Bio: zelfbestuiving
 

Hallo, kan iemand mij deze vraag uitleggen:

'Van een bepaalde plantensoort hebben de homozygote individuen rode of witte bloemen en de heterozygote individuen roze bloemen. De bloemkleur wordt door 2 allelen bepaald. Een kweker heeft alleen planten met roze bloemen.
Deze planten (generatie 1) vemeerdert hij door zelfbestuiving; hierdoor ontstaat generatie 2. Deze planten vermeerdert hij wederom door (uitsluitend) zelfbestuiving en zo ontstaat generatie 3. Alle planten leveren steeds evenveel nakomelingen.'

Vraag: wat is de verhouding tussen rode, roze en witte bloemen in generatie 3?

Alvast bedankt

Rr x Rr ---> rr / Rr / Rr / RR
want de mogelijke geslacht cellen zijn of R of r voor beide ouders.

mogelijke door te geven eigenschappen van generatie 2:
r/r/R/r/R/r/R/R
van elke strepen we er 1 weg voor de eenvouwt.
krijg je dus r/R/r/R, in die verhoudingen

RRrr uit zetten tegen RRrr (zelf bestuiving), krijg je zon tabelletje:
(beetje erritant om af te lezen, maar ach)

|||||R |||R |||r |||r
R|||RR||RR||Rr|||Rr
R|||RR||RR||Rr|||Rr
r|||Rr|||Rr|||rr||||rr
r|||Rr|||Rr|||rr||||rr

RR 1/4 rode bloemen
Rr 1/2 roze bloemen
rr 1/4 witte bloemen

of zijn de examens bio al geweest?
Ik hoop dat je er iets van herkent/wijzer van word.

Helaas niet,

volgens het antwoordmodel van het CITO is de verhouding
rood: roze : wit
3 : 2 : 3

Jouw antwoord staat ook tussen de mogelijkheden (1:2:1) maar is blijkbaar dus niet goed...

Plz try it again, of anders iemand anders... (ps bio examen is vrijdag 23/05 13.30uur)

ik heb hem ook proberen te maken en had er 3:2:3 uit maar dacht dat dat fout was omdat EvilSmiley er dus iets anders uit had. maar ik ehb het zo gedaan


De P1 is Rr, want deze is roze. het is zelfbestuiving dus je doet Rr*Rr. de F1 is dan als volgt,

R r
R RR Rr
r Rr rr


Deze vier mogelijkheden RR, Rr, Rr en rr bestuiven zichzelf nog een keer. je krijgt dan dus RR*RR, Rr*Rr, Rr*Rr en rr*rr

DE F2 is dan als volgt;

R R
R RR RR
R RR RR

R r
R RR Rr
r Rr rr

R r
R RR Rr
r Rr rr

r r
r rr rr
r rr rr

De verhouding RR; Rr; rr is dan als volgt; 6/16:4/16:6/16 en dit is te vereenvoudigen tot 3:2:3

ik wil graag de verhouding in de F3 weten niet in de F2, maar bedankt voor je inspanningen...

voor de P1 kun je oomk F1 lezen, en voor de F1 F2 en dan is de F2, F3. macht der gewoonte om de eerste generatie P1 in plaats van generatie 1..

damn, srry voor de stoortzender

tx, het enige moeilijke aan die vraag was dat ik vergeten was wat zelfbestuiving is, terwijl 't woord het zelf al zegt. Maja.. hopelijk krijg ik morgen zo'n soort vraag op het CE vwo.