![]() |
Gedichten der Nederlandse literatuur.
Wij blijken de ziekelijke gezindheid te hebben alles met elkaar te vergelijken en stromingen te vormen. Zo kennen wij in de periode tussen 1914 en 1940 maar liefst zes substromingen van de stroming Modernisme.
Met welke stroming kan jij je het meest vereenzelvigen? Post ook gelijk wat behorende gedichten. |
ik verdiep me daar niet zo in eigenlijk,in stijlen.. ik ben meer een impulsieve schrijver en ik schrijf gewoon op wat er in me opkomt.. en ik heb een er hekel aan om dingen in cattegorieën te gooien. als ik het mooi vind, vind ik het mooi. klaar.
|
Citaat:
Ik had eigenlijk van dit topic ook gewoon 'Wat is je favoriete gedicht' kunnen maken. Dan zoek ik zelf wel de stroming erbij. |
Citaat:
Ik denk dat veel mensen die hier posten, hun gedichten posten die ze stiekem zelf al goed vinden en waarvan ze toch willen weten wat de rest ervan vindt. Experimentele dingen zijn gewoon veel enger om te posten, omdat je dan een veel grotere kans hebt om afgekraakt te worden. Wil je nog weten wat mijn favoriete gedicht is en dan de stijl er zelf bijzoeken? :P |
Trouwens...als ik een gedicht wil/ga schrijven, bedenk ik niet eerst van 'goh, in welke stijl zal ik vandaag eens gaan schrijven', maar ik schrijf gewoon iets op en kijk of het leuk klinkt. Wat boeit mij de stijl nou?
Laten we het eens hebben over jouw favoriete stijl :) |
Om het eerst even heel globaal te stellen: de vrije vers vind ik vaak mooier dan de klassieke vers.
|
Ik ben wel benieuwd eigenlijk wat je favoriete gedicht is. Omdat je vindt dat de gedichten hier vaak in dezelfde categorie zitten...wat wil jij dan lezen? En onder welke categorie vallen de gedichten die je hier leest?
|
Een favoriet gedicht kan ik niet vormen, daarvoor ken ik er nog niet genoeg.
Gedichten van Paul van Ostaijen vind ik wel goed, met name De bedreigde stad, een persoonlijke beschrijving van het onderdrukte België. Of Koos Schuur, één van de Vijftigers, krijgt ook mijn waardering. |
Citaat:
|
Hatsekidee, omhoog ermee.
Willem Elsschot Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren, hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in enig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man die zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood. |
ik creeer mijn eigen stroming :p
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:53. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.