functies van alinea's
 

hoi,
weet niet of dit het goede foru, hiervoor is anders verplaats het maar naar moderne talen.

Ik ben nu nederlands eindexamens aan het oefenen en ondervind grote problemen bij het benomen van de functies van alinea's. Vooral omdat er een klein verschil zit tussen de opties waar je uit mag kiezen. Zo zit er maar een kleine verschil tussen tegenwerping en weerlegging.
Weet iemand hoe ik dit het beste kan oefenen? Want zo verlies je veel punten op het examen.

daar heb ik idd ook al last van ja :(

heb je weleens een examen nl gedaan? 2002 of 2001?
komt dat soort shit (gelukkig) helemaal niet tegen
oefenen op samenvatting maken is her belangrijkst
en als je weet wat een betoog is, is dat ook een voordeel :)

Bij oefenexamens die wij op school hebben gemaakt kwam dat in elk examen voor hoor :S

Is het eindexamen nederlands niet gewoon een tekst?

O, ik kom ook overal op het laatst pas achter...

Daar gaat de vraag toch over? :D

maar weet iemand nou goede oefeningen om die onder de knie te krijgen naast veel oefenen?

Signaalwoorden (vaak aan het begin van een nieuwe alinea) helpen je vaak met je keuze.
'Ook' duidt bijvoorbeeld een opsomming aan (om even een makkelijke te geven).