![]() |
Co2
ff wat vragen waar ik na lang piekeren nog steeds niet uitkom.
Als lucht in water wordt geleid, stelt zich o.a. het volgende evenwicht in: CO2 (g) -> CO2 (aq) Voor dit evenwicht geldt: [CO2 (aq)] -------------- = K1 [CO2 (g)] Hierin is [CO2 (aq)] de evenwichtsconcentratie van CO2 in het water en [CO2 (g)] de concetratie van CO2 in de ingeleide lucht. Lucht bevat 3.0*10^-2 volumeprocent CO2. Als lucht in contact komt met water, is [CO2 (aq)] bij 298 K maximaal 1.0*10^-5 mol*l^-1 Bij 298 K en p=p0 is het molaire gasvolume 24 dm^3. A. Bereken uit voorgaande gegevens de waarde van K1 bij 298 K Van het opgeloste CO2 wordt slechts een klein deel omgezet in koolzuur: CO2 (aq) + H2O (l) -> H2CO3 (aq) Voor dit evenwicht geldt: [H2CO3 (aq)] ----------------- = K2 [CO2 (aq)] Bij 298 K heeft K2 de waarde 7.0*10^-4 Koolzuur protolyseert aldus: H2CO3 (aq) + H2O (l) -> H3O+ (aq) + HCO3- (aq) Bij 298 K heeft Kz van H2CO3 de waarde 6.3*10^-4 Omdat de hoeveelheid H2CO3 (aq) gering is t.o.v. de hoeveelheid CO2 (aq) wordt het protolyse-evenwicht ook wel beschreven als: Co2 (aq) + 2 H2O (l) -> H3O+ (aq) + HCO3- (aq) Voor dit evenwicht geldt: [H3O+ (aq)] * [HCO3- (aq)] ----------------------------------- = Kz' [CO2 (aq)] Voor Kz' geldt de volgende betrekking: Kz'=K2*Kz (met Kz wordt hier Kz van H2CO3 bedoeld) Waterstofcarbonaat, HCO3-, kan als zuur fungeren. Toch is een oplossing van natriumwaterstofcarbonaat basisch. Als 2.0*10^-2 mol natriumwaterstofcarbonaat in 1.0 liter CO2-vrij water van 298 K wordt opgelost, ontstaat een oplossing met pH=8.3 Door berekening vindt men dat [CO2 (aq)] in deze oplossing 2.3*10^-4 mol*L^-1 bedraagt. Hier komt dan eindelijk de vraag: B. Geef deze berekening. |
A. Omdat lucht 3*10-2 % CO2 bevat zal 1 liter lucht 3*10-4 liter CO2 bevatten. Bij een temperatuur van 298 K heeft 1 mol CO2 een volume van 24 liter, dus 1/24 mol heeft dan een volume van 1 liter, dus 3*10-4 liter CO2 komt dan overeen met 3*10-4/2,4*101 mol=1,25*10-5 mol,
dus [CO2 (g)]=1,25*10-5 mol/l. Dit geeft: K1=1*10-5/1,25*10-5=1/1,25=4/5=0,8=8*10-1. B. Omdat de pH 8,3 bedraagt geldt: [H3O+ (aq)]=10-8,3=5,01*10-9 mol/l. Verder geldt: [HCO3- (aq)]=2*10-2 mol/l en Kz'=K2*Kz =7*10-4*4,5*10-7=3,15*10-10. Hieruit is dus [CO2 (aq)] te berekenen. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:11. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.