scheikunde (dringend!)
 

kheb wat probleemkes met scheikunde over de covalente bindingen volgens Lewis, elektronegatieve waarde, polaire en apolaire covalente bindingen, moleculenroosters, atoomroosters en hunn eigenschappen.

Stel de lewisformule op van foosfaation.
................................................................ _
Verbeter of vul volgende lewisformules aan: Na-Cl|
................................................................._ (niet letten op de puntjes-> enkel om de streepjes goed boven en onder Cl te krijgen)

H-O-Cl

Hcl is vluchtiger dan HF, ondanks het feit dat het een grotere relatieve molecuulmasse heeft. Verklaar!

Welke stoffen zinjn goed oplosbaar in H2O, verklaar
stoffen: CK4, KCL, CH2 - CH2
..................................|.......||
.................................OH OH


Misschien moeilijk voor op dit forum maar totaal onduidelijk voor mij:

Teken het optreden van de H-bruggen tussen moleculen bij de volgende stoffen:

* CH3OH

* ammoniak



bedankt...

de stof met 2 OH groepen is het best oplosbaar in water omdat die 2 waterstofbruggen naar water kan maken ;)

danku, en de andere stoffen?

Ik kan geen antwoord op de eerste vragen geven, omdat ik geen flauw idee heb van wie Lewis is en wat die heeft gedaan

Maar dan de H-bruggen
die zijn eenvoudig te tekenen maar niet op de computer
ze ontstaan tussen N-H atomen en O-H atomen
ze worden, als je ze tekent gestippeld
bv.
H
|
N - H...............N - H
|
H
enz.

Bij CH₃OH ontstaan er alleen H-bruggen tussen de atomen O en H van de OH-groep!!!
dus niet tussen de H-atomen die rechtstreeks met de C-atomen verbonden zijn.

dat was et wel zo ongeveer ;)