paar vraagjes over scheikunde
 

hoihoi, heb binnenkort se scheikunde
heb nu paar vraagjes:
1. Als je HCl bij NaOH doet welke reactie krijg je dan, of maakt het niet uit
H+ + Cl- + OH- + Na+ -> H2O + Cl- + Na+
Of
H3O+ + Cl- + OH- + Na+ -> 2 H2O + Cl- + Na+

Of maakt het niet uit hoe je dit schrijft.

Vraag 2: Je hebt een azijnzuurbuffer Ac-/Hac. Deze is gemaakt van 0,20 mol Ac- en 0,80 mol Hac. Als je er wat HCl bijdoet, dan verandert de PH amper door de bufferende werking, maar zodra je meer dan 0,20 mol H3O+ gaat de bufferende werking verloren, omdat de Ac- dan niet meer kan bufferen. Maar hoe bepaal je dan de nieuw PH als je bijvoorbeeld 0,3 mol H3O+ toevoegd. De Kz van Hac= 4,76
Ac-
PH= PKz x -----
HAc


Vraag 3: reageert zwavelzuur met OH- ?
Vraag 4: Welke zuren kunnen allemaal als reductor optreden? Ik weet methaanzuur,
Oxaalzuur, oxalaat, waterstofoxalaat en methanoaat. Zijn ze dit allemaal?

Vraag 5: wat is thio, dit weet ikniet meer helemaal zeker. Volgens mij is het S2O32- . Maar ik weet niet 100% zeker of dat goed is

Alvast bedankt

ik zie dat het niet helemaal goed is geplakt. Aan het einde van vraag 2 moet het volgende staan

Ac-
PH= PKz x -----
HAc

ggggggggrrrrrrrrrrrrrr :mad:
dan maar zow
aan het einde van vraag 2 moet de volgende formule staan

Ac-
----- x PKz = PH
HAc

Ehm...Als je met HCL opgelost in water schrijft MOET je H3O+ gebruiken, het ioniseerd nl. gelijk in water.

Sterk zuur en sterke base, zullen cker met elkaar reageren.
[quote]

1. ik heb nog nooit een H+ in een reactievergelijking gezien, dus het zal wel de tweede versie zijn

Op h.a.v.o.-niveau maakt men gebruik van het waterstofion in de theorie over zuren en basen en op v.w.o.-niveau gebruikt men daarvoor het hydromiumion H₃O⁺. Omdat alwaysgood het hydromiumion in zijn vraagstelling vermeldde ga ik er van uit dat hij scheikunde op v.w.o.-niveau doet.

@alwaysgood: Je formule bij vraag 2 is niet correct. De juiste formule met betrekking tot een buffer luidt: pH=pK_z-log([HZ]/[Z^-]), waarbij HZ het gegeven (zwakke) zuur is met zuurconstante K_z. Omdat je de molverhouding kent tussen HAc en Ac^- ken je dus ook de pH van het buffermengsel. Maak nu gebruik van het feit dat de verhouding [HZ]/[Z^-] tussen 0,1 en 10 moet liggen met inbegrip van deze grenzen om een goede bufferwerking te garanderen en maak tevens gebruik van het feit dat Ac^- met toegevoegd H₃O⁺ zal reageren.
Vraag 3 kan bevestigend worden beantwoord. Zie de reply van darkshooter.
Vraag 4 kan worden beantwoord door uit te gaan van de definitie dat een zuur een stof met een elektronentekort is en daardoor elektronenparen op kan nemen, wat betekent dat een zuur altijd als een oxidator en niet als een reductor moet worden opgevat.
Vraag 5 kan bevestigend worden beantwoord. Het thiosulfaation wordt inderdaad genoteerd als S₂O₃^2-.

bedankt alvast,
maar hoe bereken je de pH van een buffer, als je meer H3O+ toevoegt dan de buffer kan bufferen?

Je weet in ieder geval hoeveel H₃O⁺ wordt toegevoegd en hoeveel daarvan met Ac^- reageert. Door vervolgens van de standaarddefinitie van de pH uit te gaan, dus niet van de bufferformule, kun je aan de hand van de overmaat H₃O⁺ de pH bepalen.

maakt echt niet uit. ligt aan je leraar, vraag maar wat hij/zij liever ziet. want zelfs H3O+ is te klein om alleen voor te komen. in realiteit krijg je iets van (H9O4)+ ofzow

Bij ons wordt het op de examens foutgerekend als je H+ opschrijft.

ja juist, ligt dus aan je leraar. bij ons was dat in het middelbaar ook.
gewoon afspraken maken

Dat ligt dus aan het landelijke examen ;)

bij redoxreacties moeten wij gewoon H+ schrijven.... verder let ik er niet echt op