![]() |
Het klokhuis
Het klokhuis
I Het leek allemaal zo vredig; De lusteloze damp was opgegaan De damp eens opgelost voor alle tijden, waar ledig Onze wijsheid niet meer is verstaan. De Pison leidde het water door de Hof van Eden. Daar heerste de listige koning, het bedrog beleden, zijn gouden tong droeg de wereldse kroon zijn sleep liet zonden in het verleden. Op een dag ging Uw speelgoed al tezaam Daar in in dat romantisch schilderij van uw hand in hand, Speelden in het zachte gras troffen geen blaam; (stoeiden met de leeuw) waren vredig blij, want hadden geen verstand. II Maar u hebt ze de macht gegeven Over dier, land en bomen; Maar weg van één hebt u ze gedreven Alsof het vee aan alle oorlog zou ontkomen. III Maar u zat toch op de troon der barmhartigheid; Voor uw toorn is toch niemand bang? Waarom hebt u ons niet van die koning bevrijd; Waarom speelt uw liefde samen met de slang? Alles wat ik me in het morgenrood verweet, Ingegeven door Uw bewustzijn in mij dat ik bedrijf Is vernederd door die ene appelbeet Van die ene rib uit uw lijf. -wgm- |
ALS het al een appel was.
Goed gedicht, hoor. Lang aan gezeten zeker, of valt 't mee? |
Valt op zich wel mee; zoeken naar woorden die rijmen en ergens op slaan.
|
Citaat:
|
Het geheim is gelegen in BdG en de Eijck :D
|
Citaat:
|
Er groeien klokhuizen aan Eijken?
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 03:00. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.