fysica
 

Vraag 1



Hoog aan plafond hangt een katrol, een stevig touw hangt er aan met de twee uiteinden aan de grond, op een paar meter boven de grond hangt aan elk touw een even zware jongen, alles is aanvankelijk in rust

1) één van de twee klimmers probeert hoger te komen dan de andere , zal dit lukken?

Antw: nee

2) Ze beginnen allebei te klimmen , de één sneller dan de andere, wat gebeurt er?

Antwoord: ?????




Vraag 2


ik sleep een slee voort aan een constante snelheid die niet is gegeven, een touw is vastgemaakt aan de voorzijde van de slee en maakt een hoek van 53 graden met de grond; het touw wordt vastgehouden door de trekker van de slee (een mens) De slee en alles wat er op zit is 20,4 kilogram, bereken de grootte van de normaalkracht..... vind ik niet....

Ehm volgens mij blijven ze op gelijke hoogte hangen, maar gaat er dus meer touw van de ene kant naar de andere, snap je? Die ene klimt wel sneller, maar ze blijven wel evenhoog hangen doordat het evenwicht zich hersteld zegmaar.... ok?
Huh? Het hele verhaal heeft bijna nix ermee te maken. De normaalkracht staat rechttegenover de zwaarte kracht F_z. F_z= m * g = 20,4 * 9,81
De normaalkracht is dus ook 20,4 * 9,81 maar dan de andere kant op. Toch? Of lees ik ergens overheen?

Ja, je leest over die 53° en dus zal de F_N hier: F_z - 'de normaalcomponent van de kracht waarmee de persoon trekt' zijn. (de verticale krachten moeten elkaar opheffen anders gaat de slee de lucht in gelijk in de goocheltrucs)

F_t,N=wrijvingskracht * sin 53° als ik me niet vergis

horizontaal: de wrijvingskracht=horizontale component van de trekkracht, dus constante snelheid

Dat tweede is me duidelijk, maar dat eerste, ben je zeker dat ze op gelijke hoogte blijven?

Dat is zeker. Op het moment dat klimmer 1 hoger komt dan de andere zal het touw waar klimmer 1 aan hangt een stuk zakken in het voordeel van klimmer 2 (deze zal stijgen) waardoor ze op gelijke hoogte komen.

ok