![]() |
Buffers
Een vraagje: 1 van de eisen die men aan een bufferoplossing stelt is,dat de pH slechts weinig verandert bij toevoeging van een kleine hoeveelheid base. In het volgende zal onder een kleine hoeveelheid base steeds 0.1 millimol NaOH worden verstaan die aan een 100 ml oplossing wordt toegevoegd.
De volumdeverandering kan buiten beschouwing blijven. Een niet al te verdunde oplossing van een sterk zuur voldoet aan de gestelde eis. Hier komt de vraag: Toon door berekening aan dat 0.10 molair waterstofchloride (HCL) aan deze eis voldoet. Wie kan mij verder op weg helpen? |
Er geldt: [H3O+]=0,1 mol/l, dus 100 ml HCl-oplossing levert 0,01 mol H3O+=10 mmol H3O+, waaraan 0,1 mmol NaOH wordt toegevoegd wat met 0,1 mmol H3O+ reageert zodat 9,9 mmol H3O+ over blijft.
De oorspronkelijke HCl-oplossing heeft een pH van -log(0,1)=-(-1)=1. De nieuwe oplossing bevat 9,9 mmol H3O+/100 ml=99 mmol H3O+/l=9,9*10-2 mol/l, dus pH=-log(9,9*10-2)=1,004, waaruit blijkt dat een 0,10 M HCl-oplossing aan de eis voldoet. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 13:10. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.