scheikunde
 

He,

Nou heb weer eens een vraag. Een beetje een domme, immers heb het vroeger al eens gehad [ op de havo, zit nu op hbo], maar ik begrijp hem nu niet meer helemaal

Ik heb de reactie als volgt. 2Cr[H2O]6^3+ [aq] + 3NA2C03^-2[aq]----> 2Cr[OH]3[H2O]3 [s] + CO2 [g] + 3H2O [ thanks to blablalou :D ]

men voegt 10 ml van een oplssing van chroom 3 nitraat [ dat is die 2Cr[H2O]6^3 , moet die nitraat niet bij de reactie vergelijking hierboven?] van 0,3M bij 10 ml van Na2Co3. Bereken hoeveel mg neerslag er is en hoeveel mg gas er ontstaan.

Alavast bedankt

Het nitraation blijft in oplossing, evenals de natriumionen. Je krijgt dus een natriumnitraatoplossing waarin zich een neerslag van chroomhydroxide bevindt en waarbij kooldioxide als gas ontwijkt.
De chroomnitraatoplossing bevat 0,3 mol chroomnitraat per liter, ofwel 300 mmol per liter, dus 1 ml bevat dan 0,3 mmol chroomnitraat, dus 10 ml levert 3 mmol chroomnitraat. Je weet dat 2 mol chroomnitraat met 3 mol natriumcarbonaat reageert, dus 1 mol chroomnitraat reageert met 1,5 mol natriumcarbonaat. Dat betekent dus dat 1 mmol chroomnitraat met 1,5 mmol natriumcarbonaat reageert, dus 3 mmol chroomnitraat reageert met 4,5 mmol natriumcarbonaat.
Indien de natriumcarbonaatoplossing eveneens een molariteit van 0,3 heeft zal 10 ml van deze oplossing 3 mmol natriumcarbonaat bevatten. Dit kan met 2 mmol chroomnitraat reageren. Dit betekent dat er tevens 2 mmol chroomhydroxide ontstaat. 1 mmol chroomhydroxide komt overeen met 103,02 mg chroomhydroxide, dus er ontstaat 2*103,02 mg = 206,04 mg chroomhydroxide. Tevens blijkt dat 2 mmol chroomnitraat 1 mmol kooldioxide levert, wat neerkomt op 44,01 mg kooldioxide dat ontstaat.
Ik had al 2 keer geprobeerd om je deze uitwerking via e-mail te sturen, maar blijkbaar kun je mijn mailtjes, om wat voor reden dan ook, niet ontvangen, terwijl ik jouw mailtjes wel kan ontvangen.

he mathfreak.

Dat van die mail klopt ja. Ik heb alleen het eerste mailtje ontvangen daarna niks meer. Ik weet zelf ook niet waarom, omdat andere mensen mijn wel kunnen mailen. misschien is het idee om de volgende keer via scholieren.com te mailen. Dus naar het adres van hier.

hoi jbtq,

Je hebt een kleine fout in de RV die je citeert: verwijder de NA2

mf legt uit waarom we deze ionen niet in de RV vermelden...
Ze voeren tijdens de omzetting geen moer uit! Dus oprotten!

He,

Een nieuw vraagje. Word een beetje moeilijk uitleggen zonder strutuur forumles, maar probeer het toch, In een mengsel dat na de reactie van methanal en fenol is verkregen, word ook de stof die-[4 hydroxyfenyl]-methaan aangetroffen. Het ontstaan van deze stof kan als volgt worden beschreven: In het zure milieu ontstaat uit 4 - [hydroxymethyl]-fenol een ion. dat vervolgens met een molecuul met een cyclohexadieeenring verder reageert tot het milecuul van de stof die[ 4-hydroxyfenyl]-methaan. maar ja hoe gebeurd dat?>

En nog eentje. Men behandelt 4-fluor-1-methoxypentaan met een boortrifluoride in een zuur 4
Na enige tijd is een deel van de stof ongezet in het isomeer 1-fluor-4-methoxypentaan
men neem aan dat deze omzetting verloopt via een ringvorming tussenproduct. Word onder gelijke omstandigheden 1-fluor-4-methoxypentaan met boortrifuoride behandeld dan word een deel omgezet in 4-fluor-1-methoxypentaan in beide gevallen ontstaan naast de 4-fluor-1-methoxypentaan en 1-fluor-4-methoxypentaan in dezelfde verhouding, ook ontstaat in beide gevallen een andere zuurstofbevattende koolstof verbinding die niet isomeer is met 4-fluor-1-methoxypentaan en 1-fluor-4-methoxypentaan. En ja nu de vraag. leid met behulp van de ringvormige tussenproduct de structuuformule van deze andere zuurstof bevattende koolstofverbindingen af,

Alvast bedankt~!