggetjes en de anderen allemaal twee, zo legden we de biggetjes allemaal netjes terug bij hun hokje. Even later besloten we naar buiten te gaan om de omgeving te bekennen. “Wie het eerst de stal uit is”, riep één van de twee maatjes van Jonny nog. Maar ik struikelde al gauw over een bak met water, dus er viel eigenlijk al meer te lachen. “Ach”, zei Jonny, “ we hebben al wel ergere dingen meegemaakt. Terwijl we naar buiten liepen vertelde we dat we vroeger een keer met onze skelters tegen elkaar waren aangebotst. Dat was nog het ergste, toen lagen onze beide knieën open. We kijken naar de omgeving, die nog totaal onbekend was voor de 2 maatjes van Jonny. Op zich was het best mooi, dus we kwamen op het idee om er misschien ook nog een lied over te maken. Maar zo een onderwerp duurde niet zo lang. Bobby, één van twee maatje van Jonny. Zag al gauw een hertje lopen: “Hey, wat loopt dat beestje daar alleen”. We wilden hem helpen en hij kwam al gauw op ons af. Dat was wel moedig voor zo een klein beestje, maar blijkbaar had hij geen angst voor ons. Dit hertje was nog klein en jong. Hij kon nog moeilijk alles zelfstandig doen. Maar toen we zijn pootje zagen, besloten we hem mee te nemen. Zijn pootje zat helemaal onder het bloed. Nu hadden we een groepje van vijf. En we besloten langzamer te gaan lopen om ons aan te passen aan het tempo van het hertje. Eigenlijk waren we helemaal niet van plan om lang buiten te blijven, maar we wilden het hertje toch gezelschap geven. Dus we hadden al gauw iets te doen. We gingen met elkaar overleggen wat we allemaal konden doen. Voor het hertje gingen we een hokje maken. Een heel groot hokje waar we de rest van de dag wel mee bezig zouden zijn. Net zo als we vroeger hutten gingen bouwen, maakten we nu een overdekt hokje voor het hertje. Het werd heel mooi. Er kwam zelfs een deurtje in. De avond naderde. Het werd donker. En het hokje was al bijna klaar. We hadden er al een paar uur ingestoken. En we besloten naar binnen te gaan. En de volgende dag weer met het hertje op pad te gaan. Binnen gingen we nog een beetje tv kijken. We zagen mensen met stro pakken tillen. Dat leek pas mooi, krachtig en misschien wel stoer voor een paar. Mijn vader had ons nog verteld dat er stro pakken getild moesten worden de volgende dag. Door deze beelden op tv kregen we er alleen maar meer zin in. We waren buiten, bij het hertje. Maar we konden ook zien wie er allemaal langs kwam. We gingen boven allemaal hemdjes zoeken. Die stoere kerels op tv hadden tenslotte ook allemaal hemdjes aan… Zo verheugden we ons al op de volgende dag. Gelukkig, het was toch niet zo saai bij ons als ik van te voren allemaal gedacht had. |
Hey, op zich best een leuk verhaaltje. :) Maar staat dit op zichzelf of is het 1 van meerdere delen?
Een paar foutjes: - De twee maatjes van Jonny wisten nog weinig, dus legde Jonny en ik al gauw uit (...) Legde moet legden zijn. - We kijken naar de omgeving, die nog totaal onbekend was voor de 2 maatjes van Jonny. Kijken moet keken zijn. - Bobby, één van twee maatje van Jonny. Zag al gauw een hertje lopen: Geen punt en hoofdletter Z, maar een komma, de zin loopt immers door. - Een heel groot hokje waar we de rest van de dag wel mee bezig zouden zijn. Misschien ligt 't aan mij, maar ik vind een heel groot hokJE zo raar klinken. Je hebt wel al veel verhalen hier geplaatst (6/7)... Beetje veel, misschien kan je beter ff wachten met een volgend verhaal plaatsen. |
Ik bespeur weer wat vooruitgang :)
* Omdat ze een toch wel redelijk belangrijke plaats in het verhaal innemen, zou ik graag ook de namen te weten komen van de 'maatjes van Jonny'. Nu lijkt het net of het twee karakterloze figuren zijn waar je zelf eigenlijk niets mee te maken hebt, en dat terwijl je er wel de hele dag mee optrekt! * Het woord 'hemdje' vind ik niet echt passen bij grote jongens. * De omgeving moet je niet bekennen maar verkennen (bekennen=toegeven). * "Maar ik struikelde al gauw over een bak met water, dus er viel eigenlijk al meer te lachen. “Ach”, zei Jonny, “ we hebben al wel ergere dingen meegemaakt."" Hier wil je laten zien dat Jonny en jij geen aanstellers zijn, maar door het op deze manier doen komt het opschepperig over. Als dit volgens Jonny namelijk niets bijzonders zou zijn, dan zou ie er niet eens over beginnen. Omdat het niet over Jonny zelf gaat, klinkt het bovendien nogal kil; en dat terwijl de sfeer in het verhaal juist heel gemoedelijk is. Daarom denk ik dat het beter zou zijn als iemand zou vragen of het wel gaat en dat jij dan iets zou zeggen van: "Ja joh, dat bot groeit vanzelf wel weer aan elkaar," of: "Ja joh, ik kan wel wat hebben." Probeer de volgende keer eens (nog) iets meer een verhaal te schrijven in plaats van een verslag (als je zin hebt). Dus bouw de spanning op en boei de lezer. Gegroet, Johan (Niet dat ik de spanning er altijd in weet te houden: <hierzo> :p Maarja, de beste stuurlui... (wat een kutcliché!!! :mad: )) |
Waarom moet ik wachten met het volgende verhaal. Dit is eigenlijk ook een deel van mijn eerdere verhaal ja. Ik probeer het uit te bouwen. Juist daarom wil ik niet wachten. Ik heb zoveel verhalen over ons vieren, nu wil ik veel meer plaatsen. Tot ik echt geen inspiratie heb. toch?
|
Citaat:
Ik vind het namelijk op sommige momenten toch net een dagboek worden. *Maar wie ben ik :o * |
Ik heb nou 2 kleine verhalen vanuit het ik-perspectief met Jonny verteld. Lijkt het zo echt? Denk je nou echt dat het waargebeurd is? Maar als het teveel op een dagboek lijkt. Moet ik van die ik dan ook een naam maken?
|
Citaat:
|
Ik weet nie of t verhaal in zn geheel wel lekker zal lopen. Het zijn geen verhalen onder schooltijd, maar in de vakanties.
Dan komt er iedere keer een heel groot gat tussen de avonturen. |
Citaat:
Gegroet en succes! Johan |
Maar mijn grootste vraag is? moet ik het vanuit een ik perspectief verder schrijven of van de ik toch een naam maken?
|
Citaat:
|
Wanneer zou je minder snel denken aan een dagboek, met ik of met een naam?
|
Citaat:
Misschien is het een idee om eens wat meer fictie te schrijven? Gegroet, prettige feestdagen en succes! Johan |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:05. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.