economie keynes
 

Ik zit een beetje met een heel groot probleem. Maandag heb ik (vwo) examen economie. Ik heb alleen nooit les gehad over Keynes en het staat ook niet in mijn boek (zit in vwo5 maar doe staatsexamen). Heeft er PLEASE iemand een samenvatting van het keynesiaanse model voor mij?? graag mailen naar lucasdelaat@home.nl . Alvast bedankt!

komt heel kort gezegd erop neer dat de overheid een anti-cyclisch begrotingsbeleid moet voeren :o

ohja precies dat maar dan gezegd ik onwijs veel blz met van die rare formules van letters?

valt mee, met die letters... t lijkt moeilijker dan t is

T komt erop neer dat Y= C + I + O + E - M

de functies voor C enz... verschillen altijd enzo dus die krijg je erbij. Verder is t belangrijk dat je weet dat Y = gelijk aan de effectieve vraag.

Als bijvoorbeeld C = 0,8(Y-B) en B = 0,2Y +5

dan moet je dus kunnen zeggen, als autonome B (dat is dus die 5) daalt, stijgt C, dus stijgt Y. zo zeg maar. maar dat is ook wel gewoon logisch omdat je als je minder belasting hoeft te betalen, je besteedbaar inkomen stijgt en dus de consumptie stijgt.

Verder inderdaad dus dat anticyclisch beleid...

oh ja, en S-I + B-O = E-M

S-I = particulier spaarsaldo
B-O= overheidtekort/overschot (meestal dus tekort)

En verder is t multipliereffect wel belangrijk (denk ik) dat je dus weet dat als de multiplier van O (overheidsinvesteringen) 1,5 is, dat dan als O met 1 stijgt Y met 1,5 stijgt.
en daar dan een beetje mee kunnen rekenen, bijvoorbeeld als de overheid het evenwicht op de betalingsbalans wil handhaven én de werkgelegenheid wil bevorderen door O te laten stijgen (en daardoor Y en daardoor de werkgelegenheid) of dat dan wel samengaat.

OK... succes drmee, het valt mee, heus.

oh ja, en je krijgt er waarschijnlijk nog wat functies bij, zoals de kapitaalmarktrente ofzo.

die heeft dan bijvoorbeeld weer invloed op de consumptie (C), wat je dus kan zien aan de functie van C. Dan moet je dus ook kunnen zeg wat voor invloed een stijging/daling van de kapitaalmarkt rente heeft op de consumptie.
Ook daar moet je gewoon mee kunnen rekenen, maar daar kun je niet echt voor leren ofzo lijkt me zo. Hooguit oefenen.

wat zeiden jullie nou over dat anti-cyclisch begrotingsbeleid? dat staat geloof ik niet in mijn boek.. wie kan me dat proberen uit te leggen?

Anti-cyclisch begrotingsbeleid houdt in dat de overheid probeert al te grote schommelingen in de economie tegen te gaan. Als er ineens zeer veel bestedingen zijn zal de overheid waarschijnlijk de rente verhogen zodat mensen meer geen sparen en minder gaan uitgeven. Als er juist onderbesteding is gaan ze de rente juist omlaag doen zodat het niet meer zo aantrekkelijk is om te sparen zodat de mensen dus sneller hun geld gaan uitgeven.

Even tussendoor: moet je 'Keynes' ook kennen voor het HAVO eindexamen economie-1? Ik doe daar examen in a.s woensdag maar ik heb nog nooit van Keynes gehoord.

! am mE

plus overheidsbestedingen omhoog bij onderbesteding.
de overheid laat het tekort oplopen omdat als de economie weer aantrekt dat tekort toch wel weer kleiner wordt

tegenover gestelde van keynes = klassieke economische theorie waarbij er vanuit wordt gegaan dat als je de economie zn gang laat gaan alles vanzelf weer goed komt.

:o

Hééj,
Ik heb ook eens wat over Keynes..... zat in schoolexamen :p
Ging ongveer over dit:
John Maynard Keynes (1883-1946): de politiek moest zich niet willoos door de conjunctuurgolf laten meeslepen maar proberen de economie te beïnvloeden

Laagconjunctuur --> gebrek aan ev --> overheid moet ev oppeppen (bijv door zelf meer te gaan uitgeven of door de belasting te verlagen) --> tekort op overheidsbegroting , economie zou dit weer goed maken.

Anticyclische begrotingspolitiek: het beleid waarbij de overheid de effectieve vraag probeert te beheersen door tegen de conjunctuurgolf in te gaan.

Deze politiek is geen succes geworden, de oorzaken:
- de openheid van de Nederlandse politiek ; een deel van de ev (vooral de uitvoer) ligt buiten de invloedssfeer van de overheid.
- het probleem van de juiste timing ; de conjunctuurgolf is niet regelmatig
- opwaartse druk op de overheidsuitgaven; er komt weerstand wanneer in een laagconjunctuur de uitgaven beperkt moeten worden.

Het keynesiaanse standpunt:
John Mayard Keynes: The General Theory of Employment, Interst and Money
Verschillen:
- klassieken op de lange termijn, Keynes op de korte termijn (’In the long run, we’re all dead).
- klassieken grote rol voor het prijsmechanisme, Keynes dacht dat de prijzen niet flexibel genoeg waren om allerlei verstoringen soepel op te kunnen vangen
- keynes dacht niet dat de aanbodfactoren de productie bepaalde, dat waren de vraagfactoren

Effectieve vraag -- productie --> inkomen ---> effectieve vraag.

EV= C + I + O + E - M

Eenvoudig keynesiaans model:
1. De (consumptieve) vraag van de gezinnen: C = cY + Co
2. De (investering)vraag van de bedrijven: I = Io
3. De totale effectieve vraag: EV = C + I
4. De evenwichtsvoorwaarde: W = EV
5. De identiteit: Y = W (drie streepjes eigenlijk :) )

Gedragsvergelijkingen: 1 en 2
Definitievergelijking: 3
Evenwichtsvoorwaarde: 4
Identiteit: 5

Zoiets dus... misschien heb je er wat aan. Aju,