![]() |
[Scheikunde] Zuren en basen
Beste mensen,
Ik heb nog al wat problemen met het onderwerp "Zuren en basen", dat nu behandelt wordt bij scheikunde. Daarom wil ik graag de scheikundigen hier op het forum raadplegen. Ik heb enkele vragen, als iemand me zou willen helpen: heel graag :) 1) Wanneer kan een stof nou een H+ proton afstaan (als deze in water wordt opgelost)? Zelf weet ik alleen dat dit kan als een COOH-groep in zijn karakteristieke vorm (als zuur) voorkomt. Maar bijvoorbeeld HF kan ook zijn H+ proton afsplitsen, en deze stof heeft géén COOH-groep. Waarom kan dit dan wel? En als deze stof het wel kan, waarom kan pak 'm beet CH3CH2OH het dan weer níet? 2) Volgens mijn antwoorden verlaagt Cl- de pH van water als je die stof in water oplost. Maar een Cl- ion bevat geen H'tje, dus kan er toch ook geen H30+ worden aangemaakt? Hoe zit dat? 3) Wat is nu precies de "Kz-waarde", en wat kan je er mee? Wat heeft Binas tabel 49 met het hele zaakje te maken en wanneer moet je die gebruiken? 4) Hoe weet ik wat er zal gebeuren als ik een stof (koolwaterstof, moleculaire stof, zout, een enkel ion etc.) in water laat oplossen, als ik moet zeggen wat er met de pH zal gebeuren. (Bijvoorbeeld omhoog of omlaag) Ik hoop dat jullie me kunnen helpen, met een antwoord op een of meerdere vragen zouden jullie me al goed helpen. Alvast bedankt! |
COOH is een katerstiekegroep bij een koolwater en dat geeft aan dat het een zuur is. Dit kun je als volt testen
COOH + H2O --> H3O+ (Dit is dus plus dus zuur) en Zuurrestion namelijk CO2 (Dit stijg naar boven maar als het als een koolwaterstof zit natuurlijk niet. Je kan het zelfde doen met alle andere zuren bijvoorbeeld Zoutzuur HCL + H2O --> H3O+(Dit is dus plus dus zuur) en CL- het zuurrestion. Vraag 2 Nee, Als H3O+ en CL- min met elkaar reageren tot HCL ontleed zich meteen in H3O+ en CL-. dit komt omdat HCL een sterkzuur is. Vraag 3 Kz geeft aan wat de zuurconstante is. Dus eigelijk hoe goed een zuur oplost in water. Als je kijkt in het tabel zie je dat De eerst 7 zeer goed oplossen in water. Terwijl die daarna komen steeds slechter op lossen in water. Je gebruikt het alleen waneer je moet kijken hoe goed iets oplost in water. Vraag 4. Je moet kijken of wanneer iets oplost een H+ afstaat of juist H+ kan op nemen. (Dit meestal met OH- of iets waarmee je het kan terug redeneren.) Wanneer het een H+ afstaat daalt de Ph en waneer hij H+ opneemt stijgt het Ph En nu ben ik klaar :) |
Citaat:
De reden waarom ethanol dit niet doet, is denk ik omdat er sprake is van een apolaire binding tussen C-H. Deze binding is veel zwakker dan een waterstofbrug die in water voor komt, waardoor ethanol haar H-tjes niet kan afstaan Citaat:
Citaat:
Wat is de pH van 0,10 M azijnzuur? CH3COOH (aq) + H2O (l) <---> H3O+ + CH3COO- [H3O+][CH3COO-] / CH3COOH = Kz(volgens binas 49 is dit dus) = 1,7 .10-5 We kunnen vervolgens concluderen dat er een x hoeveelheid wegreageerd. Er is dus een evenwicht als bij: 0,10-x <---> x + x Dit ingevuld in de concentratiebreug levert: x²/(0,10-x), omdat het echter om een zwakzuur gaat, wordt x verwaarloosbaar klein. Er mag dus gestelt worden: x²/0,10=1,7 .10-5 x=1,3 .10-3 WE controleren nu of x verwaarloost mag worden ten opzichte van 0,10: 1,3 .10-3/0,10= 1,3% Alles onder de 10% mag de ionisatie worden verwaarloost. De pH is hier dus: - log [H3O+]= -log [1,3 .10-3] De pH is dus 2,9 Citaat:
|
Nog ff over 2:
Ik heb ff geen Binas bij de hand, maar volgens mij behoort Cl- tot de (extreem) zwakke base en zal dus bijna geen H+ kunnen opnemen. |
Citaat:
@darkshooter: Je vermoeden dat het chloride-ion een te zwakke base is om waterstofionen op te kunnen nemen is juist. |
Sorry voor mijn wat late reactie, maar beter laat dan nooit ;)
Bedankt voor jullie antwoorden, ik ben weer wat wijzer. Ik heb er zelf nog eens naar gekeken en heb dan tot slot nog één vraagje over mijn redenering. Ik redeneer zo: eerst kijk ik of de stof organisch of anorganisch is. Als de stof organisch is kijk ik of er een COOH-groep is en of deze in zijn karakteristieke vorm aanwezig is. Zo ja, dan kan de stof een H+ ion afstaan. Zo nee, dan kan het geen ion afstaan. Is de stof anorganisch, dan kijk ik bij BINAS tabel 49. Staat de stof daar bij, dan kan de stof een H+ ion afstaan, zo niet, dan niet. Klopt dit? Als het niet klopt zou ik toch nog graag lezen wat ik dan fout doe en hoe het anders moet. Nogmaals alvast bedank :) Overigens: Wat ik hier boven schreef over het Cl- ion ("(2) Volgens mijn antwoorden verlaagt Cl- de pH van water als je die stof in water oplost. Maar een Cl- ion bevat geen H'tje, dus kan er toch ook geen H30+ worden aangemaakt? Hoe zit dat?") klopt inderdaad niet. Ik had het verkeerd gelezen, was dus mijn fout :o |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 07:18. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.