Productiegroei
 

--

Stel eens een vraag dan mbt tot het onderwerp dat je niet snapt.

De gegevens:
In 2000 bedraagt het nominale nationale inkomen 300 miljard euro. In 2001 bedraagt het nominale nationale inkomen 330 miljard euro.
In 2000 bedraagt het gemiddeld prijsniveau 2 euro
In 2001 bedraagt het gemiddeld prijsniveau 2.05 euro
In 2000 bedraagt de bevolking 15 miljoen en in 2001 16,5 miljoen mensen.

a) bereken met hoeveel % de koopkracht in 2001 is gestegen of gedaald, met 2000 als basisjaar.
b) Bereken met hoeveel % de koopkracht per inwoer is gestegen of gedaald, met 2000 als basisjaar.

Hoe moet je dit berekeken (met een klein stukje theoristische uitleg erbij alsjeblieft.. :rolleyes: )

2,5%.

Ehmmmmmmmm....

a) De prijzen zijn met 2.05/2 = 2.5% gestegen, inkomen met 10% koopkracht is met 110/102.5 x 100= 107.32--> 7.32% gestegen

b) Nou het gemiddelde inkomen per inwoner bedraagt in 2000:
300miljard/15miljoen=20.000 euo
in 2001 is dat:
330miljard/16.5miljoen=20.000 euro

in 2000 kon je met die 20.000 euro
20.000/2 (gemiddeld prijsniveau) = 10.000 producten kopen
in 2001 was dat:
20.000/2.05 = 9756.098

koopkracht is 9756.098/10.000 x 100% = 97.56% dus met 2.44% afgenomen

Niet echt veel theorie, maar ik hoop dat je het snapt!
ik heb geen idee of dit goed is, vooral A niet.....

volgens mij zit het zo:

a) koopkracht= procentuele verandering van het prijspeil : procentuele verandering van nom. inkomen ( x 100)
dus 330 : 300 x 100 = 110 ----> stijging van 10 %
2.05 : 2 x 100 = 102.5 ---> stijging van 2,5 %
2.5 : 10 x 100 = 25 % koopkracht is dus gestegen met 25%

b)
nat. inkomen is 300 miljard per inwoner dus:
300 miljard : 15 miljoen = 20.000
in 2001 330 miljard : 16,5 miljoen = 20.000
nat. inkomen is dus gelijk gebleven terwijl het prijspeil is gestegen met 2,5
de koopkracht is dus gedaald.

Bij de berekening van de koopkracht per inwoner gebruik je dus dezelfde formule als bij a) maar je moet dan wel eerst het nationale inkomen delen door het aantal inwoners.